De website climatequotes.com zet alle tot nu toe ontdekte grijze en gifgroene citaten op een rij uit rapporten van Wereldnatuurfonds, Greenpeace, studentenscripties en toeristische magazines. Maar het belangrijkste nieuws is dat die inmenging van pressiegroepen tot in de haarvaten van het IPCC al zo lang vanzelfsprekend is. En die inmenging heeft een sterke inhoudelijke invloed.
De Telegraaf verwijst al naar de onthulling die ik morgen breng op Climategate.nl en in Het Parool over de creatieve en foutieve wijze waarop IPCC-auteurs de wetenschappelijke literatuur citeren. Het Parool kondigt ons werk alvast aan. In deze blog ga ik in op het gebruik van niet wetenschappelijke krachttermen als ‘gevaar’ , ‘extreem’en ‘catastrofe’in het hoofdstuk over de klimaatimpact op ecosystemen onder hoede van Leemans. De krachttermen zijn onder invloed van campagnewetenschappers het IPCC binnengekomen
Greenpeace is hoofdauteur
Zoals ik al berichtte zitten campagnegroepen al vanaf de jaren negentig in de haarvaten van het IPCC-proces . William ‘Bill’ Hare van Greenpeace International (geen wetenschapper, de dr voor zijn naam is een eredoctoraat) schreef in de jaren negentig vorige eeuw mee aan de invloedrijke IPCC emissiescenario’s, en is nu hoofdauteur van Werkgroep 3, het hoofdstuk waaraan het Planbureau voor de Leefomgeving de grootste bijdrage levert. Hare zijn vrouw/vriendin Ursula Fuentes Hutfilter is als klimaatadviseur van het Duitse milieuministerie van verantwoordelijk voor het IPCC bij onze Oosterburen. De bijgesloten foto is overigens niet genomen tijdens een vergadering van dit Duitse milieuministerie, maar op de Friedrichstrasse tijdens een demonstratie tegen sceptische klimaatonderzoekers.
Schrijver geciteerde WWF-rapport is ook expert-reviewer
Daarnaast is het Wereldnatuurfonds in de persoon van klimaatcampagnevoerder Lara Hansen gewoon ‘expert-reviewer’ van hoofdstuk 4 werkgroep 2 over ecosystemen waarin Wageninger Rik Leemans hoofdauteur is. Lara Hansen schreef ook mee aan het actiedocument ‘Habitats at risk’, met de WWF-wetenschapper Jay Malcolm dat het IPCC veelvuldig citeert.
Ook komen we in dit ecologiehoofdstuk nog een ‘expert’ tegen waarmee WWF’ers Jay Malcolm en Ronald Neilson vaker actiedocumenten publiceert in de Verenigde Staten, zoals het document ‘Global Warming and Biodiversity decline’: Adam Markham, de huidige president-directeur van klimaatbedrijf ‘Clean Air Cool Planet’. De journalist kennen we nog van de climategate-emails, toen hij werkzaam was voor Wereldnatuurfonds.
Hij bestelde toen een meer smeuige wetenschappelijke (‘Beefed up’) conclusie bij klimaatwetenschapper Mike Hulme. Leest u nog een keer mee:
From: Adam Markham
To: m.hulme@xxxxxxxxx.xxx, n.sheard@xxxxxxxxx.xxx
Subject: WWF Australia
Date: Thu, 29 Jul 1999 09:43:09 -0400
Cc: mrae@xxxxxxxxx.xxxHi Mike,
I’m sure you will get some comments direct from Mike Rae in WWF
Australia, but I wanted to pass on the gist of what they’ve said to me so
far.They are worried that this may present a slightly more conservative
approach to the risks than they are hearing from CSIRO.
In particular, they would like to see the section on variability and extreme events
beefed up if possible. They regard an increased likelihood of even 50%
of drought or extreme weather as a significant risk. Drought is also a
particularly important issue for Australia, as are tropical storms.I guess the bottom line is that if they are going to go with a big public
splash on this they need something that will get good support from
CSIRO scientists (who will certainly be asked to comment by the press).
One paper they referred me to, which you probably know well is:
“The Question of Significance” by Barrie in Nature Vol 397, 25 Feb 1999,
p 657Let me know what you think. Adam
Gevaar!
