Ideologie: gesloten stelsel van aprioristische opvattingen (vooral politiek) die pretenderen alle essentiele vragen op te lossen betreffende mens en samenleving. Bron: Kramers Woordenboek

De academische rockster Lee Hannah heeft in oktober het bovenstaande toegankelijke boek Climate Change Biology gepubliceerd. Geheel gewijd aan het jonge onderzoeksveld van wat ik noem Climate Change May-be-ology.  Hannah is één van de guilty parties, die biologisch klimaatpopulisme op de kaart zette met de paper Extinction Risk from Climate Change dat in 2004 in Nature verscheen (co-auteurs Chris Thomas en Michel Bakkenes). Deze paper werd uitzonderlijk invloedrijk. Het was de enige (quasi-)biologische basis voor de Stern Review én een van de weinige onderbouwingen voor IPCC-AR4. De fondsenwervingsindustrie van Greenpeace en WWF sprong er bovenop.

Ik heb het boek net in huis gehaald en stel vast dat het prachtig toont hoe je een virtuele wereld creëert op basis van een krakende probleemstelling, primitieve algoritmes en korte datareeksen. De betrouwbare ecologische data die we hebben, komen namelijk alleen uit de periode dat het klimaat zo deksels zou veranderen door die al even dekselse mensen. Maar zorgt opwarming voor een uitsterfgolf? May be… Is het ook biologie? May be. In weinig wetenschappelijk bedoelde boeken heb ik ooit zo vaak het woord may be geteld. Postnormale biologie zullen we dat maar netjes noemen.

Medialieveling
In 2004 stelde Hannah – biologisch gezien volledig suggestief – voor VPRO’s Noorderlicht:

Klimaatverandering wordt de belangrijkste oorzaak voor het uitsterven van diersoorten.

In haar nieuwe voor een academisch publiek bedoelde boek speelt Hannah opnieuw de genuanceerde wetenschapper om de ‘miljoen soorten’ te verklaren. De truc is hier om een hypothetische 20-30 procent uisterfrisico te vermenigvuldigen met de hypothetische schatting van het aantal bestaande soorten. Dat stond inderdaad niet letterlijk in Nature. Maar het werd wel met instemming van Hannah en collega’s de ether in gebracht, en Hannah deed er nog een schepje bovenop. Niettemin zou het volgens Hannah nu aan media liggen. Sorry, ik heb iets gemist.

Eén belangrijk kenmerk van campagnewetenschap is mediageilheid
In Climate Change Biology illustreert Hannah die media-aandacht met tal van afbeeldingen van prestigieuze internationale kranten . Wat niet wegneemt dat het boek verder serieus is bedoeld. Tot het campagnedeel in hoofdstuk 13 formuleert Hannah het onderzoeksveld vrij neutraal voor de niet al te domme medemens. Hannah biedt een waardevol overzicht van de studies, methodes en vragen in het jonge veld. Verplichte kost, want dit veld zal nog lang van zich laten spreken. Al was het maar vanuit de filosofie van Know your enemy.

Sommige verandering
..gaat soms lokaal sneller dan soorten tijdelijk kunnen bijbenen, om op precies de zelfde wijze te kunnen blijven leven als ze in de jaren vijftig deden. De meesjes van Christiaan Both komen hier uiteraard weer voorbij. Mismatch noemen we dat, aan vlotte lokale aanpassing zit een grens bij plant- en diersoorten. Soms zijn eerst weer genetische aanpassingen nodig om alles exact terug te krijgen zoals het was, maar dan op een andere klimaatgolflengte.

Maar wie zegt dat er toen een exacte‘match’was?Het begrip mismatch zegt vooral veel over de beperkte referentie van ecologen die maar beperkt de tijd hebben, maximaal enkele decennia. En dan hebben we het over de geduldige jongens in het veld, die dan nog steeds enkel data hebben uit een eeuw dat het klimaat zo ongebruikelijk zou veranderen. Of hebben we het hier echt alleen over die paar tiende graad sinds de jaren zeventig?Wat was dus het startpunt?

