De IPCC-gates staan wijd open...

De IPCC-gates staan wijd open...

Het punt dat Neerlands enige echte klimaatscepticus Bas van Geel (met enige bedoel ik dat hij de enige actieve klimaatonderzoeker is, die publiceert in de zo veelgeprezen :) peer reviewed literatuur, en die openlijk sceptisch is) al jaren maakt is dat het negeren van sceptische literatuur door o.a. het IPCC uiteindelijk zal leiden tot een totaal gebrek aan vertrouwen bij het publiek in wetenschap in het algemeen. Door de recente ontwikkelingen rond climategate en alle -gates die erop volgden kan Van Geel spoedig gelijk gaan krijgen.

Collega-wetenschapsjournalist Joost van Kasteren, die al jaren kritisch schrijft over milieu en klimaat, onder andere voor het blad Spil, maakt dit punt nu ook in een column die hij schreef voor de Vereniging van Wetenschapsjournalisten Nederland (VWN). De column en eventuele reacties zijn daar te vinden en Joost was zo vriendelijk om ons toestemming te geven de column ook hier nogmaals te plaatsen.

IPCC-gate tast vertrouwen in de wetenschap aan

Bagatelliseren helpt niet meer: de sluizen van wat we voor het gemak maar even IPCC-gate zullen noemen staan wijd open. Evenals indertijd bij de Britse bonnetjesaffaire duiken er bijna elke dag nieuwe berichten op over onvoldoende gecontroleerde gegevens in de rapporten van het VN-klimaatpanel. De ‘science is settled’, beweerden ook sommige collega’s, maar naar nu blijkt, deugt de ‘science’ van geen kanten.
Voor wie alleen de Nederlandse kranten leest: Het begon met de e-mailaffaire van eind vorig jaar. Daaruit bleek duidelijk dat sommige vooraanstaande klimaatwetenschappers met alle macht proberen om tegengeluiden te smoren. Misschien welmenselijk, maar niet erg wetenschappelijk.

Twee weken geleden bleek uit onderzoek van de Sunday Times dat de claim dat kans groot was dat de gletsjers in de Himalaya tegen 2035 verdwenen zouden zijn, op niets was gebaseerd. Ja, op een telefoongesprek tussen Fred Pearce en een jonge Indiase glacioloog in 1999, dat later enorm werd uitvergroot in een rapport van het Wereldnatuurfonds.

Ondanks waarschuwingen van gevestigde glaciologen, werd het WNF rapport klakkeloos overgenomen. Naar later bleek om politici onder druk te zetten. En, in geval van Raj Pachauri, voorzitter van het IPCC, om een paar ton binnen te slepen voor zijn onderzoeksinstituut TERI (waarbij de T tot voor kort stond voor Tata, de Indiase multinational).

Na Glaciergate, volgde afgelopen zondag Hurricanegate. Speurwerk van wederom de Sunday Times toonde aan dat de claim van het IPCC dat klimaatverandering nu al leidt tot toename in aantal en intensiteit van orkanen, was gebaseerd op een niet-gepubliceerd onderzoek.

Toen het onderzoek, één jaar na verschijnen van het IPCC-rapport, alsnog werd gepubliceerd, luidde de conclusie: ‘We find insufficient evidence to claim a statistical relationship between global temperature increase and catastrophe losses.’

Inmiddels worden de messen geslepen voor Amazongate. Ook de IPCC-claim dat een groot deel van het regenwoud zal verdwijnen door verandering in neerslagpatronen, lijkt evenmin gebaseerd op degelijk wetenschappelijk onderzoek, maar – wederom – op een rapport van het Wereldnatuurfonds, geschreven door een beleidsanalist en een freelance milieujournalist.

Enfin, zo zal het de komende maanden nog wel even doorgaan. Ondertussen proberen politici de schade zoveel mogelijk te beperken. Er wordt geroepen om het aftreden van IPCC-voorzitter Raj Pachauri, maar dat lijkt me niet meer dan ‘window dressing’. Niet alleen de voorzitter maar het hele IPCC-apparaat heeft gefaald, doordat het zich niet heeft gehouden aan zijn eigen standaarden.

In Nederland wil minister Jacqueline Cramer, dat het Planbureau voor de Leefomgeving de IPCC-claims gaat onderzoeken. Een gotspe: Maarten Hajer en zijn planbureau zingen zelf al jaren mee in het koor van de klimaatalarmisten. Hetzelfde geldt voor het KNMI en onze eigenste klimaatpaus Pier Vellinga. Zijn voornaamste wapenfeit is het doen van een wetenschappelijk niet eens plausibele, laat staan onderbouwde voorspelling over de stijging van de zeespiegel.

Toch moet er wat gebeuren, want niet alleen de klimaatwetenschap staat ter discussie. Omdat de alarmisten zo hoog van de toren bliezen dreigt – met hun deconfiture – het publiek ook het vertrouwen te verliezen in wetenschappelijk onderzoek in het algemeen. Dat is erg spijtig, want hoewel wetenschap, zoals bekend, niet De Waarheid oplevert, is het wel de  minst slechte methode om iets van de werkelijkheid om ons heen te begrijpen.

Als mensen het vertrouwen verliezen in wetenschap ligt bovendien de weg open voor de ‘March of Unreason’ (Dick Taverne), de opkomst van allerlei obscure en fundamentalistische bewegingen die de werkelijkheid denken te kunnen verklaren aan de hand van oude, warrige boeken, de stand van de sterren of de takjes in de thee.

‘Wat te doen?’, zoals Lenin zich al in 1902 afvroeg. Welaan, precies het omgekeerde van wat hij toen voorstelde. Waar hij de vrijheid van kritiek verwierp en Marx’ filosofische kritiek omzette in een strategie om de macht te grijpen, zouden wij als journalisten veel en veel kritischer moeten zijn op wetenschappelijke claims.

Het argument dat wij als eenvoudig journalist niet geëquipeerd zijn om een oordeel te vellen over wetenschappelijk onderzoek, gaat niet op. We hebben immers ons gezonde boerenverstand en het onvolprezen boek van Hans van Maanen (‘Goochelen met Getallen’). En anders is er altijd wel een andere wetenschapper die bereid is om de resultaten van zijn collega te fileren.

Het klinkt paradoxaal, maar een gezonde dosis wantrouwen van ons journalisten kan helpen om het dreigend verlies aan vertrouwen in de wetenschap te voorkomen. Immers: the science is never settled’.

Joost van Kasteren