Serengeti Hollandaise: argumentatie bij natuur- en milieubehoud zit vol innerlijke tegenstrijdigheden die wetenschappelijk niet zijn onderbouwd

Steeds blijven in media Rupsjes Nooitgenoeg opduiken, die Nederland in Amerikaanse eenheidsworst willen veranderen, zoals vandaag weer in Trouw. Terecht onder de indruk, na een eerste vakantie in Yellowstone, moet deze wildernis met wolfjes model staan voor Nederland.

Terwijl we al een enorme lap dynamische oernatuur hebben van 2400 vierkante kilometer, groter dan Drenthe: de Waddenzee , die wél past bij de ontstaansgeschiedenis van Nederland. Maar we blijven klagen.

Bijziende biologie
Met slechts anekdotische onderbouwing en retorica verkondigen de Nederlandhaters de noodzaak om ons land te verbouwen tot groot recreatief zwerfpark met spannende oerdieren. Beer hier, eland daar, wilde natuur voor bijziende biologen kortom. Alleen alle menselijk landgebruik nog even uitbannen.  

De krant der goedgelovigen, Trouw, heeft niet door dat zijn mening al jaren over datum is. Verkondigers van deze zeer mager onderbouwde visie maakten jarenlang de dienst uit bij Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Ministerie. Arrogantie regeerde, en komt nu als boomerang terug.

Wie bezwaar maakte..
..
die ‘moesten we het nog eens helder en duidelijk uitleggen’, of was gewoon te dom. Juist dit deskundologenvolk dient nu eens uit te leggen aan zichzelf wat zij in ecologisch opzicht bedoelen. Want ze kletsen slechts in de ruimte, maar leggen wel een enorm beslag op onze ruimte. Daarmee komen natuurclubs niet meer weg.

Wet van behoud van ellende
De tot voor kort onaantastbare stelling ‘echte natuur is land zonder mensenhand’, is niet enkel romantisch. De visie dankt haar populariteit ook aan een serieuze achtergrond. Een oorsprong ligt deels in het evenwichtsdenken uit de vroegere natuurkunde. Hierbij moet entropie in een AFGESLOTEN systeem gelijk moet blijven of toenemen. Inmenging leidt dus tot meer chaos.

Natuurliefhebbers vertaalden die wet naar de natuur. Menselijke inmenging leidt automatisch leiden tot bederf, waar een natuurlijk geluksquotum heerst. Deze is ook wel omschreven als ‘wet van behoud van ellende’.

Socialist
Die vorm van evenwichtsdenken, gangbaar in negentiende-eeuwse economie zie je ook bij socialisten terug. Als u rijk bent, gaat dat over de rug van de Derde Wereld/dieren/ kies uw zielige categorie naar voorkeur.

Reinheitsgebot
In deze idealistische natuurvisie bestaat dus een wet met ‘natuurlijke orde’, die voor sommigen door God is gegeven, volgens anderen door De Natuur (de seculiere variant van God). Leg je die menselijke verstoorder restricties op binnen dat ‘natuurlijke systeem’, dan ontwikkelt die natuur zich richting een staat van echtheid en ongereptheid: het Deutsche Reinheitsgebot noem ik dat hier, omdat het in de negentiende eeuw populair was bij Duitse oikologen. De verwijdering van onreine elementen is de praktijk van bescherming.

Waar gaat het hier in wetenschappelijk opzicht fout?
Net als de economie is de natuur een OPEN systeem, met continue energietoevoer van de zon. De moderne ecologie stoeit nogal met de vraag, hoe je het gedrag van zo’n systeem bij natuur moet opvatten. Er bestaan verschillende denkscholen, omdat wetenschap georganiseerde onenigheid is. Alleen bij ideologie en commercie moeten alle neuzen de zelfde kant op.

De meeste moderne ecologen zitten op de lijn van een dynamische natuurvisie. Toeval en natuurlijke selectie bepalen de aanblik van natuur. Velen doen daar een vleugje chaostheorie bij (Marten Scheffer). In dit dynamische model bestaat geen enkele reden om mensen uit te bannen, want ze zijn onderdeel van de natuur.

Maar, au, au.
Iedere uitkomst is om het even wanneer toeval de baas is. Hoever je bent gevorderd met ‘Natuurherstel’, zo’n typische mantra uit beleidsnotities, is dan ook intrinsiek onmeetbaar in een dynamische natuuropvatting.
Volledige adoptie van de dynamische natuurvisie zou dan ook het einde betekenen van de traditionele natuurbescherming. Alles is overal, en alles is goed.

Natuurbeschermers willen zelf niet uitsterven.
Daarom houden ze meestal onbenoemd vast aan de zojuist beschreven idealistische opvatting van ecosystemen. Bij wegnemen van ‘verstoring’(wat is dat???) ontwikkelt de natuur zich richting de staat van ‘maximale diversiteit’ (wat is dat???)en andere vage kretologie.

