Het drooggevallen Wad was op maximaal 5 procent van haar oppervlak bezet met mosselbanken


Het project Waddensleutels doet met 3,1 miljoen euro uit het Waddenfonds onderzoek naar wat iedereen in principe al wist, zolang garnalen, krabben, zeesterren en mosselen bestaan: predatie verlaagt broedval van mosselen, en bij hoge predatie heb je dikke kans op minder mosselen, zeker in een voedselarmer milieu. Leuk verhaal, vindt u niet? Maar dat verhaal krijgt hier een nog leukere titel: ‘De Mossel als Biobouwer’.

Er gaat niets boven: De magische mosselen-hypothese uit Groningen
De te onderzoeken Piersma-reviewed hypothese:

‘Biobouwers zoals mosselbanken en zeegrasvelden spelen een sleutelrol bij het ontstaan en behouden van (bio-)diversiteit in de Waddenzee.’

Mosselbanken – die op hun piek maximaal 5 procent van het Nederlandse Waddenoppervlak van 2400 vierkante kilometer uitmaakten- met commerciele ingezaaide percelen van 70 vierkante kilometer in de Westelijke Waddenzee- zouden volgens RUG-hoogleraar Han Olff ‘de basis van het Waddenecosysteem vormen’, zo meldt hij in de Waddensleutels-nieuwsbrief. Juist….

Het na 1990 ‘verdwijnen’van (commerciele) mosselbanken in de Westelijke Waddenzee – en vermeende gebrek aan herstel is aanleiding voor het onderzoek.
In de nutrientenrijkere Oostelijke Waddenzee is de populatie volgens Imares-bioloog Marnix van Stralen niettemin weer rond ‘streefwaarde’ uit het beleid van 2000 hectare teruggekeerd. Toch zouden waargenomen trends sinds de jaren ’90: van afname van vogelaantallen tot de troebelheid van het Waddenwater- zijn toe te schrijven aan minder ‘biobouwers’, waarbij de verderfelijke visserij natuurlijk ‘de oorzaak’is dat er minder mosselen zouden zijn.


Maar: is het ook waar?
Dit Waddenmysterie is -qua negatieve trends in schelpdieren en vogels- immers ook heel simpel te verklaren, via de hier uit den treure behandelde nutrientenvermindering en gehalveerde primaire productie.

Maar waarom makkelijk doen als je op moeilijker meer mensen kunt laten promoveren, en projectgroepjes als ‘Naar een Rijke Waddenzee’voor Hein Sas Consultancy kunt vormen voor ruim 5 miljoen euro. Van Dieren’s frontsoldaat wilde na het kokkeldrama in 2004 ook gewoon bezig blijven, nu als groene hinderpaal voor mosselvissers en vrind van Niet Gekozen Organisaties/Gouvernementele Extensies (NGO’s).

Wat wisten wij al 10 jaar vóórdat Waddensleutels begon?
Dat valt te lezen in rapporten van Norbert Dankers en Bruno Ens bij EVA2- voor het Kokkelproces van 2004, hier beide al besproken.

    a. stormen en ijsgang zijn funest voor mossel/kokkelbanken op het Wad
    b. garnalen en krabben eten de broedval van mosselen, en bij hoge predatiedruk heb je dus lagere broedval.

Wat weten wij ná predatie-experimenten in Waddensleutels, zoals het RUG-persbericht meldt? Dames en heren hou u vast!

    a. stormen en ijsgang zijn funest voor mosselbanken op het Wad
    b. garnalen en krabben eten de broedval van mosselen, en bij hoge predatiedruk heb je dus lagere broedval.

Of zoals de Nieuwsbrief van Waddensleutels verwonderd meldt:

Naast harde wind blijkt de predatie door garnalen en krabben bepalend of mosselbanken overleven. In de geplaatste kooien, die de predatoren buiten hielden, was de kokkel- of mosselbroedval ronduit spectaculair.

’t Is nie waar…

In de nacht van zeventien op achttien juni spookte het op de Waddenzee. “Alle proefvlakken onder
Ameland zijn die nacht weggespoeld, inclusief de garnalenkooien die we stevig in de wadbodem hadden verankerd. Veel van die kooien zijn later op de kwelder van Ameland teruggevonden”, vertelt Tjissevan der Heide, wetenschappelijk coördinator van Waddensleutels.