De inmenging van campagneorganisaties verklaart mogelijk de hoge frequentie van niet-wetenschappelijke krachttermen in Werkgroep 2-bijdragen van het IPCC-rapport. Zo ook in hoofdstuk 4 die de ernst van de klimaatimpact moeten beschrijven op ecosystemen. De geschetste verandering is ‘catastrophic’: een waardeoordeel dat u 4 maal tegenkomt, overigens ook steeds vaker in bladen die voor serieus doorgaan als Nature.
De natuur komt 28 keer maal in een fase die ‘critical is, en vlak voor de catastrofe kom je in een kantelpunt, threshold (18 maal), dat een iets neutralere klank heeft en in de ecologie kan staan voor natuurlijke omslagpunten. Het woord risico, risk tekent voor tenminste 60 maal in hoofdstuk 4, en ‘dangerous’tekent voor tien keer. De niet-wetenscahppelijke krachtterm ‘extreme’komt 36 maal voor op 40 pagina’s. De natuur zit kortom vol gevaren.
Anders valt het zo op
Het gebruik van verschillende termen voor het zelde begrip heeft een niet-wetenschappelijke reden. Uit de Climategate-emails blijkt dat het woord ‘critical’ door werkgroep 2 is geadopteerd om de ernst aan te geven, zonder al te onwetenschappelijk te lijken en eentonig te worden. Je moet gevaar verschillend formuleren, anders gaat het opvallen. Dus kantelpunt, catastrofe en ramp zijn waardige synoniemen.
Het commentaar van klimaatwetenschapper Mike Hulme van de CLimatic Research Unit, nu Tyndall Centre (en zelf werkgroep 1-auteur) op de werkgroep 2 tekst in de climategate-emails is daarbij veelzeggend. “Als neutrale lezer vind ik het woord critical als vervanger van dangerous een doorzichtige truc”. Het niet-wetenschappelijke woord ‘dangerous’verschijnt in hoofdstuk 4 vervolgens alsnog tienmaal.
Waarom zijn al deze krachttermen nodig?
Ik denk dat deze subjectieve termen de terminologie van klimaatwetenschap binnenslopen om de wetenschappelijke onzekerheid te compenseren over de klimaatimpact op ecosystemen. Die onzekerheid, normaal in wetenschap, verdraagt zich slecht met de politieke wil om wetenschap voor een agenda te gebruiken.
Het fundamentele probleem voor groene campagnewetenschap ligt hier: de enige constante in de natuur is verandering. Dus hoe kun je dan de invloed van menselijke CO2-uitstoot scheiden van alle andere verandering? Dat is op zijn minst erg knap
Bovendien leunen de peer-reviewed studies die in grootse percentages het uitsterven van diersoorten schetsen, en die in campagnedocumenten nog eens worden opgeblazen (tot 80 procent volgens het geciteerde Wereldnatuurfonds-rapport Habitats at Risk ) volledig op gebrekkige modelberekeningen en giswerk, want in de natuur is nog nooit aangetoond dat door ‘extreme weather events’wat dat ook moge zijn een beest uitstierf in de laatste 25 jaar. Wanneer je goed zoekt in het hoofdstuk vind je in het midden (lezen politici dat ook?) van hoofdstuk 4 dat de IPCC-auteurs dit zelf ook toegeven.
- Despite the recognised importance of multiple drivers of
ecosystem change, they are rarely all included in current climate
and ecosystem models used for assessing climate change
impacts on ecosystems (Hansen et al., 2001; Levy et al., 2004;
Zebisch et al., 2004; Feddema et al., 2005; Holman et al., 2005b;
Pielke, 2005). Consequently, many impact studies of climate
change that ignore land-use and other global change trends (see
also Section 4.2.2) may represent inadequate estimates of
projected ecosystem responses.
Meer rekenkracht, minder klimaatprobleem
Een journalist zet het belangrijkste nieuws voorin, en wat mij betreft had Leemans bovenstaande tekst als intro gekozen van het hoofdstuk, niet het huidige donkergroen gekleurde intro. Meer hoeft u namelijk niet te weten over de veronderstelde dreiging van klimaatverandering voor biodiversiteit. Alle invloedrijke studies over het uitsterven van diersoorten door klimaat (zoals van Thomas et al en Bakkenes van het Planbureau voor de leefomgeving) leunen op computermodellen.
