Dankzij twee warme decaden steeds meer te zien: de kolibrivlinder

De Vlinderstichting verspreidde weer eens een persbericht, of was het weer ‘een nieuw onderzoek’waaruit zou blijken dat vlinders het zo warm krijgen dat ze een pijntje in hun endeldarm krijgen of iets in die geest.

Maar dat is natuurlijk gewoon kletskoek. Vlinders leven op nectar en bloemen, niet op een exact gelijk blijvende wereldtemperatuur. Voor zover het slecht gaat komt het door habitatversnippering en vertegeling van tuinen. Zo’n zonneakker die ik gisteren toonde, daar zul je geen vlinder meer aantreffen.

Aanschouw liever het wonder, dat we dankzij twee warmere decaden steeds vaker in Nederland mogen zien.

De Kolibrievlinder
Wat een koel beest. Ik fotografeerde deze in de Eifel omdat ik bij de Woedende Kok op bezoek was, in wat verreweg het meest klimaatsceptische hotel van Duitsland moet zijn. Als de kolibrievlinder langs je ruist maakt hij het geluid van een ronkend tweetaktmotortje, hij hangt hier een beetje aan de nectarbar bij slangekruid (tenminste, dat maakte ik er van, maar als het niet zo is, corrigeer me). Zie die enorme nektartong, zo’n geweldige vlinder krijgen we er dankzij opwarming bij.

Hang de bloembakken uit, en dan hangt hij binnenkort ook bij u in de buurt: de kolibrievlinder, het meest coole insect in onze contreien. Met dank aan opwarming


Laten we gewoon eerlijk zijn, van die kansarme veenhooibeestjes of veenbesblauwtjes – ja pin me er niet op vast -soorten die hier al sinds de IJstijd hun tijd zaten te verdoen… Laat die het gewoon hogerop zoeken.

Hieronder de puimsteengroeve waarin ik de foto nam, je ziet nog een kolibrievlinder rechtsonder hangen