Voor een overvolle Buys Ballotzaal in De Bilt sprak Marcel maandag de wetenschappers van het KNMI toe. Het was een openbaar colloquium, en op de eerste rijen waren naast aardig wat bekende gezichten ook een aantal wetenschappers te vinden, die zich tot nu toe niet in de klimaatdiscussie gemengd hadden. Dat deed me plezier!

De lezing  ging uiteraard over “De Staat van het Klimaat”, dat door aardig wat mensen in de zaal gelezen was, met name de groep die voorin zat.

(U kunt hier de uitgeschreven lezing en hier de slides vinden)

De Lezing
In zijn inleiding beschreef Marcel, mede aan de hand van de climategate emails, de achtergronden van twee opvallende verschijnselen:

  1. De enorme negatieve persgolf over alle gates, volgend op climategate, als het gevolg van de ontwikkelingen in de blogosfeer vóór en na het grote climategate lek.
  2. De“aanval” op het CRU van de groep rond McIntyre met grote aantallen verzoeken om het vrijgeven van informatie op grond van de Freedom of Information act, voortkomend uit 5 jaar strijd van McIntyre om de data achter de hockeystick te  krijgen. Hiertegen had de groep rond het CRU zich (inmiddels aantoonbaar) met alle beschikbare middelen al die tijd verzet.

Hierna volgden de feiten achter de belangrijkste claims van het IPCC, waaruit duidelijk bleek dat het IPCC véél te ver gaat in zijn conclusies:

  • De temperatuurreeksen van de laatste 100 jaar zijn op veel plaatsen aantoonbaar onjuist, of onverklaarbaar gemanipuleerd. Hierdoor kun je alleen maar concluderen dat we geen goed beeld hebben van de werkelijke opwarming gedurende de laatste eeuw. Dit blijkt uit:
    – het enorm teruggelopen aantal stations, wat beslist invloed heeft op de waarnemingen
    – het feit dat 50% van de stations tegenwoordig op vliegvelden staat, een zeer verharde omgeving in de buurt van de grootste steden
    – de verschillen tussen ruwe temperatuurreeksen en “bewerkte” reeksen, waarbij de bewerking in bijna alle gevallen een alarmistischere curve te zien gaf
    – het volstrekt onvoldoende meegewogen urban heat effect.
  • Het IPCC gebruikt de volgende redenering om aan te tonen dat de opwarming van de afgelopen eeuw inderdaad door de CO2 toename is veroorzaakt: als je alle bekende invloeden (forceringen)  op temperatuur optelt, klopt die som niet met de gemeten temperatuur. Maar als je daar de CO2 invloed uit de IPCC klimaatmodellen aan toevoegt, dan klopt de gemeten curve wél met de uitkomst. Ergo: CO2 gedraagt zich volgens onze modellen en is dus de boosdoener. De afkoeling tussen 1945 en 1970 komt in deze optelsom door de sterke toename van de (verkoelende) aerosolen na de oorlog. Maar nu is inmiddels gebleken dat die aerosolen helemaal niet zo verkoelend werken als het IPCC aannam. Dus blijkt opeens dat de optelsom van forceringen niet meer klopt met de gemeten temperatuur. Daaruit volgt dat de rol van CO2 niet meer met deze redenering te bewijzen is.

Broeikaseffect volgens het IPCC

Gemeten temperatuur

  • Uiteraard kon de “missing hotspot” niet ontbreken: het IPCC claimt zelf dat het broeikaseffect in haar modellen een opwarming veroorzaakt van de atmosfeer bovenin de troposfeer boven de evenaar. Vanuit dit gebied wordt het aardoppervlak verwarmd, maar in mindere mate. Metingen met zowel satellieten als weerballonnen tonen echter al 15 jaar in de troposfeer  hoogstens enige afkoeling. Hoe CO2 het klimaat ook beïnvloedt: dat gebeurt in ieder geval niet volgens de principes die het IPCC in haar modellen heeft gestopt! Daarmee verliezen deze elke voorspellende waarde.

De discussie
Wie gehoopt had op een grote verzoening tussen onze kritische maar objectieve en redelijke Marcel en onze hooggeleerde, maar alarmistisch gekleurde nationale weermannen kwam bedrogen uit. Waardering voor zijn grondige en nuttige werk kwam alleen van KNMI directeur Hein Haak, en de aanwezige Wageningse professor De Bruin.