Zie ook bij marien leven
Temperaturen in het voorjaar kunnen samenhangen met de bloei van plankton die op zijn beurt weer samenhangt met de voedselbehoefte van zeevogels in de broedtijd. Zoals bij iedere verandering in de natuur kunnen lokaal cascade-effecten optreden, alles heeft invloed op alles. Voor zover de Climate Change Biology meer zicht krijgt op de relatie tussen biologische en klimatologische veranderingen is er niets aan de hand: blijf vooral doorzoeken. En blijf kritisch zou ik zeggen

Zelf stelde ik een biologisch zinvolle vraag aan Zwitserse ornithologen. Die haalden de wereldpers door te stellen dat vogels krompen door opwarming. Ze hadden de oppervlakte-gewichtsratio opgenomen van trekvogels en vonden een CORRELATIE met temperatuur.

Alternatieve verklaringen dan 0,001 graad opwarming per vogelleven, zoals toegenomen predatiedruk (roofvogels als sperwer die met ze meetrekken zijn spectaculair toegenomen), het was niet eens bij ze opgekomen om dat als overweging mee te nemen. Het moet wel opwarming zijn, daarom.

Soms kan temperatuurstijging
..in combinatie met droogte bossen kwetsbaar maken voor de bark beetle, de letterzetter. Hannah geeft situaties in de VS als voorbeeld. Dat gebeurt in Bialowieza in Oost Polen ook. Of ‘De klimaatverandering’daar de doorslaggevende rol speelt? Klimaat speelt ALTIJD wel een rol, opwarming zal vaak meer soorten doen toenemen waaronder tot de verbeelding sprekende plaagsoorten.

Maar in bijvoorbeeld Bialowieza hier speelt ook de kanalisatie van beken de rol, die het water te snel afvoeren uit de bogforest. In plaats van dus één silver bullet koste wat kost te agenderen voor je politiek activisme (na hoofdstuk 13), moet je dus veldkennis hebben en weten welke biologische processen lokaal spelen.

Je moet soorten kennen, weten dat ‘data’nooit zomaar data zijn, maar dat iedere soort gedrag vertoont, competitie aangaat, dat soorten meestal niet kou ‘nodig’hebben. Of dat zij het ‘te warm’krijgen. Maar dat zij door competitie aan de zuidgrens langzaam het veld ruimen voor soorten die bij hogere temperaturen méér profiteren. Dames en heren, het is allemaal in de pierievjuutlitjetjr te vinden.

Hannah profileert zich met klimaatenvelopstudies
..waarin de Opdams van deze wereld een bovenmatig geloof hechten. Deze studies gooien juist alle zinvolle biologie over boord. Een hypothetisch temperatuuroptimum zou dé factor zijn van voorkomen. Essentiele factoren als competitie, voedselkeus, aanpassingsvermogen worden digitaal geofferd. Het probleem ligt dus vooral in de probleemstelling en het uitgangspunt. Deze systeemfout kun je niet oplossen met nog betere modellen.

Garbage in garbage out
Er zijn genoeg serieuze natuuronderzoekers die hier vragen bij stellen. Ik ken ook topecologen die Global Warming beschouwen als ’the greatest hoax of the 21st century’. Ik zal ze niet noemen, omdat dit slecht is voor hun carriere. Er zijn gelukkig ook voldoende critici die hun bezwaren publiceerden als vegetatiekundige Joop Schaminee. Maar op de klimaatzwetsers kan hij geen weerwoord publiceren, omdat die andere methodiek hanteren. En binnen biologie is het gebruikelijk dat je vooral bij je eigen leest blijft. Terwijl hier juist de logica van zinnige veldbiologie nodig is om klimaatastrologie te corrigeren.

