De SRES emissieparadox: door stijgende welvaart groeien de CO2-emissies die juist tot dalende welvaart zouden leiden via klimaatopwarming waardoor de CO2-emissies juist afnemen en het klimaat dus minder opwarmt

De CO2-emissiescenario’s (SRES), mede geschreven door Rob Swart van het Planbureau voor de Leefomgeving en Detlef van Vuuren, waarop het IPCC haar temperatuurprojecties baseert voor deze eeuw, zijn

  1. nog steeds gebaseerd op economisch foutieve rekenmethodes, die serieuze economen al hebben verworpen. Het IPCC wil deze fout nog steeds niet erkennen, en blijft de foute methodiek ook in AR5 nog gebruiken. Dat bevestigt milieu-econoom Richard Tol, die bij Werkgroep 3 van het IPCC meeschrijft aan het nieuwe IPCC-rapport.
  2. Daarnaast zijn de aannames in IPCC-scenario’s innerlijk tegenstrijdig. De aanname in de SRES-scenario’s van het IPCC is dat welvaart evenredig groeit met CO2-emissie. Dat is waar, want nu met de economische crisis stagneert ook de CO2-uitstoot. Maar…Om geprojecteerde CO2-concentraties van 800 ppm of meer te bereiken, én de daarbij behorende temperatuurstijging, moet je dus aannemen dat de wereldeconomie stormachtig blijft groeien, óndanks alle opwarming.

Sterker nog, volgens de huidige rekenmethode in de SRES-scenario’s verkleint de welvaartskloof tussen arm en rijk in 2100. Dus Bangladesh en Buthan groeien volgens IPCC-aannames sneller dan ons, en zijn volgens de SRES-scenario’s in 2100 rijker dan Nederland nu, en zij verbruiken meer fossiele brandstof.

Maar wie logisch redeneert ziet dan ook..
…dat de voorspelde plagen van global warming: extreme droogtes, zeespiegelstijging, slagregens, vloed en hittegolven volgens de eigen emissiescenario’s van het IPCC dus niet de economische groei hinderen (met bijbehorende CO2-emissies), zelfs niet van ontwikkelingslanden in deze eeuw. Terwijl het IPCC tegelijk beweert dat ontwikkelingslanden het meeste worden getroffen door opwarming, groeien die landen economisch sneller in een tijd van sterke opwarming. Een sterk staaltje klimatocratische logica.

Eerst punt 1.
De kritiek van Castles en Henderson is dat IPCC een verkeerde omrekenfactor gebruikt voor economische groei. Zij publiceerden die kritiek in 2003 in Energy and Environment, en in weekblad The Economist ontstond een levendige discussie, zoals in het artikel ‘Hot potatoe revisitied’op 6 november. In het kort: Het IPCC en enkele VN-instelllingen werkten met market exchange rates (MER) in plaats van purchasing power parity (PPP), terwijl laatst genoemde methode het beste rekening houdt met onzekerheden.

Ik ben slechts een journalist, geen econoom, en verwijs naar de uitleg van Richard Tol op het blog van Pielke. Het komt er op neer, dat het IPCC in de SRES-scenario’s verwacht dat de inkomenskloof tussen rijke en arme landen verkleint, waardoor CO2-emissies méér stijgen, dan wanneer die kloof blijft.
In de SRES-scenario’s overschat het IPCC de economische groei in ontwikkelingslanden, en dus de mate waarin deze landen zich kunnen aanpassen aan een veranderend klimaat.
Het IPCC stelde in reactie op Castles en Henderson:

“There is absolutely no reason to believe that, in the longer term, lower economic development would, all other things being equal, result in lower emissions”.

Maar Castles reageerde als volgt:

“In A1 scenarios per capita income in ASIA increases by a factor of 143.8 between 1990 and 2100 when measured in MER … but ONLY by a factor of 37.8 when measured in PPP” (p. 194, emphasis added). I do not agree that it would not matter much whether average incomes in Asia increase by a factor of 38 or 144 by the end of the century. But an increase by a factor of “only”38 would still mean that average incomes in the whole of Asia would be substantially higher by 2100 than those of the richest countries in the world today.

Ook in het nieuwe IPCC AR5-rapport…
..blijven de hoofdauteurs stug volharden in deze foute methodiek. Het IPCC moffelde de kritiek weg in het laatste AR4-rapport, tegen het commentaar van de eigen review-auteurs in, door te verwijzen naar een niet gepubliceerde wetenschappelijke paper, terwijl 5 wél gepubliceerde wetenschappelijke papers van vooraanstaande economen de juistheid van de kritiek van Castles en Henderson bevestigden.
Econoom Richard Tol, die in Werkgroep 3 meewerkt van het IPCC schreef daar al over op het blog van Roger Pielke dit voorjaar. Hij bevestigt dat het IPCC de kritiek in AR5 en mogelijk ook AR6 blijft negeren.

