Enkele weken geleden berichtte Bert Keizer in zijn column in Trouw over de analyse van het Griepvaccinatieprogramma. De uitslag is een dramatische klap in het gezicht van het alom geprezen voorzorgsprincipe.

Waren het eerst longpatienten en hartpatienten. Onder invloed van het voorzorgsprincipe werden grote bevolkingsgroepen aan het vaccinatieprograma toegevoegd, zoals gezonde ouderen, en hulpverleners in de zorg.

1. Patiënten met afwijkingen en functiestoornissen van de luchtwegen en longen.
2. Patiënten met een chronische stoornis van de hartfunctie.
3. Patiënten met diabetes mellitus.
4. Patiënten met chronische nierinsufficiëntie
5. Patiënten die recent een beenmergtransplantatie hebben ondergaan.
6. Personen die met het humane immunodeficiëntievirus (HIV) zijn geïnfecteerd.
7. Kinderen en adolescenten in de leeftijd van 6 maanden tot 18 jaar die langdurig salicylaten gebruiken.
8. Personen van 60 jaar en ouder.
9. Personen met verminderde weerstand tegen infecties (bv. door levercirrose, (functionele) asplenie, auto-immuunziekten, immunosuppressieve medicatie of chemotherapie).
10. Verstandelijk gehandicapten in intramurale voorzieningen.
11. Bewoners van verpleeghuizen.
12. Personeel in verpleeghuizen, verzorgingshuizen en ziekenhuizen.
13. Overig gezondheidszorgpersoneel met direct patiëntencontact.
14. Gezinsleden van personen met een zeer hoog risico op ernstige aandoeningen en sterfte bij griep, zoals patiënten met ernstige stoornissen van hart- of longfunctie, ernstig nierfalen of een onvoldoende functionerend immuunsysteem.

De conclusies zijn dramatisch: Het voorzorgsprincipe heeft geen meetbaar effect op het grootste deel van de jaarlijks gevaccineerden tegen griep in Nederland.

Alleen bij longpatienten en leukemiepatienten werd er enige significantie geconstateerd.

Lees het hele verslag
Werkzaamheid en effectiviteit van influenzavaccinatie