Precies een jaar geleden, in de nacht vóór de presentatie van Marcel Crok’s boek “De Staat van het Klimaat” schreef ik de blog “Vanaf vandaag wordt alles anders!”. Daarin beschouwde ik het uitkomen ervan vanuit de optiek van vier groepen stakeholders, en zag ik voor elk een andere klimaatwereld opdoemen.
In hoeverre had ik gelijk?
Hierna zal ik de vier groepen kort behandelen, maar daar moet ik vooraf wel bij opmerken dat Marcel’s boek niet op zichzelf staat.
In de eerste plaats trad er een jaar geleden ook een nieuw kabinet aan, en – mogelijk belangrijker – kwam er dus ook een einde aan de periode Cramer waarbij de deur van de minister de hele dag wijd open stond voor een bonte schare milieugroepen en alarmistische zelfverrijkers, waardoor miljoenen richting alarmistische propaganda werden gedirigeerd.
In de tweede plaats werkten de gevolgen van het climategate schandaal en het mislukken van Kopenhagen steeds verder door in de publieke en politieke opinie.
Sommige van de hieronder genoemde verschijnselen hebben zeker ook met deze ontwikkelingen te maken.
De sceptici
Wel, hierover kunnen we kort zijn: fantastisch! Sinds De Staat is er een praktisch bruikbaar boek, waaruit je met één dag zelfstudie voldoende harde data kunt opslaan om in elk gezelschap een kritisch standpunt t.o.v. het IPCC mee overeind te houden.
Maar misschien heeft het boek nog sterker gewerkt als oppepper van het sceptische moreel: niet langer hoef je je als scepticus allerlei denigrerende opmerkingen te laten welgevallen, De Staat heeft de Nederlandse sceptici in één keer geëmancipeerd. Onwennig moesten alarmisten het afgelopen jaar op bijeenkomsten opeens netjes luisteren naar wat de sceptici te zeggen hadden, en hen als gelijkwaardig behandelen, hoezeer hen dat soms ook tegen de borst stuitte. Het veilige wereldje van het eigen alarmistische gelijk is er niet meer in het publieke debat.
De beroepsalarmisten
Dat ligt moeilijker. Degenen die actief aan het debat deelnemen hebben De Staat waarschijnlijk wel gelezen, maar het vervolgens zoveel mogelijk genegeerd. De enige kritiek die meermalen gehoord werd, was dat het een eenzijdig boek was.
Dank je de koekoek: het onderwerp was kortgezegd “wat is er mis met het IPCC?”. Dat is uiteraard een eenzijdige benadering, maar dat maakt de geconstateerde fouten niet minder ernstig!
De enige serieuze poging tot verweer, die vele maanden later verscheen op de PCCC website, kwam ook niet veel verder dan deze constatering (eenzijdig en soms cherry-picking), maar parkeerde deze aanmerkingen tussen veel kritiek op het IPCC die men blijkbaar met Marcel deelde.
Blijkbaar was er amper een echt weerwoord mogelijk.
De wetenschappers
Ik heb het er met Marcel over gehad, en voor zover wij weten is door deze groep het boek zo goed als niet gelezen. Ik vermoed dat ze vooral bang waren dat het hen weer met allerlei twijfels op zou zadelen, terwijl ze net zo gewend waren aan het wereldje waarin alles simpel was: het IPCC heeft gelijk en CO2 is de maat van alle dingen. Dan maar liever oogkleppen op!
Dit heeft tot verbijsterende voorvallen geleid. Zo is het duidelijk dat géén van de auteurs en reviewers van de recente KNAW Klimaatbrochure De Staat gelezen had, terwijl deze brochure de stand van de klimaatwetenschap pretendeert weer te geven, de harde feiten waar de wetenschap het over eens is. Maar er stonden fouten in die niemand die De Staat gelezen had gemaakt zou hebben. Ook lijken de schrijvers te denken dat ze een genuanceerd en neutraal standpunt weergaven, terwijl ze op vele punten – blijkbaar onbewust – direct in een open sceptische zenuw pookten.
