fosfaatvrij: schadelijker voor het watermilieu, en minder werkzaam: dus meer nodig

In deze blog de wetenschap achter mijn plaats 3 in de ‘zinloos milieubeleid’-verkiezing: 30 jaar hetze tegen de nuttige meststof fosfaat in waterbeleid.

Al meer dan een kwart eeuw lang behandelen rioolwaterzuiveraars (RZWI’s) de nuttige meststof fosfaat als een vorm van gevaarlijk afval. Tegen miljarden euro’s aan investerings- en verwerkingskosten. Omdat dit na 1985 moest, zoals ik al blogde. Het Wageningse NIOO en Waterschappen kiezen bij blauwalg-bestrijding nog steeds-als lapmiddel- fosfaatverwijdering, door ijzerchloride te lozen in oppervlaktewater.

De verwijdering zelf verliep succesvol.
Maar het had geen effect op het beleden milieudoel. Zoals ik Imares-directeur Martin Scholten al citeerde, toen hij nog TNO-onderzoeker was:

‘Halvering van de P-belasting (fosfaat RZ) van de Nederlandse oppervlaktewateren sinds 1985 had geen invloed op de (nog steeds) te hoge algendichtheid.’

Nuttig fosfaat als afval verbrand en gedumpt
Van de geschatte 12,4 miljoen kilo fosfor in rioolslib (Smit et al 2010) wordt – bij wijze van bezigheidstherapie- nu 9,4 miljoen kilo verbrand (en dan als vliegas in de wegenbouw verwerkt), de rest belandt in de cementindustrie of wordt in zoutmijnen gedumpt.

    Een vergelijking: Het Boddeke Hagel-experiment ter verdubbeling van de productie van jonge vis in de Noordzeekustzone heeft slechts de HELFT van de fosfor nodig, dat nu als afval wordt VERBRAND. Hét gelegenheidsargument, dat Imares/Scholten nu tegen dit experiment gebruikt, naast ‘mogelijke algenbloei’? Fosfaatschaarste…

Boek Genesis van Milieubeleid heeft vaste verhaallijn
De aanleiding voor deze miljarden euro’s kostende meststofverspilling was–net als bij klimaat en zure regen- een massamediahysterie, met daarop inspringende ‘experts’. Na één toevallig incident dat werd verklaard als negatieve trend, waarna de carroussel van elkaar napraters de rest deed.

Dus geen rustige weging van wetenschappelijke feiten. Die hysterie ontstond in 1982, toen water in de Duitse Bocht zuurstofloos werd, en iedereen ging beweren/herhalen dat de hogere fosfaat- en stikstoflast sinds de jaren ’60 DE oorzaak was.

Spontange algenbloei is natuurlijk verschijnsel, ook zonder extra fosfaatlozing
Het proefschrift van Folkert de Jong in 2004 haalt in hoofdstuk 1 de gebeurtenis aan, om de kloof tussen beleid en de stand van wetenschappelijke kennis te illustreren. Spontane grote algenbloei komt ook ‘van nature’ voor, ook ver van de kust midden op zee.

Er zijn vele andere oorzaken dan een hogere fosfaatlast. Bij decennia van hogere fosfaatlasten traden géén problemen op langs de kust, zoals Cadee en Hegeman in 1987 voor het Wad al vaststelden. ER waren biologisch meer vóórdelen.

Nog steeds te veel algen, ook bij halvering fosfaat door ANDERE vervuiling
Algenexplosies ontstonden en ontstaan nog steeds vooral in binnenwateren, OMDAT HET WATER DAARIN OOK VERVUILD WERD met stoffen die het aquatisch leven al in lage concentraties beinvloeden. Zoals met pesticiden, PCB’s, olieen en zware metalen. Zo nam de verwerkingscapaciteit van het ecosysteem af: algen zijn minder gevoelig dan andere organismen in het mariene en aquatische systeem.

De fosfaat-alg-anoxisch-connectie is niet zo simpel
NIOO en Waterschappen gaan op zijn best te simplistisch te werk (onder het mom van ‘innovatie’). Lees daarom nog eens Scholten zijn proefschrift uit 2004, ‘Ecotoxicological effects on zooplankton-phytoplankton interactions in eutrophied waters’, doorvertaald naar professionals in waterbeheer in ‘Eutrophication Management and Ecotoxicology’uit 2005.

De Algen(Het gras) groeien hemelhoog zonder koeien(zooplankton)
Scholten simpel samengevat: de-fosfatering heeft geen effect op overmatige algenbloei (het gras), als je geen gezonde populatie zooplankton (microwaterkoeien als Daphnia, copepoden ed) hebt die de algen begrazen/ kort houden.

    In zijn proeven in containers mét grazend zooplankton, is de dichtheid van algen (het gras) na acht dagen experiment maar ZES PROCENT van die in een situatie zonder begrazing door zooplankton. Kortom, met meer microwaterkoeien, wordt het water significant helderder. Ook bij een overschot fosfaat.

Zuurstofloos na jaren fosfaatbeleid dankzij andere vervuiling
In water met te weinig ‘microkoeien’, kun je dus alle fosfaat weghalen die je wilt. Toch hou je een groene algensoep, als de microkoetjes zijn gevloerd door chemische vervuiling (zware metalen en olieen zijn voor watervlooien al bij lage doses toxisch), want er is dan te weinig begrazing.