Die modellen kunnen de vele oorzaken van verandering in de natuur niet kwantificeren of van elkaar scheiden, én ze negeren simpele ecologische basiswaarden van plant- en diersoorten als aanpassing, concurrentie, habitat- en voedselkeuze. Het klimaatprobleem is dus vooral een kwestie van computerrekenkracht (de modelleerders gebruiken veel te grove gridcellen) en tijdgebrek van ecologen. Dat is niet iets wat ik zomaar zelf verzin, Kathy Willis heeft er in Science in november nog over gepubliceerd en ik heb haar werk aangehaald in mijn artikel voor NWT deze maand. Er bestaat namelijk nogal wat gefundeerde kritiek op modelsimplisme, waarbij dieren vooral uitsterven dankzij te grove kilometerblokken zonder rekening te houden met topografie.
Statisch natuurbeeld
We hebben in hoofdstuk 4 dus deels te maken met storytelling, al komt het proza niet voor de Nobelprijs voor Literatuur in aanmerking. IPCC en campagneclubs als het Wereldnatuurfonds promoten een niet-darwinistisch en statisch natuurbeeldd. Er was een harmonieus evenwicht, vroeger en zoals we de natuur van vroeger kenden, zo ‘hoort’ze te zijn. Toen kwam menselijke CO2-uitstoot en alle verandering die we sindsdien meten komt door mensen. Stop die verandering in een voorspellend model, gekoppeld aan een Hadley-klimaatmodel et voila:.
AR5:Zet het belangrijkste vooraan
“> WWF-expert reviewer Lara Hansen vond de huidige donkergroene schets in 4.1 een ‘nice intro’. Maar wat mij betreft zetten de auteurs van het Vijfde IPCC-rapport in 2013 voortaan gewoon het belangrijkste nieuws vooraan, in plaats van het intro met WWF-keurmerk.
Een advies dat ik als journalist meen te mogen geven. En omdat het IPCC vaker journalisten-advies ter harte neemt is er best kans dat men nu luistert. Wie weet wordt ons blog nog eens geciteerd in een IPCC-rapport.
Conclusie: We hebben hier in hoofdstuk vier van doen met een document dat voor een belangrijk deel bestaat uit subjectieve waardeoordelen en inmenging van campagnewetenschappers. Deze subjectieve termen zijn nodig om een zekere onzekerheid te maskeren. Want je kunt als natuurliefhebber na lezen van IPCC-hoofdstuk 4 werkgroep 2 gewoon rustig gaan slapen. Nothing to see here.
Morgen gaan we in Het Parool en dit blog verder op de wetenschappelijke gebreken in hoofdstuk vier.
Wetenschappelijke observatie: plvs 0.72 graden temp. anomalie voor jan 2010 gemiddeld op basis van satelietmetingen, de op een na hoogste meting sinds het begin van de metingen in 1978. El Nino of niet, dat is een verbazingwekkend hoge temperatvvr.
Hoi Harry,
Het ziet er naar uit dat het inderdaad de temp. grafiek (13 maands gemiddelde) omhoog gaat trekken. Spencer die dit naar buiten bracht heeft nog wel aangegeven de gegevens nog eens na te rekenen (Nevertheless, we will double check our calculations to make sure we have not make some sort of Y2.01K error (insert smiley). I will also check the AMSR-E sea surface temperatures, which have also been running unusually warm.).
Ik ben heel benieuwd of er aangetoond gaat worden of dit veroorzaakt wordt doordat de oceanen nu in een "heat release mode" zitten omdat ze nu minder zonne-energie aangeleverd krijgen.
We hebben nog ca. 3 graden te gaan voordat we op het Middeleeuwse-Warme-Periode-maximum zitten en nog ca. 4 graden totdat we op het Roman Warm Period maximum zitten.
Harrie, Vlieggek,
Volgens mij is dit helemaal off topic, maar wel erg interessant.
