AMSTERDAM – De Nederlandse overheid en Nederlandse bedrijven spelen een belangrijke rol bij projecten die op een dubieuze manier grote hoeveelheden CO2-emissierechten genereren. Dit blijkt uit een overzicht van de klimaatcommissie van de Verenigde Naties, die een onderzoek instelt.

Naast het ministerie van VROM zijn in Nederland de Rabobank, Fortis en Nuon bij de CO2-handel betrokken. Ook in Nederland actieve energiemaatschappijen als RWE, Eon en Electrabel nemen deel in de projecten.

De projecten vallen onder de paraplu van het Clean Development Mechanism (CDM), een onderdeel van het Kyoto Protocol waarmee westerse landen de eigen uitstoot van broeikasgassen op peil kunnen houden, als ze door investeringen in ontwikkelingslanden de uitstoot daar kunnen terugbrengen.

Tweeduizend projecten

Het betreft onder meer investeringen in windmolens, stuwdammen of het zuiniger maken van een elektriciteitscentrale. Er zijn ruim tweeduizend geregistreerde projecten.

De helft van de zo gerealiseerde broeikasgasreductie in de ontwikkelingslanden is echter behaald met slechts 22 projecten: met het wegwerken van het broeikasgas HFC-23, een bijproduct van de fabricage van koelvloeistoffen.

En juist deze route is verdacht. Uitstootrechten zijn geld waard, ongeveer 12 euro voor een ton CO2. Omdat HFC-23 bijna twaalfduizend keer zo veel broeikaskracht heeft als CO2, levert de productie van een ton ‘afvalgas’ HFC-23 bijna 150.000 euro op. Ofwel: de Chinese fabrieken die eigenlijk zo min mogelijk broeikasgas zouden moeten uitstoten, worden er door de emissiehandel toe aangezet juist zoveel mogelijk van het broeikasgas te produceren – om het vervolgens tegen een vorstelijke beloning te verbranden.

60- tot 100 miljoen

Uit de CDM-administratie van de Verenigde Naties blijkt dat elk HFC-23 project jaarlijks 60 tot 100 miljoen euro aan uitstootrechten oplevert. China zelf strijkt daarvan standaard 65 procent op. De rest gaat naar financiers, meestal westerse banken en energiebedrijven.

Eind vorige week besloot het CDM-bureau van de Verenigde Naties de fabrieken nader te gaan onderzoeken, na jarenlange ophef door ngo’s. Volgens Lex de Jonge, de Nederlander die dat bureau leidt, is het nog te vroeg de projecten af te schrijven. ‘In potentie is het mogelijk meer reductie te claimen dan er anders aan uitstoot zou zijn geweest. Maar we weten niet of dat op grote schaal gebeurd is. Aan de andere kant: wat is aangekaart is ernstig genoeg om goed naar te kijken.’

Uit een overzicht van het CDM-bureau blijkt dat de Nederlandse overheid betrokken is bij 7 van de 22 verdachte projecten. Volgens VROM is misbruik nog niet bewezen.

Van onze verslaggever Michael Persson.

Bron: volkskrant.nl