Wanneer en waar is die staat bereikt?
De traditionele natuurbescherming hanteert hier de meetlat van historische aanwezigheid van planten en dieren. Die meetlat is ideologisch verdedigbaar, én vanuit liefhebberij. Je wilt bewaren wat je inspireert, het Paleis op de Dam, het Naardermeer. Niets mis mee. Maar met wetenschappelijk verdedigbare ecologie heeft dat weinig van doen. Want natuur ontwikkelt zich vooruit, niet achteruit. In 2010 past niet enkel onveranderde natuur uit 1850 of ieder willekeurig jaartal.

Esoterisch
De natuurbescherming staat dus niet beslist op één lijn met serieuze ecologie, die zelf al worstelt met een heldere definitie van zichzelf. Hoe kun je zonder heldere definitie dan zonder bewijs dan stellig beweren dat er in de natuur automatisch een hoge ‘natuurkwaliteit’ (???) bestaat, mits je menselijke ‘verstoring’(???) wegneemt, en een ‘ecologische infrastructuur’(???) aanlegt. Dit esoterische jargon is de gangbare retorica bij natuurbeschermers, en ministeriele nota’s. Pardon. Welk van de 43 definities van ‘natuur’ streef je na, welk van de 54 definities van ‘biodiversiteit’(‘and counting’)?

Innerlijk tegenstrijdig
De praktijk kenmerkt zich dan ook door inhoudelijke tegenstrijdigheid. Alleen met een idealistische visie geef je een handvat aan politici en natuurclubs. Beperkt de mens, en dan samen richting Walhalla. Alle wetgeving is op deze visie gebaseerd. Je kunt het ‘doel’ meten door te stellen dat je aan het aantal beestjes en bloempjes telt hoe ‘goed’of ‘slecht’ het gaat. We maken er mondiale afspraken op, beslissen zo aan welke knoppen je kunt draaien. Genoeg oppervlak, nog strengere stikstofnormen, nog meer beheren, gooi alle natuurgereedschap op één hoop die Ecologische Hoofdstructuur (EHS) heet et voilá.

Maar die normgerichte natuurbescherming is innerlijk tegenstrijdig met de dynamische natuurvisie, die uitgaat van intrinsieke onmeetbaarheid van doelen en normen. En beide visies worden door elkaar gebruikt, om de noodzaak van meer natuurgrond te claimen.

Kijk naar de ‘Oostvaardersplassen’
 Dat is het icoon van de wildernisliefhebbers en pleiters voor een ‘aaneengesloten Veluwe’, die met vele rasters gerealiseerd moet worden.
De natuurmarketing claimt hier ‘echte natuur’, ‘ongereptheid’ en vele andere liefhebberskretologie. Er zit een vleugje dynamische visie in de claims. Want men wil ‘de natuur aan zichzelf overlaten’. En tegelijk druipt hier het doelgericht idealistisch denken af. Want men claimt dat ‘de natuur aan zichzelf laten’ leidt tot iets ‘universeel goeds’, een staat van ‘echtheid’ volgens het Reinheitsgebot.

Lullen in de ruimte: goed voor 17,5 procent van onze ruimte
Op die innerlijke tegenstrijdigheid zouden we de inrichting van 17,5 procent van ons land moeten baseren, ieder menselijk landgebruik moeten uitbannen…..En wie bezwaar maakt die is gek?

Het probleem van de natuurbescherming, is dus geen rechts kabinet of gebrek aan subsidie. Men kreeg jaarlijks al 950 miljoen euro. Hét probleem is al decennia dat veel invloedrijke natuurbeschermers geen flauw benul hebben wat zij met de natuur willen, wanneer dat niet definieerbare doel bereikt is, laat staan voor wie en waarom. Men doet maar wat…. en weet alles al zonder meten. Het gebruikte jargon pretendeert een wetenschappelijke rechtvaardiging, die in de natuurpraktijk niet bestaat.

Olifant in de kamer
Het is niet politiek correct om deze ‘elefant in the room’ te benoemen, en zal simplistisch geneuzel opwekken als ‘ooh wat ben je rechts’en ‘dus natuur kan je niets schelen’. Zelfverdediging om eigen twijfels te overschreeuwen.

Want volgens mij begrijpt iedereen ten diepste wel dat natuur zonder wetenschappelijke noodzaak of ook maar helderheid, niet meer is dan een aardige liefhebberij. Waarbij de vorm van natuurbehoud een kwestie is van smaak. En waarbij de dominante natuurvisie die beleid wordt, diegene is die met de meeste emotie en leukste anekdotes wordt opgediend. Biodiversitijdverdrijf noemen we dat, maar wetenschap is het niet. Pretendeer dat dan ook niet, want mensen tuinen er niet langer in.