Vraag aan jullie. Spencer wijst inderdaad naar warme oceanen, maar die anomalie is volgens hem zelf maar 0,2 graad. Daarmee kom je nooit op de gerapporteerde 0,78 graad. Moet dus toch iets "land-based" zijn en waarschijnlijk op zuidelijk halfrond. Enig idee?
Voor degenen die de bron niet kennen: http://www.drroyspencer.com/
we zitten nu op het maximum van een El Nino El Nino en de tropen zijn sterk bepalend voor de globaal gemiddelde temperatuur. Grote El Nino = hogere globale atmosfeertemperatuur.
Op het Noordelijk Halfrond zien we nu weliswaar koud weer in de bewoonde gebieden, maar relatief warm weer op de Noordpool en in Noord Canada. Dit hangt allemaal samen met andere luchtdruk- en dus stromingspatronen. Die andere luchtdrukverdeling wordt gekwanitificeerd in wat we de Arctische Oscillatie noemen, welke een indicator is voor veranderingen in luchtdruk tussen polen en middelbare breedtegraden. Het effect is dat sommige gebieden kouder worden en andere warmer. Maar het netto effect van de Arctische Oscillatie op temperatuur is daarom niet groot, het is simpelweg een verplaatsing van warmte en koude.
In zekere zin doet El Nino hetzelfde, alleen dan niet in atmosfeerstromingen maar een tijdelijke verplaatsing van warmer oceaanwater naar het oppervlak. Netto draagt El Nino niet zoveel bij aan de globale energieinhoud. Je ziet een El Nino dus ook niet heel goed terug in bijvoorbeelde de globale Ocean Heat Content, daar waar je een El Nino wel terug ziet in de troposferische temperatuur. Zie 1998. Maar zodra El Nino weer afzwakt verdwijnt ook de atmosferische opwarming razendsnel. Zie ook 1998.
Kniesoor,
Ik weet niet wanneer Rype ons eraf gooit omdat we Off Topic blijven :-). Heel effe dan; ik ben maar een eenvoudige vliegtuigchauffeur die wat van het weer moet begrijpen om z'n vrouw en kinderen weer te zien. Maar de hoeveelheid energie in water is per m3 water 1000 maal dichter als in een m3 lucht (als de massa aan energie gekoppelt mag worden), dat zou toch voldoende moeten zijn voor een afwijking zoals nu wordt waargenomen?
Iemand een beter idee (misschien op een ander draadje…)?
Rypke, "…want in de natuur is nog nooit aangetoond dat door ‘extreme weather events, wat dat ook moge zijn een beest uitstierf in de laatste 25 jaar. …"
Ik ken minimaal 1 soort die uitgestorven is door extreem weer: Cozumel Thrasher (een gemeen kijkende lijster met een kromme bek) , een endemische vogelsoort van het eiland Cozumel voor de kust van Cancun, Mexico.
De soort kreeg klappen door de orkanen Gilbert in 1988 en in 1995 door Roxanne (zelf heb ik tevergeefs gezocht in 1995 een maand voordat Roxanne langskwam) en hoewel er nog een paar ex. werden gezien eind jaren 1990 werd na Emily en Wilma in 2005 de soort niet meer aangetroffen, hoewel er nog onbevestigde waarnemingen zijn uit 2006 en 2007 (waar men skeptisch over is).
Nu wil ik in het midden laten of GW meer orkanen veroorzaakt of dat bovengenoemde orkanen de enige oorzaken waren (bij uitsterven is het vaak een combinatie van), maar een toename van orkanen in het Caraibisch zou wel degelijk een negatief effect kunnen hebben en bovenstaande soort kan als voorbeeld worden gebruikt van uitsterven van diersoorten de laatste 25 jaar door "extreme weather events".
Vlieggek,
Ik open het onderwerp wel in de off topic link dump, zie daar mijn antwoord.