Haak noemde het zelfs een belangrijke zaak dat er nu tenminste eindelijk een goede opsomming is van wat de critici op het IPCC aan te merken hebben, zodat de discussie kan beginnen.

Maar de overige commentaren varieerden van het aanhalen van rapporten die in strijd zouden zijn met Marcel’s verhaal (met paginanummers erbij), wat uiteraard nuttige input kan zijn,  tot een nogal venijnig geformuleerde aanval op zijn integriteit als wetenschapsjournalist, met de beschuldigingen dat hij in zijn boek precies doet wat hij het IPCC verwijt, zoals bv. cherry-picking.

Een dergelijk verwijt is zó totaal onterecht, dat het haast ridicuul wordt! Marcel benadrukte overigens dat er in zijn boek beslist fouten zullen staan, en dat hij de eerste zal zijn om die te erkennen als ze ontdekt worden, maar niets staat verder van hem af dan het bewust manipuleren van informatie. Wie dat wil aanvechten, moet in mijn ogen met erg sterke bewijzen komen of zijn mond houden.

Maar goed, het accepteren van de conclusies van Marcel lag duidelijk nog een aantal bruggen te ver voor de meeste aanwezigen…

De wandelgangen

In de overigens uiterst prettige gesprekken met een paar wetenschappers die nog bleven napraten, bleek het geloof in het IPCC nog volledig onverstoord, ook na het lezen van Marcel’s boek. De drie hierboven aangehaalde kernpunten, die in mijn ogen niets heel laten van wat het IPCC beweert, waren voor deze deskundigen geen aanleiding hun mening te herzien.

De redenering hierachter was vooral: als je niet de eindconclusies (SPM) leest, maar de voorafgaande héél dikke rapporten van het IPCC, dan zul je zien dat daarin ruim voldoende bandbreedte is ingebouwd, waardoor ook die metingen nog binnen de mogelijkheden vallen. Met andere woorden: de onderzoeken zijn daarmee niet ontzenuwd.

Nu is dat een flauw kunstje: alle metingen vallen binnen de bandbreedte van de rapporten als je maar een enorme wolk om de basiscurve legt. Maar dat houdt wel in dat je dan ook je conclusie aan de nieuwe waardes moet aanpassen.

Zo is de hockeystick grafiek in orde, want ook warmere middeleeuwen passen daarbij in de wolk. Maar dan is je hockeystick karakteristiek wel verdwenen.

Ook zit in de IPCC optelsom blijkbaar een grote wolk om de koelende werking van aerosolen, maar als je die dan op bijna nul stelt, keurig binnen de aangegeven grenzen, is je verhaal over het bewijs van CO2 invloed nog steeds onderuit gehaald.

Wetenschap en verandering

Het is in de wetenschap over het algemeen zo dat men alles wat men als wetenschappelijke gemeenschap op een gegeven moment voor waar aanneemt, overeind gehouden wordt tot er een echt niet meer te weerleggen bewijs van het tegendeel krijgt opgedrongen. Dit gebeurt dan ook vaak door een als dwaas bestempelde buitenstaander.

Het wetenschappelijk geaccepteerde hoeft dus aan geen enkel criterium te voldoen behalve dat het niet keihard onderuitgehaald wordt.

Maar de afwijkende mening wordt volledig gefileerd, aan de zwaarste criteria getoetst en maximaal tegengewerkt. Zo zijn de theorieën van Wegener en Milancovic over resp. de drift der continenten en de oorzaak van de ijstijden een volledige generatie wetenschappers buiten de deur gehouden voordat ze geaccepteerd werden. En dat terwijl de gangbare theorie over de continenten volstrekt ridicuul was, en in strijd met elke geologische waarneming, iets wat elk zinnig mens zó kon zien.

Elke wetenschapper van nature een scepticus? Helaas niet….

Toch was het ook bij dit colloquium overduidelijk dat de tijden veranderd zijn. Alleen al de vanzelfsprekendheid van Marcel’s aanwezigheid, en de ontspannen gesprekken na afloop, geven aan dat we klaar zijn voor een goed wetenschappelijk debat over het klimaat. Het duidelijkst werd dat verwoord door de slotconclusie van KNMI directeur Haak dat er nog veel onduidelijk was, maar dat één ding als een paal boven water stond:

Science is not settled!

 

Marcel kreeg een mooie thermometer mee om in Amsterdam het Urban Heat Effect te meten