Minder vlees eten? of meer intensieve landbouw? Volgens het FAO-rapport dat dieractivisten citeren juist het laatste

We zijn inmiddels bekend met het magische 18 procent getal: het door vele activisten én politici geclaimde aandeel van de veehouderij in de totale antropogene uitstoot van broeikasgassen. Met vaak als toevoeging ‘groter dan de transportsector’. En daarna de uitroep: eet minder vlees, terwijl welvarende mensen juist sterk hechten aan dierengerechten.

Alle wegen leiden tot FAO
Net als veel claims over God zijn te herleiden tot de Bijbel, citeert iedere vleesactivist zijn getallen, in dit geval 18 procent uit het FAO-rapport Livestock’s Long Shadow uit 2006. Net als bij theologen die hun beweringen op bijbelcitaten baseren, moet je ook hier vooral opletten, omdat iedereen citeert naar zijn eigen interpretatie en motivatie.

FAO pleit juist voor verdere intensivering
Met het zelfde rapport in de hand kun je namelijk ook pleiten voor méér intensieve veeteelt. Dit is namelijk wat de auteur, een Duitse agro-econoom doet, en juist dit advies hebben media het meeste genegeerd

‘This high level of emissions opens up large opportunities for climate change mitigation through livestock actions. Intensification- both in terms of increased productivity both in livestock production and in feedcrop agriculture- can reduce greenhouse gas emissions from deforestation and pasture degradation.’

Voor wie gelooft dat kleinschalige traditionele landbouw het paradijs op aarde brengt, zoals de 100-hooglerarenpetitie onder aanvoering van de ex-voorzitter van Wakker Dier, klinkt dit mogelijk als een schok. Lees dan nog even mijn vorige posting ‘de ballade van de agro-ondernemer.’ De crux ligt namelijk steeds bij landgebruik, en de meeste aannames hierover zijn vaak discutabel.

Gij zult niet barbecuen
De Dierenpartij gebruikte het percentage uit het FAO-rapport om vegetarisme te bepleiten, onder andere via de film Meat the Truth . Het Planbureau voor de Leefomgeving , grootleverancier van arbeid aan het klimaatpanel IPCC wierp zich daarna op als Nationaal Dietist , met advies voor consuminderen. Alles voor onze kindskinderen, de klimaatmetaforen voor wat arme kindjes in Afrika vroeger waren voor de zendingsbus.

Vleeshoroscoop
Het Planbureau bracht een rapport uit, Vleesconsumptie en Klimaatbeleid, waarin ze met het door Rik Leemans mee-ontwikkelde IMAGE-model voor landgebruik berekenden hoe landgebruik kon verminderen met afname van vleesconsumptie.

Omdat alle aandacht tot nu toe uitging naar technische oplossingen, wilde het Planbureau berekenen wat bekering tot vegetarisme zou opleveren. Zij stellen dat je 2800 miljoen hectare gras- en akkerland kan besparen door de hele wereld tot het vegetarisme te bekeren.

Klimaatbelang van landomzetting
Zoals ik gisteren al aangaf naar aanleiding van de studie van Jennifer Burney, beschouwen klimaatrekenaars omzetting van bos in landbouwgrond als één van de grootste antropogene oorzaken van CO2-emissie. Het IPCC hanteert minimaal 50 procent van het totaal aan CO2-equivalenten (dat is de broeikaspotentie van álle broeikasgassen (CH4 N2O enz, vertaald naar CO2).

Ook het FAO-rapport claimt dat de helft van de 18 procent komt van omzetting van bos in landbouwgrond. De rest komt vooral dankzij CH4 uit koeienscheten (enteric fermentation) en mest. Ongeveer 1 procent van het wereldenergieverbruik zou naar transport van veeteeltproducten gaan.

Lees verder dan de samenvatting
‘Daarnaast staat ongeveer 80% van de mondiale landbouwgrond ten dienste van veeteelt.’ Zo schrijft het Planbureau in de samenvatting. Dat getal klinkt zonder context bijzonder imponerend, en dus geknipt voor journalisten, maar juist de context vertelt hier het verhaal.

Foute aanname 1: niet alle weidegrond =de zelfde landbouwgrond
Het FAO-rapport stelt namelijk dat 1/3 van de landbouwgrond (11 procent mondiale landoppervlak is landbouwgrond) wordt gebruikt voor voedsel voor vee, dus ongeveer 4 procent. En dat 26 procent van het ijsvrije land wordt gebruikt als weidegrond. Dus samen kom je op 30 procent van alle land.

Het overgrote deel van die 26 procent is echter geen intensieve weidegrond zoals wij die kennen, maar extensief, zoals schapen in de Highlands in Schotland (dat beschouwen we als natuurgebied), frisse alpenweides waar Heidi en Peter ronddartelen met hun Milkakoe, of de ponies in IJsland: vakantiegebied. Of wat de Masai op de Savanne in Kenia voor toneel opvoeren, als de toeristen hun camera pakken.

PBL’s paradijsmythe
De fout van het PBL en de gebruikte modellen als IMAGE en BIOME, is dat zij uitgaan van een wetenschappelijk verpakte paradijsmythe: vóór veeteelt zou het gebied zich in een climaxstadium bevinden, waar maximale koolstofvastlegging plaatsvond.

