Ik heb uiteraard steeds gelijk, maar NGO's zijn beter getraind in gelijk krijgen/ aardig gevonden worden: dus ben ik de brilsmurf in het vissersdorp

Afgelopen zaterdag was ik te gast in Motel de Valk aan de A4 Hoofddorp bij de presentatie van de literatuurstudie over de impact van vistuig op het mariene milieu, hier te downloaden. De Vlaamse landbouwkundig ingenieurs Han Polet en Jochen Depestele van het Ilvo vatten hun literatuuroverzicht samen van 201 studies op dit terrein, in opdracht van Stichting de Noordzee en het WNF.

‘Boomkor niet beslist slechtste jongen in de klas’
Polet concludeerde dat er niet één visserijmethode de meeste impact heeft op het zeemilieu en ‘dat de boomkorvisserij niet beslist de slechtste jongen in de klas is’. ‘Dat is een uitspraak die me nog zal achtervolgen’, merkte Polet op. Wel is er veel verbetering mogelijk om onnodige impact te verkleinen.

Veraderming van genuanceerde Vlamingen versus zwartwit NGO’s
Polet en Depestele waren geen groen bevlogen Imares-ecologen, maar datagedreven landbouwkundig ingenieurs, ‘nepingenieurs’zoals ze zelf stelden- met 20 jaar praktijkervaring in visserijtechnieken. Zij bevestigden twee hoofdpunten, die ik –leunend op de zelfde literatuur- in mijn blogs al vaststelde, toen SDN dit voorjaar weer haar oorlog tegen de boomkor lanceerde.

  • Niet de methode an sich bepaalt de milieuimpact, maar de intensiteit waarmee deze wordt gebruikt in een gebied
  • ‘verstoring’ en ‘impact’is een relatief begrip in ecologie, afhankelijk van duur, intensiteit, aard van habitat en plaats

Stichting de Noordzee in Media: de boomkor is ‘het groote kwaedt’
Vergelijk de verademende nuance van de Belgen nu met de wijze waarop Stichting de Noordzee naar buiten trad op 6 juni 2010 onder de titel ‘Stichting De Noordzee luidt noodklok’, dat ze zelf van hun website hebben verwijderd: maar het staat nog wel op het blog van Ton IJlstra van het Ministerie van ELI.

Vandaag publiceert Stichting De Noordzee (SDN) een rapport waaruit onomstotelijk blijkt dat boomkorvisserij ernstig negatieve gevolgen heeft, zowel op het bodemleven als op vispopulaties in de Noordzee. Het signaal is duidelijk: boomkorvisserij moet stoppen.

“Uit het rapport blijkt eens te meer dat er voor de boomkorvisserij in de toekomst op de Noordzee geen plaats is, en het moet dan ook vervangen worden door een veel kleinschaligere en natuurvriendelijke vorm van visserij”, zegt Monique van de Water van Stichting De Noordzee

Laten we zeggen, dat de Stichting zo haar eigen draai geeft aan de rapporten die ze zelf laten opstellen. Dit is overigens een ander rapport van Waardenburg, dat SDN samen met Greenpeace opstelde, dat conclusies uit 51 studies op een rij zet. Ook daaruit zou je best een ander persbericht kunnen halen.

Beetje bodemberoering zo beroerd nog niet
Ook citeerden Polet en Depestele andermaal het onderzoek dat de visserijhypothese bevestigt in de Scholbox, het zeereservaat langs de Nederlandse kust waarin kotters met meer dan 300 pk sinds 1990 niet meer mogen komen: de schol trekt weg naar buiten de scholbox, omdát de bodemberoering afnam dankzij 87 procent minder visserijdruk.

Daardoor zijn er minder vrije voedingsstoffen, die de populatie kleine wormpjes (polychaeten) en dus het voedsel van de schol stimuleert. Onderzoek dat Rijnsdorp van Imares zelf deed. Dus gespeculeer over ‘De KLimaatverandering’, zoals Imares afgelopen jaar plotseling deed is hier waarschijnlijk niet doorslaggevend. Schol trekt alleen in de zomer weg bij temperaturen hoger dan 20 graden. Bij eerlijke datagedreven Belgen is zo’n conclusie geen probleem om gewoon zonder haken en ogen te noemen.

Zie ook hoe Christien Absil van Stichting De Noordzee reageerde op het mislukken van de Scholbox, ze weigert in alle talen om de visserijhypothese te ondersteunen,terwijl duidelijk was dat het doel van de Scholbox na 18 jaar niet was gehaald.

‘Doordat er geen nulmeting is, kun je achteraf niet vaststellen wat het effect is’, zegt Christien Absil.

We kunnen wel vaststellen, dat Absil bij het gros van haar uitspraken tegen visserij geen enkele nulmeting nodig heeft.

‘Vooringenomen media tegen visserij’
Een punt dat Polet ook aanhaalde in zijn presentatie. ‘Media zijn sterk vooringenomen bij problemen met visbestanden, ze geven meteen de schuld aan visserij’.

