Gastblog van Dr. Ir. Frans Dijkstra

Stijging van de zeespiegel is een van de nachtmerries die alarmisten de bewoners van de Lage Landen proberen aan te praten. Al Gore visualiseert het handig in zijn film ‘An inconvenient truth.’ Een van zijn grootste volgelingen in Nederland, GroenLinks politica Femke Halsema, heeft het zinnetje ‘anders lopen we met zijn allen onder water’ tot een van haar vaste oneliners gemaakt. Het ipcc meldt in zijn rapport van 2007, dat de zeespiegel van 1961 tot 2003 1,8 mm per jaar steeg, en dat de snelheid van 1993 tot 2003 groter was. Verder stelt het ipcc met “hoge betrouwbaarheid” vast, dat “de snelheid van de zeespiegelstijging is toegenomen van de negentiende naar de twintigste eeuw.” In de aanloop naar de klimaatconferentie legden het Britse Met Office en de Royal Society er nog een schepje bovenop door te beweren dat ‘er toenemende aanwijzingen zijn van een voortgaande en versnellende zeespiegelstijging over de hele wereld.’

Tijdens de ClimateGate hearing voor het Britse parlement kwam op 1 maart 2010 naar voren, dat dit zeer misleidende claims zijn. De zeespiegel stijgt inderdaad, maar dat doet hij al 150 jaar met een paar millimeter per jaar, en de stijging is de laatste 100 jaar niet sneller geworden. Een verband tussen de uitstoot van broeikasgassen en de zeespiegelstijging is niet aantoonbaar.

Om iets te zeggen over de ontwikkeling van het zeeniveau beschikken we over twee soorten gegevens: metingen aan de kust met vaste peilschalen en metingen vanuit satellieten. Met peilschalen meet men de stijging van het zeeniveau ten opzichte van het land. Het land kan ook stijgen of dalen. In Nederland en Zuid-Engeland daalt het land een beetje, maar in Schotland en Scandinavië stijgt het land. Dat komt, omdat de rotsbodem in Noord-Europa nog steeds bezig is op te veren door het verdwijnen van de ijskap na de laatste ijstijd. Het combineren van alle datasets tot een wereldwijd beeld van de zeespiegelstijging is een lastige klus, en dit biedt uitgebreide mogelijkheden voor cherry picking en andere manipulaties. Het zal mij niet verbazen, als hierover in de nabije toekomst net zulke disputen ontstaan als op dit ogenblik over de gemiddelde wereldtemperatuur.

Hieronder meer….

zeespiegelgrafiek

Satellieten kunnen het zeeniveau onafhankelijk van het land meten. Men zit daarmee op de grens van wat de instrumenten kunnen onderscheiden, en er is een heleboel statistiek nodig om tot een gemiddeld beeld te komen, maar het levert mooie gegevens op van de zeespiegelstijging vanaf december 1992. De data zijn op internet te vinden, waar ze met een vertraging van 3 à 4 maanden worden bijgehouden.

Bovenstaande figuur brengt de meest actuele cijfers in beeld. Duidelijk is te zien, dat de zeespiegel jaarlijks op en neer gaat en dat de trend stijgend is. Eind 1997 was er een snelle stijging, maar die werd in 1999 weer te niet gedaan. De dikke lijn in de grafiek is een trendlijn volgens een vierdegraads polynoom. Deze trendlijn geeft de beste ‘fit’, maar het verschil met een lineaire trendlijn is statistisch niet significant. De trendlijn lijkt de laatste 5 jaar iets minder steil te lopen dan van 1998 tot 2002, maar dat is geen significant verschil. Zeker is wel, dat trendlijn niet steiler gaat lopen. Er is dus geen sprake van ‘versnellende zeespiegelstijging over de hele wereld’ zoals het Met Office en de Royal Society in Kopenhagen stelden. We kunnen dat ook minder beleefd zeggen: de 10.000 afgevaardigden zijn op dit punt in Kopenhagen keihard voorgelogen. De gemiddelde zeespiegel stijgt volgens deze satellietgegevens met een vrijwel constante snelheid van 2,9 mm per jaar.

De commissie Veerman heeft een plan gemaakt om Nederland te beschermen tegen het in de toekomst verwachte zeeniveau. Daarvoor heeft hij de bovengrens genomen van de IPCC-ramingen: een zeespiegelstijging van 59 cm in het jaar 2100. Veerman heeft daar voor alle zekerheid nog een flinke marge bovenop gelegd. Veiligheid is nu eenmaal een groot goed, en dat mag wat kosten. Hij wil daarom rekening houden met een zeespiegelstijging van 65 tot 130 cm. Bij een stijging van 2,9 mm per jaar kunnen we met het plan van de commissie Veerman 450 jaar vooruit. Er is dus geen reden om te vrezen, dat we snel ‘met zijn allen onder water zullen lopen’. Ik heb Femke Halsema geconfronteerd met deze gegevens, en haar geadviseerd om deze oneliner uit haar repertoire te schrappen. Haar fractiewoordvoerder antwoordde mij in een vriendelijke brief, dat duizenden wetenschappers van het IPCC van mening zijn, dat Nederland overstromingsgevaar loopt als gevolg van klimaatverandering, en dat de oneliner van Femke Halsema dus terecht is.

