Binnen de ecologie bestaat een groeiende naar elkaar verwijzende klimaatliteratuur, die geen nieuwe veldgegevens inbrengt waarin een onomstotelijk verband wordt aangetoond tussen biodiversiteitsontwikkelingen en temperatuurverandering van enkele honderdste graden per generatie van een soort. Maar die desondanks suggereert, in de samenvatting dan en de conclusies, het ei van Columbus te vinden. En waarbij onwetenschappelijk taalgebruik domineert als ‘dramatic’, en ‘detrimental Climate Change’, met een afsluitend beroep op de politiek.

Alle wegen leiden naar Thomas
Alle wegen leiden naar Rome, en alle klimaatastrologie verwijst naar Chris Thomas zijn wilde voorspellingen in Nature in 2004, maar ook de Huntleys in deze wereld en de Robinsons kunnen er wat van. Een voorbeeld. Thomas et al in 2004 wordt als enige bron aangehaald in de Stern Review als impact voor biodiversiteit. Terwijl ons land bijvoorbeeld wereldwijd voorop loopt in biologische gegevensverzameling, en die zelfs hier al door een handvol enthousiastelingen plaatsvindt: dus hoe kun je dan wereldwijd zulke claims doen? Precies..

De Millenium Ecosystem Assessment van de VN leunt ook weer op Thomas, en de paper die Rik Leemans me gaf: ‘Travelling through a warming world: climate change and migratory species’van Robert Robinson, Brian Huntley en Chris Thomas verwijst weer naar… Chris Thomas en de Millenium Ecosystem Assessment. Ook het IPCC verwijst, tegen haar officiële deadline in naar de Stern Review voor de kosten, en 18 maal naar Chris Thomas, en weer naar het Millenium Ecosystem Assessment.

Klimaat bedreigt 100 procent..
De lezers van dit blog kennen mijn eerdere bespreking van Robinson’s eco-astrologie, en die van Thomas en Huntley. Robinson voorspelt de doem van alle trekvogels, louter op basis van voorkomen in gebieden die van nature vogelrijk zijn maar die ‘zouden getroffen kunnen worden’door ‘de klimaatverandering’, wat dat ook moge zijn. Want niemand kent de regionale effecten van een globale temperatuurstijging van enkele tiende graden, laat staan dat de invloed van de mens in dit niet te achterhalen effect valt te achterhalen.

Bioblub
Men voert enkele willekeurige aantalsontwikkelingen in bij een biogeografisch model. Vervolgens vereenvoudigt men plant en diersoorten digitaal tot ‘bioblub’ . Vervolgens verschuift deze bioblub één op één met temperatuur (klimaatenvelop) in grove blokken van minimaal 20 bij 20 kilometer. Men negeert alles dat iedere soort tot een soort maakt, inclusief voedselkeuze, aanpassing, habitat, en neemt aan dat waar de soort nu zit, dit zijn optimum is.
En vervolgens verliest de wereld tientallen procenten van haar biodiversiteit. Thomas komt op zijn dramatische voorspellingen voor 2050 door alleen de soorten mee te nemen die hun areaal inkrimpen, en door de nadruk op endemen te leggen. Dat zijn soorten in een klein verspreidingsgebied, die nu al tegen hun grens aan lopen.

‘The claims about my extinction have been greatly exaggerated’
Ondertussen is eigenlijk nog nauwelijks bekend hoeveel diersoorten er zijn, laat staan hoe deze reageren op temperatuurverandering van tot nu toe 0,6 graden in een eeuw. Zoals Robinson toegeeft is die verandering ‘niet uniek in de geologische geschiedenis’, maar áls de voorspellingen uitkomen….Als een hond een koe zou worden kreeg hij uiers. Wat heeft de wetenschap hier nu aan? En de natuurbescherming, in een eeuw waarin de bevolking naar 9 miljard groeit. Tot nu toe kunnen veel wetenschappers alleen maar de slachtofferrol innemen bij kritiek, van ‘wij beschaafde intellecten die door de schreeuwers worden aangevallen’. Is dat terecht?

