Afgelopen zaterdag publiceerde De Volkskrant integraal de brief van 16 wetenschappers (link VK) die op 27 januari in  Wall Street Journal online had gestaan (link WSJ). Natuurlijk was er in de Verenigde Staten allang een alarmistisch atwoord op de schandalige brief geweest (zie hierr) en natuurlijk kon de wetenschapsredactie van de Volkskrant niet achter blijven. Zeker als je ziet dat de gemiddelde Volkskrant lezer getuige de reacties bij de brief gewoon nog die-hard alarmist is.

Voor zover ik weet heeft de Volkskrant Maarten Keulemans van NWT “gehaald” om niet met Martijn van Calmthout aan het roer van de alom gewaardeerde Wetenschapsbijlage in de klimaatafgrond te donderen. En sindsdien is het ook steevast Maarten Keulemans die de “het-valt-wel-mee-met-AGW” artikelen mag schrijven zoals onlangs weer over de afwezige smelt van de Himalaya gletsjers.

Dus ging ik op het puntje van mijn stoel zitten toen ik zag dat Maarten en Martijn nu samen in de pen geklommen waren. Lees even mee!

Klik voor een grote leesbare versie…

Wat vinden jullie van dit enerzijds-anderzijds middelbare schoolopstel?

Ik vind het altijd fraai dat als alarmisten sceptici tegemoet willen komen dat ze zich dan meteen ook zo bloot geven…. ik vis deze passage er even uit:

Het klimaatdebat gaat meestal dan ook niet om wetenschap, maar om een botsing tussen ideologieën. Aan de ene kant is er het conservatieve, liberaal-rechtse idee van een leefstijl van eigenbelang en overconsumptie die alles bij het oude laat; anderzijds is er het progressieve idee van een maatschappij die vooruitdenkt en zich door regulering aanpast aan de ‘onweerlegbare’werkelijkheid van een planeet met 7 miljard bewoners en een eindige voorraad aan grond- en brandstoffen. In dat intens gepolitiseerde krachtenveld vullen beide kampen de wetenschappelijke onzekerheidsmarges naar eigen believen in en misbruikt zowel links als rechts de wetenschap om zijn gelijk te halen.

Een mooie schuldbekentenis is dat! Maartijn van Calmthout sluit het opstel vervolgens af met de dooddoener van het voorzorgsprincipe. Dat laat ik buiten beschouwing. Ik hoop dat ik mag geloven dat Maarten Keulemans bij deze kneuterafsluiting buiten spel heeft gestaan.

Om te laten zien hoe de paradigma’s uit elkaar liggen herschrijf ik bovenstaande passage nu met de lelijke adjectieven aan de linkse kant en de redelijkheid bij rechts…

Het klimaatdebat gaat na de linkse IPCC-coup eind jaren tachtig niet meer om wetenschap, maar om een botsing tussen ideologieën. Aan de ene kant heb je het degelijke conservatieve, libertarische idee van vrijheid van het individu, eigen verantwoordelijkheid, de techno-optimistische voorvechters dus van de kapitalistische productiewijze, de vrije markt en vrije consumptieve keuzes van burgers die samen voor een gestage verbetering van energie-efficiëntie en arbeidsproductiviteit zorgen en daarmee voor voortdurende stijging van welvaart en welzijn; anderzijds is er het inmiddels reactionair geworden progressieve idee van een maatschappij die de economie wil plannen en die het vrije verkeer van diensten en goederen en daarmee efficiënte inzet van grondstoffen en arbeid met regulering verstoort zich rechtvaardigend met een ‘leugenachtige’ werkelijkheid van een planeet die niet in staat zou zijn 7 miljard bewoners te dragen en de voortdurende bedrieglijke pessimistische praatjes over een eindige voorraad aan grond- en brandstoffen. In dat intens gepolitiseerde krachtenveld vult het alarmistische kamp de wetenschappelijke onzekerheidsmarges nu al enkele decennia straffeloos naar eigen believen in. Gelukkig is na climategate het zelfreinigende vermogen van de wetenschap goed op gang gekomen en lijkt links te falen in haar opzet de wetenschap te misbruiken om haar gelijk te halen.

Oef!