zeewatertemperatuur Marsdiep bij Texel volgt de NAO

Hoogleraar Klimaatretorica Pavel Kabat, directeur van de Waddenacademie kwam op 4 april in Leeuwarden met de volgende bewering: ‘de Waddenzee is met 2 graden opgewarmd in 25 jaar’. Uiteraard door ‘De Klimaatverandering waarvan er Eén is en CO2 is Zijn Oorzaak Amen’. Dit als rechtvaardiging voor een opgewarmde onderzoeksagenda voor de Waddenacademie, warmgestookt met Waddengasgeld van de NAM. Natuurlijk kon dat niet kloppen, dacht ik toen en mijn vermoeden klopt.

Marsdiepmetingen wijken af van rest van Noordzee
De glossy Klimaatverandering en het Waddengebied, de Waddenacademie-bedelbrief van Han Lindeboom & Co om klimaatonderzoeksgeld,  rept over 1,5 graad temperatuurstijging in het Marsdiep in 30 jaar. Dat komt al meer in de buurt van de werkelijkheid. Maar hun volgende bewering is zeker feitelijk onjuist:

Deze locale temperatuurtrends zijn consistent met de trends op de rest van de Noordzee

Dat klopt niet want…

  • Alleen de ZOMERTEMPERATUUR veroorzaakt de genoemde trend, die een maximum opgave betreft van de 1,2 tot 1,5 graden in de geciteerde studie van Hendrik van Aken. Bovendien is de bandbreedte van natuurlijke variatie 1,5 graad over langere tijdschalen.
  • De metingen in het Marsdiep tonen tot een graad meer warmte dan andere datasets van de Noordzee.
  • Vooral ’s winters bestaat een duidelijke correlatie tussen zeewatertemperatuur en de Noord Atlantische Oscillatie (NAO), zo toont deze 2008-paper uit Proceedings of the Royal Society: zie de daaruit komende grafiek hierboven.
  • Het zeewater was bij begin van de metingen voor 1875 bijna even warm als nu.

Dus wat heeft Al Gore op het Wad te zoeken, behalve de 30 miljoen Euro onderzoeksgeld die jaarlijks uit het Waddenfonds komt?

Kabat verwarmt het Wad
Hoewel Nederland de afgelopen 25 jaar volgens metingen in De Bilt sneller opwarmde dan de rest van de wereld, kán (zee)water niet sneller opwarmen (en afkoelen) dan land. De zeewatertemperatuur sukkelt jaarlijks achter die van het land aan, van 3 graden in februari tot ongeveer 18 graden in de hoogzomer. En omdat water minder snel opwarmt en afkoelt wordt het hier op land ’s winters niet zo stervenskoud. Het fenomeen ‘zeeklimaat’ remember?

Temperatuurmetingen begonnen voor ondersteuning visserij
Het KNMI startte vlot na oprichting in 1854 de metingen aan zeewatertemperatuur in het Marsdiep via een getijdeninlaat, om de visserij van relevante data te voorzien. Toen diende natuuronderzoek nog de mensheid in plaats van milieudoctrines van enkelen. Het visserijbiologisch instituut RIVO nam die metingen later over, sinds 1982 doet NIOZ op Texel de metingen, op 1 meter beneden ebniveau. Na 2000 schakelde NIOZ over op andere meetmethodiek, met elektrische thermometer.

Zie figuur 8 van Van Aken: alleen zomertemperatuur springt er uit
De reeks waarop de Waddenacademie zich verlaat komt van NIOZ-man Hendrik van Aken in 2008, gepubliceerd in het Journal of Sea Research. Die paper kun je hier volledig downloaden. Van Aken’s introductie kun je overslaan. Dat zijn zeewatermetingen in het Marsdiep potentie zouden hebben om de wereld te redden, is minder interessant dan de data: figuur 8.