    Goh, dat kan toch niet aan clubs als Stichting de Noordzee liggen? Eeehhh Eeehhh

Terwijl volgens Polet vele andere oorzaken invloed hebben, zoals andere oceaanstromingen, klimaatsveranderingen. Ik zou daar milieuverandering door eutrofiering aan willen toevoegen, maar daar had Polet niet naar gekeken in zijn literatuurstudie.

‘Ecologen ook vooringenomen dankzij media’
Die vooringenomenheid trof Polet ook bij ecologische onderzoekers bij de Impact-studies (dat is Impact 2 in de jaren 90 en Han Lindeboom was leider van dat onderzoek). Hee, hoe is het mogelijk, dat had ik ook al opgemerkt in mijn Natura 2000-reeks. En – zoals Polet en Depestele stelden- ‘de Scholstand is dit jaar historisch hoog’. Dus kreten over de ‘lege zee’, zijn op zijn best betekenisloos.

    Kortom, net als bij visserijbeleid, vraagt biodiversiteitsbeleid om maatwerk en goede data, niet om meer regels en bureaucratie.

Alles waar ’te’voor staat…
Depestele beschreef de ‘intermediate disturbance’-hypothesis. Het idee dat ‘verstoring’intrinsiek slecht is – of die nu van de natuur of mensen komt- heeft geen grond in empirische ecologie, maar ideologie, wat Climategate- lezers al wisten en Visserijnieuwslezers. Er is voor ieder habitat een verstorings- ‘optimum’, helemaal geen verstoring verkleint de variatie én dus de biodiversiteit. Maar té veel verstoring is ook niet goed. Gesneden koek in de terrestrische ecologie.

Voorbeeld: het maakt voor de impact op het mariene milieu nogal wat uit of je een boomkor loslaat op een zandbank in de hoogdynamische Noordzee, habitat H1110 uit Natura 2000- of een kwetsbaar rif. Zo’n rif lostrekken moet je niet doen, maar soorten in H1110 zijn op hoge verstoring aangepast, en de boomkor versterkt zijn eigen prooisoorten. Heeft Rijnsdorp in de jaren ’90 al beschreven.

Te weinig data om stevige uitspraken te doen
Zelfs in de acht meest intensief met boomkor beviste ICES-vlakken waarover Rijnsdorp et al in 1998 publiceerden in de ICES Journal of Marine Science zien we dat zelfs daar 34 procent van de gebieden nog minder dan één maal per jaar worden bevist. Inmiddels is de intensiteit dankzij vele saneringen afgenomen. Dus dikke kans dat bij herhaling in 2011 dat niet-beviste oppervlak is GEGROEID. Maar Polet is dat niet aan te wrijven. Hij citeert uit wat beschikbaar is, en stelde zich juist bescheiden op omdat hij ook zag dat de hoeveelheid bruikbare data beperkt is.

‘Scholstand historisch hoog’
Wat Polet en Depestele ook stelden: ‘dit jaar 2011 is de Scholstand historisch hoog’. Ook haalden zij het onderzoek van Rijnsdorp et al aan, dat bevestigde dat de bodemberoering van boomkorvisserij de eige ‘prooisoort’stimuleert.

Dus hoewel de boomkor zeker geen ideale methode is en er verbetering mogelijk is- zijn er andere dan wetenschappelijke redenen om de boomkor te bannen.

Al met al dus: goed dat Stichting de Noordzee zo’n studie laat doen. Al is het een sigaar uit eigen doos, want de club draait volledig op subsidie en dus hebben wij belastingbetalers dit onderzoek eigenlijk betaald. Kortom, geef mij maar meer geld naar echte wetenschappers als Polet en minder geld naar NGO’s die qua kennis niets toevoegen maar wel bureaucratie en regeldruk.

Calimero-gemor tegen Polet en Depestele
Ik vroeg Polet nog waarom hij een opdracht aannam van Stichting de Noordzee. In mijn optiek associeert de club zich vooral met wetenschap om zelf geloofwaardiger te lijken, maar vervolgens lijkt het of ze alleen de samenvatting gebruiken van studies die goed uitkomen. Uiteindelijk lijken ze netter dan Greenpeace, maar ze werken er intensief mee samen en ze zijn qua ideologie meer verwant met Greenpeace dan met visserij.

Polet zou bij Greenpeace wel getwijfeld hebben. Misschien moet je Absil en co ook het voordeel van de twijfel geven. Absil en haar dames van Stichting de Noordzee bieden toch een podium voor argumenten en dat is al een stap vooruit. Het is vele malen beter dan het Calimero-gemor van de aanwezige vissers.

Zij begonnen tegen Depestele en Polet wat bezwaren te spuien in Urker dialect, waar de Belgen niets aan konden doen. Je kunt Vlaamse igenieurs het beleid niet verwijten, dat ecozeloten als Maria Damaniaki via de EU, Natura 2000 en het Ministerie van ELI veroorzaken. Van de visserij verwacht ik kortom geen PR-kunststukjes in de komende 20 jaren en zij blijven terrein verliezen ten koste van NGO’s die het spel tenminste begrijpen.