Schaminee wijst vooral op de betekenis van biologische data in het veld.
Een vergelijking van 50 jaar klimaat- en vegetatiegegeves in Nederland toont bijvoorbeeld dat soorten helemaal niet 1 op 1 schuiven met temperatuur. Veel bossoorten, die koude tolerant zijn namen juist toe, moerassoorten lieten geen enkele trend zien. Graslandsoorten wel. In Grenzen in Beweging kun je zijn studies lezen. Effecten van beheer zijn veel belangrijker dan opwarming, tot nu toe.

Hij erkent dat deze klimaatmensen veel beter zijn in de wiskunde achter die modellen (daarom kan hij hier ook geen weerwoord op publiceren als veldbioloog in die pierievjoetlitjetjur). Maar je kunt met enige ecologische kennis vaststellen dat de uitkomsten van dit soort studies betekenisloos zijn. Omdat men al nauwelijks de betekenis kent van de data die je er in stopt. Hij geeft daarom zijn studenten het voorbeeld van een vliegtuigmotor waar je karnemelk in stopt. Daarmee kun je niet vliegen. Als je dan de motor verbetert, maar je stopt er opnieuw karnemelk in vlieg je nog steeds niet.

Climate Change Tautology
De tautologische formulering van het onderzoeksveld (climate change biology= 3x verandering in andere formulering) leidt vooral tot de hoogste dichtheid aan het woord ‘may be’, ooit in een wetenschappelijk bedoeld boek verschenen. Dat koppelt Hannah aan de wil om klimaat te verbinden met de conservation/consulting-industrie.(hoofdstuk 13 en verder)

Het campagnedoel is dus wel duidelijk
En begrijp me niet verkeerd, in zijn soort is het een goed boek. Maar de wetenschappelijke noodzaak van een aparte discipline klimaatbiologie wordt niet duidelijk bij Hannah. Die bestaat alleen vanuit campagneoogpunt, want hadden we niet al paleobiologie, evolutiebiologie (ook een tautologie) enzovoort?
Uiteraard schuift de distributie op van soorten, wanneer het klimaat verandert. Dat weten natuuronderzoekers al sinds het ten grave dragen van het Scheppingsparadigma. Iedere undergraduate weet dat. Natuurlijk snapt Hannah dat ook wel, toch wordt hier een dubbele tautologie basis van een ‘nieuw’ onderzoeksveld.

In de klimaatcatechismus
komen studies als die van Hannah als vaste geloofswaarheden, waarop je niet doorvraagt omdat het ooit in Nature stond. Zelfs kritische onderzoekers waarvan je het niet verwacht, kopieren de bewering van elkaar uit vertrouwen, en gebruiken het als basis voor eigen publicaties.

Zo ontstaat vanzelf een berg naar elkaar verwijzende pierievjoetlitjetjur
… die niet per definitie wijst op meer begrip van de zaak. Dit is er één klassieker: ‘Ja, als soorten gaan schuiven door DE klimaatverandering, dan…’.: en dan komt de eigen studie van de onderzoeker, waarin hij zijn eigen ware expertise (bijvoorbeeld wormpjes in Betuwse akker, micro-organismen in Veluwse beek) koppelt aan het klimaatverhaal.

Ecoloog Paul Opdam van Alterra
.. schermde met het schuiven van soorten naar me, om het nut van de Ecologische Hoofdstructuur te benadrukken. Toen ik hem voor een ander artikel vroeg of die vlieger wel altijd op zou gaan, weigerde Opdam verdere medewerking. Wageningen ligt dan ook op de Veluwe, duurzame rechtzinnigheid is er al decennia de norm. Het 1 op 1 meeschuiven van soorten met een hypothetische CO2-gedreven opwarming, daar stel je geen vragen over: anders ben je gekke Henk.(scepticus)

Een andere Wageninger
..een bodemkundige die veel weet van nematoden en aaltjes in de bodem kreeg zijn onderzoek wel in rapporten, maar moeizaam buiten hypergespecialiseerde literatuur.Hij liet op basis van ruwe klimaatvoorspellingen van anderen het bodemleven opschuiven richting ondergang. Dat kwam wél in Nature en nu is hij belangrijk. Wat vaststaat: Klimaat schuift je belangen en onderzoek op naar een hoger plan.