Na aanvankelijk wat aarzelend en terughoudend gereageerd te hebben op climategate pakte mijn eigen krant NRC Handelsblad dit weekend opeens uit met twee flinke stukken over klimaat, waarin climategate of klimaatgate zoals zij het schrijven een rol speelde. Het ene stuk was van klimaatredacteur Karel Knip, waarover later meer. Het grootste stuk in Opinie & Debat was verrassend genoeg van schrijver Leon de Winter.

De titel liet weinig te raden over wat betreft de teneur van het artikel: Voor Kopenhagen begint nog even dit: de temperatuur op aarde is het afgelopen decennium niet gestegen. De Winter blijkt opvallend goed op de hoogte, gezien het gegeven dat hij geen wetenschapsjournalist is en maakt diverse punten waarin ik me kan vinden.  Hij introduceert de formule MB = HT, ofwel Meer Broeikasgassen = Hogere Temperaturen en constateert dat die formule al tien jaar niet op gaat. Dit is de kern van de zaak en ik verwijs in dit verband graag naar de blog van William Briggs, een Amerikaanse statisticus die heel helder kan uitleggen of er nou eigenlijk wel bewijs is voor de broeikashypothese en zo ja wat dat bewijs dan inhoudt.

Naar aanleiding van climategate schreef hij onder andere dit artikel en dit bericht. Zijn artikel op Pajamas Media begint als volgt:

“Climategate” has everybody rethinking global warming. Many are wondering — if leading scientists were tempted to finagle their data, is the evidence for catastrophic climate change weaker than previously thought?
Actually, the evidence was never even evidence.
There is a fundamental misunderstanding — shared by nearly everybody about the nature of anthropogenic global warming theory (AGW) — over exactly what constitutes evidence for that theory and what does not.

Het bewijs was zelfs nooit bewijs, schrijft Briggs. Wat was dan het bewijs dat eigenlijk geen bewijs was?

Remember when we heard that the icebergs were melting, that polar bears were decreasing in number, that some places were drier than usual and that others were wetter, that the ocean was growing saltier here and fresher there, and that hurricanes were becoming more terrifying? Remember the hundreds of reports on what happens when it gets hot outside?
All of those observations might have been true, but absolutely none of them were evidence of AGW.

Hier beschrijft hij een bekende valkuil die vaak wordt gebruikt in het klimaatdebat: “Je ziet toch zelf ook wel dat de gletsjers smelten.” Antwoord van Briggs: “Ja, so what?” Als het warmer wordt dan kunnen gletsjers gaan smelten, maar dit zegt nog niets over de oorzaak van het warmer worden.

Nu snapt het IPCC dit ook, een correlatie tussen smeltende gletsjers en een stijging van de concentratie aan broeikasgassen is geen bewijs voor een oorzakelijk verband. Maar het IPCC beweert wel dat ze 90% zeker zijn dat er een oorzakelijk verband is. Briggs legt uit:

So if observations of what happens when it’s hot outside don’t verify AGW, and if predictions of what might happen given AGW were true do not verify AGW, what does? Why did people get so excited?
In the late 1990s, some places on Earth were hotter than they were in the late 1980s. These observations were indirect — and not direct — evidence of AGW. The Earth’s climate has never been static; temperatures sometimes rise and sometimes fall. So just because we see rising temperatures at one point does not prove AGW is true. After all, temperatures have been falling over the last decade, and AGW supporters still say their theory is true. Rising — or falling — temperatures are thus consistent with many theories of climate, not just AGW.
Climate scientists then built AGW models, incorporating the observed temperatures. They worked hard at fitting those models so that the models could reproduce the rising temperatures of the 1990s, while at the same time fitting the falling temperatures of the 1970s, etc. They had to twist and tweak — and with the CRU emails, it now appears they twiddled. They had to cram those observations into the models and, by God, make them fit, like a woman trying on her favorite jeans after Thanksgiving.
They then announced to the world that AGW was true — because their models said it was.

Dit is in een notendop wat er inderdaad gebeurd is, de modellen kunnen de opwarming tussen pak en beet 1970 en 2000 alleen verklaren als de broeikasgassen in die periode flink bijdragen aan de opwarming. Het gebrek aan opwarming tussen 1940 en 1970 kunnen de modellen simuleren door aan te nemen dat luchtverontreiniging in die periode voor afkoeling zorgde die sterker was dan de opwarming door de broeikasgassen. Na 1970 begonnen de broeikasgassen te domineren. Anno 2010 is die situatie nog steeds zo (mondiaal stijgt de uitstoot van afkoelende aerosolen niet) en des te vreemder is het dat de opwarming zich het afgelopen decennium niet heeft voortgezet. Briggs gaat verder:

But a model fitting old data is not direct evidence that the theory behind the model is true. Many alternate models can fit that data equally well. It is a necessary requirement for any model, were it true, to fit the data, but because it happens to is not a proof that the model is valid.
For a model to be believable it must make skillful predictions of independent data. It must, that is, make accurate forecasts of the future. The AGW models have not yet done so. There is, therefore, no direct evidence for AGW.
The models predicted warmer temperatures, but it got cooler. One of the revealed CRU emails found one prominent gentlemen saying, “We can’t account for the lack of warming at the moment and it is a travesty that we can’t.”
It is. But only if you were concerned that the AGW theory will be nevermore.

En dat is de crux, een model fitten aan al bekende data bewijst vrij weinig. Een model wordt echter pas geloofwaardig als het nieuwe nog niet bekende data weet te voorspellen en juist dat nu is niet gelukt met de broeikasmodellen. Er is dus geen direct bewijs voor het door de mens versterkte broeikaseffect. En daarom is die uitspraak van Kevin Trenberth over de lack of warming zo’n belangrijke: “Het is een aanfluiting dat we het gebrek aan opwarming van dit moment niet kunnen verklaren.”

Leon de Winter heeft ondanks zijn geringe achtergrond in deze materie de vinger op de zere plek gelegd. Het gebrek aan opwarming in de afgelopen tien jaar is een groot probleem voor de broeikashypothese. Het bewijs dat al geen bewijs was, is met ieder jaar dat opwarming uitblijft zwakker aan het worden.