Vierhonderd jaar zonnevlekken

Vierhonderd jaar zonnevlekken

Niet alleen geologisch onderzoek wijst op een naderende afkoeling; ook het gedrag van de zon wijst in die richting. Volgens Habibulla Abdussamatov van het Pulkovo Observatorium in Rusland kunnen  we een nieuwe Kleine IJstijd verwachten rond 2042, plus of min 11 jaar op basis van de variatie in zonnestraling over de laatste 7500 jaar.

In de discussie over de invloed van de zon gaat het heel vaak over 11-jarige zonnevlekkencyclus en hun effect op het aardse klimaat. Daaronder ligt echter een veel langere golfbeweging met een frequentie van 200 jaar van de zonnestraling op aarde (TSI, total solar irradiation), die vermoedelijk samenhangt met de diameter van de zon. Van de aarde af is deze niet goed te meten. Daarom gaat binnenkort het Astrometria-project van start, een samenwerking van Rusland en Oekraïne, waarbij meetapparatuur op het internationale ruimtestation ISS wordt geinstalleeerd.

De tweehonderdjarige cyclus, Grand-2, heeft volgens Abdussamatov een veel grotere invloed op het klimaat op aarde dan de 11-jarige cyclus van zonnevlekken. Sterker nog, hij is bepalend voor de intensiteit en duur van zonnevlekkenmaxima en –minima. In zijn opgaande beweging zorgt hij voor ‘global warming’, in zijn neergaande beweging leidt hij tot een Kleine IJstijd. In de afgelopen 7500 zijn er niet minder dan 18 van deze Kleine IJstijden geweest.

Volgens Abdussamatov staan we nu aan begin van zo’n nieuwe neergaande beweging. Hij leidt dat af uit de verlenging van laatste zonnevlekkenminimum en de veranderingen in de diameter van de zon; beide signalen dat de TSI afneemt. Als gevolg daarvan gaat de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid zonnestraling als sinds halverwege de jaren negentig omlaag, waardoor een nieuwe Kleine IJstijd zich aankondigt. Iets dat hij overigens al in 2003 voorspelde, maar nu nog beter kan onderbouwen. Wat in ieder geval duidelijk is, zo zei hij tot slot, is dat klimaatverandering niet door de mens wordt bestierd.