Hoe kunnen die ‘duizenden wetenschappers van het IPCC’ beweren, dat de zeespiegel van 1993 tot 2003 sneller steeg dan van 1961 tot 2003? Dat doen ze door twee verschillende datasets met elkaar te vergelijken. [i] David Woodhouse geeft daarvan een scherpe analyse in een artikel ‘Sea Level Shenanigans (zeeniveautrucjes). Uit metingen met peilschalen heeft men een grafiek geconstrueerd van de zeespiegelstijging sinds 1880. Die grafiek vertoont van 1910 tot 2003 een vrijwel constante stijging van 1,8 mm per jaar. Uit satellietmetingen volgt van 1993 tot 2003 een vrijwel constante stijging van 2,9 mm per jaar. Dat is meer dan 1,8, maar het is op een andere manier gemeten. Binnen dezelfde dataset wordt geen versnelling van de stijging gevonden. Deze claim van het IPCC is dus misleidend: het is een klassiek geval van vergelijking van appelen met peren.

Net zo misleidend is de claim, dat ‘van de negentiende naar de twintigste eeuw de zeespiegelstijging is toegenomen.’ Deze woorden zijn zorgvuldig gekozen, want in letterlijke zin [ii] zijn ze waar: van 1880 tot 1910 steeg de zeespiegel volgens de metingen met peilschalen 0,9 mm per jaar, tegen 1,8 mm van 1910 tot 2003. Er is dus inderdaad aan het begin van de twintigste eeuw een versnelling gemeten, maar de suggestie dat dit iets te maken had met door mensen veroorzaakte klimaatverandering is fout: in de hele verdere twintigste eeuw, toen volgens de IPCC-doctrine de mens het klimaat ingrijpend begon te beïnvloeden, steeg de zeespiegel in hetzelfde tempo van een paar millimeter per jaar.

Het IPCC heeft al moeten toegeven, dat de gletsjers niet zo snel smelten als was beweerd. Na Glacier Gate kwam Disaster Gate: de schade door klimaatrampen is niet toegenomen. Malaria Gate hadden we al eerder: er is geen enkele relatie tussen klimaatverandering en de verspreiding van ziekten. Wel tussen DDT-gebruik en malaria, maar dat is iets anders. Nederland ligt ook niet voor 50% beneden de zeespiegel, en het is uit de lucht gegrepen, dat de landbouwopbrengsten in Afrika binnen 10 jaar met de helft zullen afnemen.

Sea Level Gate kunnen we noteren als de volgende fout in de IPCC-rapporten. De beweerde versnelling van de zeespiegelstijging wordt niet door waarnemingen bevestigd, en er is geen enkele relatie tussen de waargenomen zeespiegelstijging en de uitstoot van broeikasgassen.

Dr. Ir Frans Dijkstra (1946) studeerde scheikundige technologie in Delft van 1964-1970 en promoveerde in 1976 over het kweken van paddestoelenmycelium. Vanaf 1979 was hijbeleidsmedewerker geweest bij het ministerie van onderwijs. Eerst onderzoekbeleid (1979-1984), toen toekomstverkenning hoger onderwijs (1984-1989) en daarna hoofd van de afdeling beleidsanalyse en informatie wetenschappelijk onderwijs (1989-2003) en tenslotte na fusie van directies hoofd van de afdeling beleidsanalyse hoger onderwijs (2003-2007).  Sinds 2008 leeft hij in Ommen als vrij man en houdt hij zich intensief bezig met het klimaatvraagstuk.

[i] Groen Links geeft hier blijk van de veel gehoorde misvatting, dat de beweringen in de IPCC-rapporten door duizenden wetenschappers zouden worden ondersteund. In werkelijkheid wordt elk hoofdstuk door een enkele tientallen auteurs geschreven, en voorgelegd aan hoogstens een paar honderd reviewers per hoofdstuk. Onder die ‘wetenschappelijke reviewers’ zijn tientallen regeringsvertegenwoordigers en leden van lobbyclubs. De eindredactie ligt bij een of twee hoofdauteurs, die commentaren van de reviewers kunnen verwerpen, als hun dat beter uitkomt. Nadat de ‘duizenden wetenschappers’ op deze manier hun werk hebben gedaan worden de hoofdstukken zo nodig nog herschreven door het bureau van het IPCC om tegenspraak met de eerder gepubliceerde samenvatting voor beleidsmakers te voorkomen.

[ii] Dat komt bij het IPCC veel vaker voor: de zinnen worden zorgvuldig geformuleerd, zodat ze net niet onwaar zijn, maar bij de lezer wel een indruk wekken die niet in overeenstemming is met het bewijsmateriaal.