Punt 2, de emissieparadox…
…kun je door louter logisch redeneren zelf bedenken, maar is uiteraard ook in onderdelen behandeld in de wetenschappelijke literatuur. Hoe kun je tegelijk van snelle groei uitgaan, en het dichten van de inkomenskloof terwijl je tegelijk beweert dat ontwikkelingslanden juist het hardste worden getroffen door klimaatopwarming? Lees hier bijvoorbeeld de verklaring die IPCC-baas Rajendra Pachauri gaf tijdens COP9 in Milaan, december 2003:

Overall, climate change is expected to negatively impact development, sustainability and equity. As it happens, the impacts of climate change will fall disproportionately on developing countries and the poor persons within all countries. This is likely to accentuate inequities in health status and access to adequate food, clean water andother resources. The increased exposures of populations in developing countries to relatively high risks of adverse impacts from climate change and their low capacity to adapt combine to make populations in developing countries generally more vulnerable than populations in developed countries.

Maar de SRES-scenario’s spreken deze verklaring tegen.
Want als zelfs de arme ontwikkelingslanden, ondanks 6 graden opwarming een groeiende welvaart kennen en daarbij behorende CO2-uitstoot, weerspreken zij met hun economisch voorspoedige ontwikkeling dus de IPCC-mantra dat opwarming de ongelijkheid vergroot. De SRES-scenario’s gaan juist uit van een VERKLEINING van de inkomenskloof.

De foutieve rekenmethode
..hoeft over langere termijn géén invloed te hebben op de totale CO2-emissies, maar wat hier vooral belangrijk is: de mate waarin ontwikkelende landen met veranderend klimaat kunnen omgaan dankzij groeiende welvaart, wordt hier volledig foutief geschetst.

Pachauri’s reactie op Castles en Henderson geeft Dejavu-moment
Net als bij de Himalaya-gletsjerfout (kritiek op het 2035-jaartal was volgens Pachauri ‘voodoo science’) reageerde Rajendra Pachauri in december 2003 bij COP9 in Milaan via een persverklaring, door inhoudelijk de kritiek te ontwijken. En tegelijk betwist hij de bekwaamheid en onafhankelijkheid van Castles en Henderson . Ian Castles zou lid zijn van de Lavoisier Groep

‘a group founded in Australia, whose sole mission is to oppose anything that aims to protect the environment’.

Deze zin werd later uit de persverklaring verwijderd, omdat Castles geen lid was. Pachauri en IPCC vertonen dus al jaren een consistent gepolitiseerd patroon: iedere serieuze kritiek moet wel komen van moreel minderwaardige mensen, die negeer je dus.

Zelfs ná Climategate ..
..zijn de klimatocraten nóg steeds niet bereid van fouten te leren. Dat is in het geval van de SRES-scenario’s begrijpelijk. Zij vormen het, economisch wankele, fundament van álle IPCC-temperatuurprojecties, maar ook van vele rampzalige studies in wetenschappelijke bladen over oceaanverzuring en andere door CO2-getriggerde ondergangsscenario’s. Het nieuwe AR5-rapport bevat nog meer alarmistische hoofdauteurs die aan linkse pressiegroepen zijn gelieerd, zoals Ove Hoegh Guldberg, die via het IPCC ‘oceaanverzuring’ zullen vermarkten als het volgende wereldprobleem. Terwijl de geprojecteerde mate waarin de ‘alkalinity’van de oceaan verlaagt sterk afhangt van de juistheid van emissiescenario’s.

Garnaut-paper
Natuurlijk, er zijn ook scenario’s mogelijk, waarbij de hele wereld in één eeuw alle fossiele brandstoffen opstookt. Er zit genoeg steenkool in de bodem voor een CO2-concentratie van 2500 ppm: het is klimatologisch gezien geen aanbeveling om die voorraad er in korte tijd doorheen te jassen, het systeem Aarde heeft dan mogelijk niet genoeg tijd om die extra koolstof te verwerken in de korte termijn koolstofcyclus van biosfeer en oceaan. Er zijn ook economische papers op internet beschikbaar, als de Garnautpaper van Ross Garnaut  die uitgaan van veel hogere CO2-emissies in 2100 (waarbij ze dus net als het IPCC aannemen dat de welvaart dus ondanks opwarming blijft groeien)

Kijk ook hoe deze Garnautpaper alle kritiek op SRES afdoet:

Post–SRES scenarios reflect these criticisms of the SRES scenarios. Thus GDP
growth, total energy use and CO2 emissions are all lower in the median post-SRES non-intervention scenario than in the median pre-SRES/SRES scenario (Fisher et al 2007).

Fisher et al verwijst naar het AR4-IPCC rapport, juist het rapport dat de kritiek negeert vanuit politieke onwil en doorgaat op de oude voet: veel beter kun je de gang van zaken bij de klimatocratie binnen en buiten IPCC niet typeren.