Wat zien we hier?
Afgezien van de hoge zomerwaarden, kun je zien hoe de gestegen zeewatertemperatuur binnen de bandbreedte van natuurlijke variatie over anderhalve eeuw valt van 1,5 graad. Zowel in winter, voorjaar als najaar worden nu waarden gemeten, die ook voor 1875 werden gemeten. Alleen de zomerwaarden komen duidelijk hoger uit dan de rest van de meetgeschiedenis. Andere regionale factoren, bijvoorbeeld de lokale afname van bewolking in de zomer en door KNMI gemeten intensere zonnestraling sinds 1979 spelen hier eerder een rol. Wanneer je op 1 meter beneden de eblijn meet, heeft die zonnestraling zeker invloed

En deze paper van Tsimplis et al in Proceedings of the Royal Society maakt met Marsdiepmetingen duidelijk dat de NAO de bandbreedte van winterwaarden nauw volgt. Dus, alleen in de zomer wordt Al Gore wakker.

Metingen Marsdiep komen niet overeen met andere datasets Noordzee
Dat kun je eenvoudig afleiden uit de volgende dataset in deze KNMI-paper van Eldering et al, die verscheen in Climate Dynamics onder het motto ‘weer is geen klimaat, behalve als het over Global Warming gaat’.

Eldering wil een koppeling vinden tussen extra neerslag in augustus en een ongebruikelijk warme julimaand in 2006. Die warme maand kun je ook aflezen uit onderstaande zeewatergrafiek bij Zandvoort. Toen was het 2 graden warmer dan gebruikelijk. Wanneer je dus de zomerwaarde van 2006 als eindpunt zou nemen van je metingen, heeft dat grote invloed op je resultaat.

5 jaar metingen aan zeewatertemperatuur, de abnormale zomer van 2006 springt er uit, toevallig ook het eind van de meeste datasets

Hadley geeft maximaal 1 graad stijging in 50 jaar
voor Noordzee

Opnieuw, sla Elderings pogingen over om één maand extra neerslag in 2006 toe te schrijven aan De Opwarming van de Aarde (waarvan er Eén is en CO2 is Zijn Oorzaak Amen). Figuur 2a is wat ons interesseert, deze geeft de trend weer in zeewatertemperatuur per seizoen van 1956-2006.

Wat zien wij: de Waddenacademici warmen het zeewater extra op

  • De dataset van Hadley voor zeewatertemperatuur van de Noordzee geeft één graad opwarming in 50 jaar als maximum, met in het najaar een trend van 0,7 (overeenstemmend met de wereldgemiddelde trend).
  • De dataset ERA40 geeft als maximum in de zomer een trend van 1,5 graad in 50 jaar. Echter, de rest van de seizoenen geeft trend beneden de 1 graad, en het najaar zelfs een trend van nagenoeg 0. De gemiddelde trend valt dus ook rond de 1 graad.

Conclusie
Natuurlijk is het zeewater de afgelopen decennia opgewarmd, zoals we ook op land een opwarming maten. Echter, de keuze van ijkpunt is van belang. Wanneer je 1956 als startdatum neemt krijg je een andere trend, dan wanneer je 30 jaar geleden neemt (die trend lijkt dan groter omdat daarvoor milde afkoeling was). En de bewering van Waddenacademici dat een geclaimde trend van 1,5 graad opwarming in het Marsdiep overeenstemt met de rest van de Noordzee, stemt niet overeen met data.

Wetenschap met Wadwater weggooien?
Laat staan dat je aan zeewatertemperatuur dus allerlei gespeculeer verbindt over biologische effecten, zoals NIOZ-onderzoekers en Waddenacademie met stelligheid verkondigen, zoals hier over schelpdieren die exact bij 8,3 graden allerlei barensweeen zouden krijgen met de titel ‘some like it cold’.

Die stelligheid die NIOZ-mensen aan de dag leggen over temperatuurinvloeden ZONDER biologische verklaring is opmerkelijk, gezien de kritische wetenschapperigheid die ze aan de dag leggen, om de GUNSTIGE effecten van eutrofiering weg te gummen, het onderwerp van vorige Waarheidopwadblogs. Die selectiviteit is stof voor een volgend blog.

Het Marsdiep bij Texel