De afbraak door bacterien van het onbegraasde dode algenoverschot – een soort verbranding- slurpt alle zuurstof op: het water wordt zuurstofloos (anoxisch). De plaatjes van dode drijvende vissen zijn dan bekend. Die vissen zijn gestikt. Dat kan dus wel door VERVUILING komen, maar het is op zijn best te simpel om naar fosfaat te wijzen.

Fosfaatvervangers schadelijker én minder werkzaam dan fosfaat
De fosfaatvervangers in wasmiddelen maken zware metalen (kwik en koper) uit sediment oplosbaar. (Zie deze studie uit 2010 door het Instituut voor Milieuvraagstukken in opdracht van SWNM) Die stoffen zijn voor de ‘waterkoetjes’ al in lage doses giftig. Wat is het gevolg?:

Geloosd Water met fosfaatvervangers er in is TROEBELER dan water met fosfaat

Opnieuw citeer ik Martin Scholten, vóór hij rekening moest houden met politieke gevoeligheden en ‘de klant’.

NIOZ zat fout door productiviteit gelijk te stellen aan het AANTAL algen
De relatie met mijn Waarheid op het Wad-reeks is hier ook duidelijk. De primaire productie in water (dus de snelheid waarmee het ‘gras’: de algen in NL groeien in voorjaar en zomer) meet je niet beslist aan de hoeveelheid algen. Immers, als die algen snel worden begraasd door steeds meer waterkoeien, kun je bij een lagere algendichtheid (de hoeveelheid) wél een snellere algengroei (productie) hebben.

Wat telt, is de jaarlijkse groei in totale biomassa. (dus algen, zooplankton en vis samen).
Het is deze fout die NIOZ-onderzoekers tot 2004 deed ontkennen dat de primaire productie afnam op Wad en Noordzee, toen de fosfaattoevoer in zee inzakte. Zij stelden de hoeveelheid algen gelijk aan primaire productie, in plaats van de groei van die hoeveelheid van die algen. Opnieuw, iedere lul de behanger kan dat begrijpen.

    Dus… Zolang je waterzuivering richt op biologisch gunstige stoffen en stoffen laat glippen die al in lage doses het aquatisch leven beinvloeden, bedrijf je symboolbeleid.

Moet je dus wel fosfaat verwijderen om blauwalg te bestrijden, zoals NIOO en Waterschappen claimen? De giftige en voor zwemwater gevaarlijke Blauwalgen (cyanobacterieen) bloeien vooral in de nazomer in troebeler water, als de algengroei het fosfaat al heeft opgeslorpt. Blauwalgen groeien vaak sneller bij een HOGERE stikstof-fosfaatratio (verhouding 18:1), omdat ze efficienter (het grotendeels al opgevreten) fosfaat consumeren bij minder licht, en winnen dan de voedselcompetitie met algen.

Meer opgelost fosfaat betekent juist een LAGERE stikstof-fosfaatratio. Die LAGERE ratio, in zee bekend als de Redfieldratio van ongeveer 7:1 zorgt voor MEER productie die zich doorvertaalt in meer zooplankton: het voedsel van jonge vis, zoals centraal in het Boddeke-Hagelexperiment.

En nu is het volgens WUR-activisten weer ‘De Klimaatverandering’
Bij MEER stikstof in verhouding tot fosfaat (oftewel rigide fosfaatverwijdering) hou je dus nog steeds kans op blauwalg. Zoals we ieder jaar weer ondervinden. Maar natuurlijk moet natuur/milieuverschijnsel verklaard worden vanuit het academisch milieuactivisme.

Zo claimen bijklussende communicatiemedewerkers van de WUR nu via het altijd ‘gullible’Vroege Vogels dat ‘de klimaatverandering’het doet. Die bewering is vooral gebaseerd op een studie naar één warme zomer van 2003, door Jeff Huisman.

Omdat blauwalg de gewone alg wegconcurreert bij hoge stikstof-fosfaatratio’s als efficientere fosfaatconcument, en dus opbloeit, kan fosfaatverwijdering dus zelfs negatief werken. I shit you not.

Het fosfaatklimaat verandert nu
Pas recent zijn mensen als Cees Buisman van Wetsus met Joop Atsma rond de tafel gegaan, om deze zeldzame meststoffenverspilling te be-eindigen. SNB, de slibverwerker onderzoekt nu methodes om de fosfaat in bruikbare vorm uit het slib te halen, via zoutzuur-toevoeging: dit voorjaar verwachten ze een doorbraak. De website fosfaatrecycling van slibverwerker SNB ging de lucht in. SNB werkt al aan fosfaatterugwinning uit vliegas. De tijden zijn dus veranderd/verbeterd.

Minder omslachtig en op lange termijn goedkoper zou zijn
, om gewoon de hele fosfaattrap te verwijderen uit de RZWI’s: het fosfaatrijke water kan je dan benutten. De STOWA voert hiernaar al onderzoek uit, om het water voor biomassakweek (algen) te benutten.

Dat men die fosfaattrap niet verwijdert, heeft een vrij lullige reden. RZWI’s moesten net investeren in dure en energieverspillende fosfaatverwijdering en verwerking, om 10 procent schoner te worden dan Europa voorschrijft. En dan blijkt andermaal hoe zinloos dat was.