Activistentaal
Zo verwijst een select clubje eco-astrologen naar elkaar in wetenschappelijke publicaties en bureaucratenrapporten waardoor iedere keer het bewijs lijkt te groeien, zonder dat iemand ook maar een biologische verklaring geeft. De ‘als dit gebeurt dan gaat misschien dit’-studies overheersen. De opbouw van die papers is standaard. Men schetst hoe prachtig een bepaald aspect van de natuur is, roept dan iets over bedreigingen door ‘de klimaatverandering’zonder te specificeren wat men hier bedoelt, en stelt dat dit ‘detrimental’en dramatic is.

Baas
Eigenlijk zijn we nog steeds niets verder dan 1999, toen Pieter Baas van het Nationaal Herbarium zijn paper publiceerde in Biodiversity and Conservation: ‘Effects of climate change on biodiversity: a review.
Baas stelt in 1999

‘Climate Change poses a potential threat to the earths biodiversity. In comparison to threats by other human-induced environmental changes, landcover use, direct effects of recent climage change on biodiversity will be slow and difficult to measure, but the processes are global and irreversible. Moreover, climate chan ge will exacarbate the stresses already imposed on the environment in a fragmented landscape. For example, in a, species MAY BE unable to move to a climatecally more favorable environment.’

Aan die stelling heeft niemand nog iets van substantiele kennis toegevoegd, de Leemansen, Thomassen, Huntleys en Robinsons hebben deze suggestie hooguit in andere woorden herhaald, omkleed met nieuwe vaktaal en if’s en ‘maybe’s.

Als een hond een koe was
Ja, áls de wereldtemperatuur in één eeuw met zes graden verandert, zal dat een serieuze impact hebben op biodiversiteit, omdat soorten in al versnipperde gebiedjes worden gedwongen tot migratie.
Maar

    • a. Daar kun je geen natuurbeleid op voeren

 

    b. de huidige eco-astrologie, zoals bedreven door mensen als Chris Thomas, Brian Huntley en Robert Robinson helpt wel carrières vooruit, maar niet de natuurbescherming. Het spaarzame onderzoek dat wél een biologische verklaring vindt, zoals Christiaan Both met zijn rupsenpiek en vliegenvangers wordt dan ook meteen honderden malen hergeciteerd. Gegevensarmoede heet dat.

Waarom grijpt niemand in de wetenschappelijke wereld in, om dit vaak geciteerde onderzoek te relativeren. Ik bedoel dan onderzoek van digitale eco-astrologen, niet mensen als Baas, die gewoon integer zijn, en mensen die op basis van nieuwe veldgegevens onderzoek: want natuurlijk zijn er klimaateffecten, en als je die met veldonderzoek aantoont: prachtig.

Betonplaza
Baas is oprichter van de Partij voor de Planten, omdat deze ondergewaardeerd blijven in het huidige biodiversiteitsbeleid. De trend bij burgers en architecten is om alle tuinen te vertegelen. Een klimaatmodelleerder zal met de huidige stand van kennis een correlatie zien met temperatuur, en vervolgens de vertegeling als klimaateffect meerekenen: ‘its worse than we thougt’.

Baas wijst op de vertegeling van tuinen, die meer biodiversiteit verdrijft dan een tiende graad doet.
Je ziet die betonnisering zelfs bij de nieuwe huisvesting van Sovon Vogelonderzoek, klimaatalarmistisch instituut dat de ondergang van trekvogels door klimaat voorspelt maar zelf zitting neemt in ‘Natuurplaza’, een van iedere groenvoorziening ontdane glas en betonconstructie.

De naam is niet ironisch bedoeld, maar geeft wel de trend aan die meer impact op biodiversiteit kan hebben, en via het stadseffect ook op de temperatuur dan CO2. Met een paar tiende graad extra kan een vogel nog steeds vier eieren leggen, maar dan misschien een dag eerder. Zonder habitat kan hij niet eens een nest bouwen. Of is de architect hier ook door De Klimaatverandering beinvloed? Ik denk wij allemaal wel een beetje.