Dus het ultieme oerbos, de ultieme grassteppe enz, maar die aanname is erg onwaarschijnlijk. Niet alle graasgrond is ontstaan uit platgebrand bos. Een voorbeeld: juist de grassteppen in de Sahel, maar ook de Amerikaanse Great Plains zijn in gebruik als weide- en respectievelijk landbouwgrond. Die graslanden nemen veel meer CO2 op dan gedacht , en vooral oud bos neemt veel minder CO2 op dan jonge vegetatie. Oerbos is zelfs een netto CO2-emitter, waar door rotting meer vrijkomt dan er in gaat.

Foute aanname 2: Niet alle veeteelt is vlees
En als laatste kun je nog vaststellen, dat slechts een marginaal deel van de grond voor veeteelt ook exclusief wordt gebruikt voor vleesproductie. De 2800 miljoen hectare die het Planbureau aanhaalt slaat dus op de totale uitroeiing van iedere vorm van veeteelt, dus ook alle schapengrond in Ierland vakantieland en de Highlands. Terwijl het veen daar mogelijk meer CO2 vastlegt dan het oorspronkelijke coniferenbos van Scotts Pine. Zoals zo blijkt is die Ierland-vergelijking belangrijk, om de context verder te visualiseren.

Foute oplossing
Waar volgens het FAO-rapport vooral verlies van koolstofvastlegging plaatsvindt is juist op overbegraasde marginale grond, die 20 procent van het totaal uitmaakt. Gedegradeerde bodem legt minder vast, én door die degradatie zijn boeren steeds weer gedwongen om meer nieuwe grond om te zetten in laag productieve weide. Juist bodemdegradatie is vijand nr1 van de landbouw in Afrika, én oorzaak van steeds verdere ontginning (en dus emissie van CO2, zie ook Pedro Sanchez in Nature Geoscience 24 mei)

Het FAO stelt:
Armoede dwingt mensen tot primitieve veeteelt op marinale grond en daardoor tot verdere ontginning. Ze hebben geen keus.
pp 268

‘As lifestock rearing does not require formal education, or large amounts of capital, it is often the only economic activity accessable to poor people in developing countries. IN many marginal areas of developing countries, livestock production is an expression of the poverty of people’

Primitieve veeteelt op ongeschikte grond zorgt voor de meeste landdegradatie. Juist door landbouwintensivering op de juiste plaatsen en het stimuleren van een moderne economie kun je dit soort situaties opheffen. De aandacht zou dus moeten gaan naar intensivering van landbouw als kosteneffectief middel voor klimaatmitigatie. Dat spaart miljoenen hectares land. Ook de Groene Revolutie sinds 1960 spaarde al een grondoppervlak ter grootte van de Verenigde Staten.

Europese landbouwemissie neemt AF
Voor de vruchten van landbouwmodernisering kunnen we het beste Europa hier weer als uitgangspunt nemen. IN Europa nam bij een toenemende vleesconsumptie sinds 1990 namelijk de CO2-emissie door landbouw AF van 11 procent in 1990 naar 9,2 in 2007.

Zie dit EU-rapport. (de transportsector doet het voor 19 procent) Van die 9,2 procent is slechts 1/3 afkomstig van koeienscheten, 1/5de van mest. Dus de veeteelt draagt maar voor 4 procent bij aan ons emissiepotentieel, en dat blijft DALEN, al kun je een deel natuurlijk toeschijven aan verplaatsing van productie.

Ierse schapen schijten veel methaan

Alleen Ierland, met haar schapenteelt op extensieve vakantiegrond zou dankzij de schapenscheten relatief veel methaan uitstoten. Ook is de hoeveelheid vee gedaald met 25 procent ten opzichte van 1990.

Intensivering levert energie op
Bij intensieve landbouw, heb je veel meer controle over je in en uitgansstromen. Mest en scheten zijn geen ‘emissies meer’maar energiebronnen via vergisting. Varkens leveren alleen al qua lichaamswarmte 80 watt op, dus een flinke gloeilamp.

Maar kijk vooral naar het aandeel landbouwemissie in een moderne samenleving. De veeteelt zorgt maar voor 3 procent van broeikasgasemissies en dit aandeel blijf dalen. Dat zou de rest van de wereld ook kunnen doen.

Dat veeteelt meer uitstoot dan transport is dus…
Bullshit, precies. Dat we dus beslist minder vlees moeten eten, is alleen waar wanneer je de landbouwmodernisering uit de vergelijking weglaat. Je hoeft ‘het klimaat’niet als nieuwe stok te gebruiken als manier om een Linkse Eurocratenideologie bij mensen door de neus te boren, zoals Angela Copper nog deed op de Greenweek:

Put down the steak knife, flip off lights, insulate homes, turn down the thermostat or air conditioner, avoid air travel and park the car as much as possible.”

Wakkere dieren
Toch. Alle kritiek die Marianne Thieme kreeg na verschijnen van Meat the Truth vind ik een beetje overtrokken. Bij haar zijn de ware intenties tenminste duidelijk: als iedere vegetarier wil zij zieltjes winnen en dus gebruikt ze getallen naar eigen inzicht. Thieme doet geen enkele poging om de schijn van neutraliteit te wekken.
Maar het Planbureau claimt ons nationaal wetenschappelijk geweten te zijn, terwijl naar mijn inzicht dit planbureau ook door ideologie bevangen is. Een geloof waarmee je natuurwetten overwint, zoals je dat ook bij VROM ziet en haar hardnekkig vasthouden aan grootschalige windenergie. En waarbij je percentages mag opblazen, om mensen voor je geloof te winnen.

Is het na de kindjes in Afrika werkelijk nodig om ongeboren kindjes over een eeuw alvast te beschermen op basis van aannames, die nu al achterhaald zijn?