Het is onbegrijpelijk dat een groep wetenschappers die zich zo vaak en zo diep in het klimaatdebat mengt, niet eens de moeite neemt om het enige goede boek over dat onderwerp te lezen.
De politici
De laatste groep stemt mij zeer tevreden. Marcel is inmiddels geheel parlementfähig, en De Staat wordt door veel politici zeer serieus genomen. Dat blijkt ook wel uit de meerdere uitnodigingen die Marcel inmiddels heeft ontvangen om presentaties te houden voor politici en ambtenaren. Een tekenend voorbeeld was zijn optreden op de Klimaatdag in Utrecht, waarvoor Marcel op verzoek van het ministerie als spreker was uitgenodigd, naast Maarten Hajer, directeur van het regeringsadvieslichaam Planbureau voor de Leefomgeving.
Na de openlijke keuze van de VVD om af te stappen van klimaatbeleid lijkt nu ook het CDA in de praktijk geen klimaatbeleid meer na te streven. Het kabinet probeert zo rationeel mogelijk aan de eisen vanuit de EU te voldoen (die helaas juist vaak onder sterke Nederlandse druk tot stand gekomen waren), maar daarbij valt zelden nog de term CO2.
Het hoofddoel van climategate.nl (stop klimaatbeleid en ga terug naar zinvol energie- en milieubeleid) lijkt dus zo goed als bereikt te zijn, zolang er een midden/rechtse regering zit.
Alarmisten krijgen geen poot meer aan de grond in Den Haag, en richten zich weeklagend nu maar op de EU en de lokale autoriteiten, waar de oude klimaatboodschap nog leeft.
Nóg wel: Europa heeft wel wat anders aan zijn hoofd, en de locale autoriteiten zijn niet op hun achterhoofd gevallen. Daarbij is lokaal klimaatbeleid zo goed als altijd ook zinnig energiebeleid, dus zal die stap snel en zonder gezichtsverlies gemaakt kunnen worden.
Het klimaatdebat, een jaar later
Veel is ten goede gekeerd door Marcel’s boek, maar dat dringt nog te weinig door in de besloten bolwerken van alarmisten en wetenschappers, zoals de KNAW, het PBL, het Rathenau Instituut, en universiteiten als die van Utrecht en vooral Wageningen. Daarbinnen woekert De Ware CO2 Leer nog bijna ongestoord voort, en zullen maar zeer weinigen de moeite genomen hebben om De Staat te lezen.
Deze instituten zijn moeilijk te overtuigen van de ingrijpende veranderingen in de wereld buiten hun vestingmuren. En dat is wél nodig, anders blijft de desinformatie naar de bevolking van achter de kantelen voortduren, zoals recent bleek uit de Klimaatbrochure van de KNAW.
Onmogelijk is het wakker schudden van deze instituten overigens niet.
Zo is het KNMI, mede door climategate.nl, nogal hardhandig aangepakt, waardoor het zijn IPCC vertegenwoordigende rol min of meer in de ijskast heeft gezet, en er ruimte kwam voor andere krachten binnen en rond het instituut. Dit leidde tot een historische ontmoeting tussen KNMI wetenschappers en sceptici bij het bezoek van Fred Singer, en het gezamenlijke etentje achteraf, waaruit buitengewoon hartelijke contacten zijn voortgekomen. In het zich naar buiten toe jarenlang als eenzijdig alarmistisch presenterende KNMI werken veel genuanceerde wetenschappers, die vaak geen enkel probleem hebben met een open en respectvolle discussie met zinnige sceptici.
Hoe de discussie rond de misleidende KNAW klimaatbrochure gaat aflopen is nog moeilijk te voorspellen, maar daarvoor zijn maar twee opties: óf de brochure wordt teruggetrokken, óf hij blijft bestaan als een monument van de eenzijdige opstelling van dit ooit zo gerespecteerde instituut.
Wellicht dat het door dit soort affaires ook tot sommigen binnen de andere instituten doordringt dat de tijden veranderd zijn, en dat het hoog tijd wordt om de koers te verleggen.