Beste jvdlaan
Ik maakte net al even een reactie maar verloor de tekst
daarom nu even kort. Uiteraard kunnen extreme weerincidenten invloed hebben op de overleving van met name endemische soorten op kleine eilanden (naast andere stressfactoren kan het een genadeklap zijn) Het is ook niet toevallig dat Thomas et al zo'n aandacht toont voor endemen. Al zijn de meeste uitsterfevents op dat vlak te wijten aan invasieve soorten (guam, mauritius, seychellen)
En kijk op de bodem van de Noordzee waar de uitgestorven mammoeten liggen, mede dankzij veranderend klimaat. Soorten komen en gaan zo, een deel van de vogeltrekpatronen is ontstaan in reactie op de ijstijden
Het is vooral de gepresenteerde methodiek van gebrekkige modellen en wilde claims die het huidige biodiversiteit/klimaatonderzoek een ongeloofwaardig randje geeft, en soms krijg je de indruk dat natuurclubs via het klimaatverhaal hun verantwoordelijkheid willen ontlopen. Wnat met zo'n vage global driver heb je een zondebok waar je alles op kunt afwentelen zonder ooit je eigen conservation praktijk ter discussie te stellen
Wat de link AGW en orkanen betreft kun je goed terecht bij Roger Pielke's blog, hier op de site aangegeven. Hij maakt er studie van en heeft ook bericht over onderzoekers van de Universiteit van Florida die als deskundige aan het IPCC-proces deelnamen maar daar uit stapten omdat zij de link tussen AGW en orkanen nuanceerde. De orkaanenergie verloopt namelijk in cycli en zat afgelopen jaar juist in een dieptepunt. Chris Landsea moet je in dit verband maar eens googlelen
als aanvulling nog even
weerincidenten zijn iets anders als klimaat, en de IUCN red list geeft geen uitsterven aan door weerincidenten, wel door boskap enz
en Chris Landsea nuanceerde IPCC-beweringen, maar kreeg onvoldoende de ruimte en werd door superieuren tijdens perspresentaties voor lul gezet (zijn chef hield een typische Al Gore preek, wat lijnrecht stond tegenover Landsea's onderzoek)
Wat mij betreft mag de uitkomst van Climategate worden dat je niet meer wij tegen zij, of dit of dat hebt, en allerlei zwartwitgedoe. Natuurlijk hebben mensen ook invloed op (lokaal, regionaal) klimaat via landgebruik, alles heeft invloed op alles
Ik raak alleen wat vermoeid van dubieuze campagnewetenschap en ik geloof dat ik daar inmiddels niet alleen in sta
Misschien kunt ge ook eens een onderzoek doen naar het gebruik van de term 'likelihood'. De classificatie van het IPCC (rather likely >60,33%, very likely > 90%, etc…) suggereert dat het om statistische likelihoods gaat. Maar ik vermoed dat almost certainly (> 99,99%) geen enkele (<= 0%) likelihood in het IPCC rapport een statistische likelihood is en alleen maar door de auteurs uit de losse mouw geschudde 'judgmental likelihoods'. Die cijfers worden er alleen bijgegeven om het geheel een quantitatieve en dus solide indruk te geven. Volksverlakkerij dus.
statistische likelihood is en alleen maar door de auteurs uit de losse mouw geschudde 'judgmental likelihoods'.
Die cijfers worden er alleen bijgegeven om het geheel een quantitatieve en dus solide indruk te geven. Volksverlakkerij dus.
Het IPCC baseert zich met name op hun computermodellen voor het bepalen van de temperatuurstijging als gevolg van CO2 uitstoot door de verbranding van fossiele brandstoffen. Hoeksteen in deze modellen is de volgende aanname: de halfwaarde tijd van CO2 in de atmosfeer bedraagt minimaal 200 jaar. Uit fysisch onderzoek in de 60 en 70 er jaren aan de hand van 14C en 13C is vast komen staan dat deze tijd ergens tussen de 2,5 en 10 jaar ligt, gemiddeld 7 jaar. Alleen met een lange halwaardetijd als 200 jaar of meer kunnen de modellen werken met een positieve feedback. Zou een halfwaardetijd van 7 jaar in de modellen als uitgangspunt genomen worden, gaan de temperaturen als een speer omhoog. Probeer maar eens een Nyquist diagram te maken van een systeem met positive feedback en een korte tijdconstante. Maw: de aannames waarop de modellen gebaseerd zijn, zijn fysisch ondeugdelijk. Daarmee vervalt ook de hele AGW hypothese.