Twintig jaar geleden schreef ik met een (VVD)collega, sterk maatschappelijk gemotiveerd als we zijn, een handzaam boekje. “Randvoorwaarden en scenario’s voor Duurzame Ontwikkeling.” Uitgever Elmar in Delft. (1992) Aangezien wij vooral een positieve visie verkondigden, – het loopt niet zo’n vaart met het uitputten van onze natuurlijke hulpbronnen als we de economische groei en de technologische ontwikkeling maar bevorderen – , werd het in linkse kringen tot de grond toe afgebroken.

Na een vernederende kritiek in de Volkskrant kwam het boekje voortijdig bij de Slegte terecht . Maar dat had een averechtse uitwerking. Daardoor kwam het binnen financiële bereik van onze toen nog onderbetaalde parlementariërs. Nederland werd gidsland op het gebied van de Duurzame Ontwikkeling. Want vrijwel al onze adviezen werden opgevolgd. Hebben we sinds 1991 de dreigende milieuvervuiling niet aardig in de hand gehouden? Is de economische groei niet behoorlijk geweest? En staan we als klein land niet op een goede plaats in de wereld wat betreft technologische ontwikkeling?

Eén van onze adviezen blijkt achteraf niettemin een misser. We pleitten toen (1992) voor het beperken van het gebruik van fossiele brandstof, omdat dit CO2 vrijmaakt dat een ongewenste opwarming van de aarde ten gevolg zou kunnen hebben. Ten eerste, een beetje opwarming is in het geheel niet ongewenst. Ten tweede CO2 kan die niet bewerkstelligen. Ten derde het ‘gevaar’ dreigt van een andere kant: De astronomen voorzien de komende tien, wellicht vijftig jaar een ernstige afkoeling, op grond van het gedrag van de zon.

Vergissen is menselijk, zeker in de (VVD) ‘politiek’ zullen we maar zeggen. Maar toch, uit de misser kunnen we een interessante lering trekken. Door een absurde hype te verkondigen kregen we aandacht voor gewenst, door de overheid te subsidiëren, wetenschappelijk onderzoek. Nu de CO2 hype achter ons ligt, is in het internationale wetenschappelijke circuit een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe, te propageren. Voorwaarde is, de bedreiging mag absurd zijn maar moet wel een beetje redelijk overkomen bij het grote (leken) publiek. Op deze prijsvraag heb ik ingeschreven.

Ik ontmoet, zoals te verwachten, zowel fervente voor- als tegenstanders.

Mijn voorstel is:

Draai de wenteling van de aarde om zijn as om. Nu gaat de zon in het oosten op en in het westen onder. Met als gevolg dat de beursen in New York, Amsterdam en Frankfort later openen dan die in Shang Hai . Het gevolg is dat de eerst genoemde beursen meer en meer geneigd zijn om de Chinese te volgen. Daarmee verliezen we economisch initiatief. Dus als we draairichting van de aarde omdraaien, gaan de beurzen in het westen eerder open dan in het verre oosten.

Onmiddellijk kreeg ik sterk support vanuit de Tea Party van de republikeinen in de VS: Dit is de manier om de oude economische orde tussen West en Oost te herstellen. Met de vraag, formuleer aub wat er nodig is om die draairichting te veranderen. We gaan er zeker in investeren.

Uit natuurwetenschappelijke kring kwam enige oppositie. Om de draairichting van de aarde te veranderen, is een gigantische hoeveelheid energie nodig. Is die wel te leveren.? Liever niet naar vragen dus. Gewoon opportunist blijven.

Als absurde en bewogen politieke stellingnemers menen dat iets gewenst is, waarom geen gebruik maken van hun financieringsbron om uiteindelijk met gefundeerd nader onderzoek tot andere leuke resultaten te komen dan de politici verwachtten.

Neem bijvoorbeeld de windmolens, zogenaamde duurzame energie leveranciers. Wind hebben we voor niets. Helaas, de molen niet. Het bouwen kost ook energie en de machines slijten snel. Om maar niet te spreken van het feit dat het soms te hard en soms te zachtjes waait, daardoor de regelmatige leverantie aan het elektriciteitnet niet gegarandeerd is zodat de klassieke centrales, toch nutteloos ‘stand-by’ moeten blijven.

Echter in het project om de draairichting van de aarde te veranderen kunnen we de windmolen toch wel inschalen, namelijk door het proces om te draaien. We laten de windvanger geen elektriciteit opwekken, maar gaan haar daarmee voeden met een zonnepaneel. Vervolgens tegen de windrichting opgesteld kan deze zich tegen de atmosfeer afzetten, en de omwenteling van het oppervlak wordt vertraagd. En op den duur omdraait.

Vertel nu niet dat dit in strijd kan zijn met de tweede hoofdwet van de thermodynamica. Bij het ontwikkelen van projecten voor duurzame ontwikkeling moet je niet alles van te voren willen weten. Voorts kan met de woorden van een milieuminister in 1990 (Alders) worden opgemerkt dat naar die hoofdwet nog veel onderzoek nodig is. (Sic! Opmerking van een politicus die zijn lagere school opleiding succesvol heeft afgerond. Wel nuchter en waard te worden beluisterd. ) Wel een tegenvaller is dat een socioloog met een veel goedkopere oplossing is gekomen om de westerse beurzen eerder dan de oosterse te doen openen, namelijk door de wijzers van de klok de andere kant op te laten lopen.

Nu begrijp ik van sociologie niet zo veel, maar intuïtief lijkt me dat er met die aanpak echt iets mis moet zijn. Laatst een boek gelezen van zo’n sociaal onderzoeker met de titel “waarom de tijd steeds sneller gaat als je ouder wordt”. Dat klopt wel want ik kan me het schrijven van ons handzaam werkje over Duurzame Ontwikkeling in 1992 als de dag van gisteren herinneren. En het discussiëren daarover met partijgenoten zoals Bolkestein, de beide Ginjaars (Milieu & O&W) en PvdA-ers die ook de economie, en de consumptie van hun leden, graag zagen groeien. We moeten wellicht weer eens in de leer gaan bij Bolk en Kok. Dat waren mensen die wel enig gevoeld hadden voor een wat meer laterale, onconventionele aanpak.

Raai verhaal denkt U, het voorgestelde andere gebruik van de moderne windmolens. Maar wist U dat ze al andersom rondraaien dan de klassieke? De een met de wijzers van de klok mee, de andere er tegen in. Nu alleen de stroomrichting nog omkeren. Dan zwakken ze bij noordwester storm de wind in ieder geval wat af. Nuttig bij springtij en stijgende zeepspiegel. De klassieke graanmolen kan dat in ieder geval niet. Je kunt er meel in stoppen, maar er komt geen graan uit, en de wieken gaan niet de andere kant opdraaien. Het zal wel moeilijk blijven om dit laatste probleem aan politici uit te leggen, die blijven vertrouwen op de adviezen van de zwak begaafde academici in het hedendaagse BAC (Bureaucratisch Academisch Complex) van Rypke.