Het komende klimaatjaar
Er is nog veel werk te doen in Nederland voor de groep rond climategate.nl, dat moge duidelijk zijn.
Toch zouden er ook belangrijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden in het buitenland. Zo is Marcel bijvoorbeeld druk bezig met de Engelse versie van De Staat. Ik ben heel erg benieuwd naar de impact die deze zal hebben.
Vooralsnog kijk ik tevreden terug op het afgelopen jaar.
Niet alles is anders geworden, maar wel héél wat!
.
VVD stapt af van klimaatbeleid?
waarom dan de keuze voor windmolens.
als ik bijvoorbeeld een vergelijking maak tussen wind en waterkracht kom ik tot de volgende verbijsterende cijfers.
1 waterturbine met een doorsnede van 6 meter levert net zoveel potentiële energie al 4 windmolens met een doorsnede van 170 meter.
Windenergie een grote luchtbel?
Lucht heeft een sg van 0,0012 kg per dm3 op zeeniveau.
Het verschil van soortelijke massa tussen lucht en water is dan ook een factor 800
Het vermogen van een molen is voornamelijk afhankelijk van de hoeveelheid massa die per tijdseenheid door de wieken ( turbine) stroomt.
Hoe groot moet dan een windmolen zijn als die een waterturbine van 6 meter doorsnee te vervangen? (Bij een gelijke doorstroomsnelheid van lucht en water door de desbetreffende turbines)
Oppervlakte watermolen is dan 28,27 m2
Een windmolen zal dan ook 800 x groter moeten zijn om hetzelfde vermogen te leveren wat neerkomt op 22615 m2 uitgaande van pi r2 geeft dat een wiekdoorsnede van 170m
Een windmolen levert ongeveer 25% van het opgestelde vermogen.
Om die waterturbine met 6 m doorsnee te vervangen zijn dan ook 4 van deze windmolens nodig.
Zelf kan ik dit nauwelijks geloven wie wil schieten op mijn aannames en berekening
@Hugo
Op zich met je eens dat windmolens de wereld uit moeten, te beginnen bij Nederland. Klein probleem bij jouw berekening lijkt me de gelijke doorstroomsnelheid van water en lucht. De Rijn stroomt volgens Wikipedia met 0,5 tot 1,5 m/s. Wind is toch al gauw 5-20 m/s (windkracht 4 tot 8). Dat scheelt nog wel een factor 5-10.
Ik heb begrepen dat proeven met getijdestroom in het waddengebied uitgewezen hebben dat dit ook niet echt rendabel te krijgen is, maar daar heb ik geen officiële documentatie van.
Ik zou het eerder zoeken in schaliegas en kerncentrales, helaas zijn er flinke lobbies tegen beiden. Vreemd omdat als je het rationeel bekijkt windmolens en bijv zonnecellen veel grotere inbreuk op landschappen en fauna (vogelhakselaars) maakt.
@Hugo
Als er geen brandstof verbruikt wordt, gaat het niet om rendement maar om kosten. En dan is wind op land de goedkoopste uitontwikkelde optie.
Maar je hebt helemaal gelijk dat de getijdenturbines zeer veelbelovend zijn. De eerste pas opgeleverde demo in Zeeland komt op ongeveer €6500/kW, en daar zitten veel niet-energiegerelateerde kosten bij.
Men hoopt bij de volgende fase op €4500 per Kw uit te komen, dat is ca 5 cent per kWh, en dus concurrerend met fossiel.
Het Technisch Weekblad berekende echter dat getijde energie zelfs voor Nederland maar ca 3% van het energiegebruik zou kunnen opleveren. Dat verbaast me dan weer.
Ik duik er wel weer eens in als ik tijd heb, en houd jullie op de hoogte.
@Theo en SmurIk heb het niet over waterkracht in nederland.
Als je daarnaar kijkt heb je ene totaal andere discussie.Wat ik wil zeggen is dat een waterkracht turbine b.v.in een waterkrachtcentrale zinvol is gezien de energieproductie maar een windmolen in Nederland zeker niet.
ik vind de verhouding tussen omvang windturbine en de mogelijke opbrengst niet realistisch.
Wil je iets energie opwekken dan kom je haast op een windturbine per achtertuin.De praktijk.
Theo 25% van het opgestelde vermogen heeft weinig met rendement te maken.
Toelichting: wind levert bij windkracht 2 nauwelijks energie bij windkracht 4 een beetje en bij 6 tot 9 veel. Het vermogen neemt toe met de snelheidstoename tot de 3e macht.Door de tijd heen levert een windturbine,door stilstand bij heel weinig wind geen vermogen, bij de wisselende wind tussen windkracht 2 en 4 maar heel weinig en tussen wk 5 en wk 9 een sterke piek in de levering en vervolgens geen stroom door stilstand boven windkracht 9, Door de tijd heen kom je op het land niet verder dan 25% van het opgestelde vermogen. Meer is er uit wind niet te halen.
Een voorbeeld van windellende.
Stel je vervangt en 20 MW conventionele centrale (die kan 20 MW continu leveren) door windmolens dan zul je om dezelfde hoeveelheid energie door het jaar heen te kunnen leveren 80MW opgesteld windvermogen moeten inzetten.
Is er geen wind dan moet je die stroom toch nog leveren met 20 MW fossiel.
Is er echter veel wind dan draaien die windturbines 80 MW piek en drukken ook andere centrales van het net.
Nu neemt de wind nog verder toe b.v. tot windkracht 10 – 11 dan moeten alle molens op de rem gezet worden waarop direct 80 MW vervangende stroom nodig is.
Die vervanging kan op dat moment alleen worden opgewekt met 80 MW snelstartende piekscheerders.Je vervangt dus geen centrale ook bij weinig wind heb je stroom nodig.
Er moet wel extra 80 MW piekvermogen beschikbaar zijn bij storm en het net wordt met veel grotere stromen belast ( in plaats van pieken tot 20 MW zit je enkele malen per jaar echt op 80 MW te pieken) .Schiet lekker op
@Hugo
Je hebt helemaal gelijk.
Maar uiteindelijk resulteert je verhaal in een windprofiel (op land) van ca 25% en een 100% benodigde vervangingscapaciteit, met de bekende nadelen.
Datzelfde geldt ongeveer voor getijdenturbines, alleen is daarvan de productie volledig voorspelbaar, wat een enorm voordeel is.
Zie voor de discussie over PV / wind en de inpassing ervan ook de reacties op http://climategate.nl/2011/06/27/de-wereld-energi…
@Theo
Met getijdeturbines is onderling nog wel wat te regelen.
Wanneer je ze verspreid plaatst, kun je vanwege de onderlinge tijdsverschillen in h/l water een vrij gelijkmatige aanvoer verkrijgen.
Een middagje stoeien met getijdetabellen & stroomatlassen wijst feilloos de juiste locaties aan.
Zoals gebruikelijk in AGW kringen weer een volledig verkeerde voorstelling van zaken. Als de alarmisten eens wat eerder opening van zaken hadden gegeven en de sceptici niet jarenlang met een kluitje in het riet hadden gestuurd, gekleineerd en verketterd, dan waren deze oude koeien allang op het droge gebracht. Nadat climategate had aangegeven hoe de dames en heren alarmisten zich over het algemeen gedroegen zijn de ogen opengegaan en worden scpetische wetenschappers eindelijk serieus genomen.
Aanstaande week in het Catshuis het moment van de waarheid voor de politiek, kabinet-Rutte1, duurzaam-, klimaat en milieu?
CDA wil nog immer meer duurzaam & windmolens, meer Kyoto-maatregelen, meer ontwikkelingshulp, meer vluchtelingen naar Nederland, meer multiculti, meer Europa, meer minima-subsidie.
CDA gaat ongetwijfeld het hardste lijden, want zowel bij VVD als PVV zijn dat geen van alle harde kernwaarden.
Vragen: Stapt het CDA uit het kabinet? Is een nieuwe brug (regeerakkoord) nog mogelijk tussen VVD,PVV,CDA?