    Wéér verzuimen de onderzoekers onder leiding van Tjisse van der Heide de totale invloed te kwantificeren voor het hele Wad. Het blijft bij wat lokale proefjes van procesbeschrijvingen. Die maken het plaatsvinden van een proces aannemelijk dat al bekend was, maar ze kunnen dus nooit de boude uitspraak van Olff onderbouwen.

En in normale biologie is voedsel en primaire productie de basis van een systeem
Dus hoe kun je dan ooit beweren dat mosselen nu plots de basis zijn? Is dat niet meer dan dat, een bewering die zijn geldigheid moet ontlenen aan de academische autoriteit van de afzender?
Ik heb Tjisse van der Heide natuurlijk gevraagd, wát hij nu bewijst met Waddensleutels wat we nog niet wisten.

RZHebben jullie getalsmatig bepaald, hoeveel die predatie de groei belemmert (?) van mosselbanken tov de andere factoren als hoeveelheid larven in het water, primaire productie, storm, enz? Of zet ik dan nog een stap te ver? En kun je wel van belemmering spreken van groei van mosselbanken door predatie, als zoals Van Stralen al stelt de ‘streefwaarde’al is bereikt en mosselbanken nooit meer dan 5 procent van het Wadoppervlak bedroegen. Een pdf van jullie resultaten zou zeer welkom zijn, in de nieuwsbrief tref ik alleen de ecologische verhalen (kwalitatieve beschrijving van fenomenen en ecologische relaties, die al eerder zijn beschreven zoals door Dankers in 2004), niet het kwantitatieve deel.

Hier is Van der Heide zijn keurige en beleefde antwoord

De proef die wij hebben gedaan laat zien dat tijdens, en net na de broedval (de vestiging van jonge mosseltjes – ze zijn dan minder dan 0.5 mm groot), predatie door garnalen en krabben een belangrijke “bottleneck” is bij de lange termijn perspectieven van die broedval. De predatie is vaak zó groot dat alle jonge mosseltjes binnen een paar weken worden opgegeten en er dus geen mosselbank kan ontstaan. Hierdoor houden krabben en garnalen het spontane herstel van mosselbanken dus tegen.

Deze proef speelt zich af op het droogvallende deel van het wad.
Het gaat hier dus om droogvallende mosselbanken en niet om ondergedoken banken. Ik vermoed dat de berekeningen van Marnix van Stralen betrekking hebben op ondergedoken banken? In ieder geval is het zo dat er voor 1980 ongeveer 4000 ha droogvallende mosselbanken lagen op het wad. Door overbevissing icm een heftige storm, waren (bijna) al die banken na 1990 verdwenen.

Het herstel van droogvallende banken kwam daarna heel moeilijk van de grond in het oosten van de waddenzee en helemaal niet of nauwelijks in het westen. Met onze proeven wille we begrijpen waardoor dit komt en of we de natuur mogelijk een handje moeten helpen om het oorspronkelijk areaal aan droogvallende banken te herstellen, aangezien ze belangrijk zijn voor veel andere soorten (vogels, vissen, etc).

Van deze proef hebben we natuurlijk de kwantitatieve resultaten (aantallen mosselen per m2 met en zonder predatie), maar die kan ik helaas voorlopig nog niet overleggen.

Het feit dat garnalen grote hoeveelheden jonge mosselen eten betekent vermoedelijk niet dat de garnalenvisserij daar iets aan kan veranderen. Deze mosselen worden in mei en juni gegeten door een grootte klasse van garnalen waar de visserij niet op vist (= heel klein/jong).

Voorlopige meting wijzen erop dat het aantal garnalen in de geulen in de afgelopen jaren NIET is toegenomen, terwijl de (jonge) garnalen WEL zijn toegenomen op de platen! Dit zou erop kunnen wijzen (maar dit is speculatief) dat er minder predatie is op de platen terwijl er in de geulen nog wel steeds evenveel garnalen worden weggehaald als vroeger.

Vroeger werden garnalen vooral gegeten door de natuurlijke predatoren zoals platvissen.
Dit is over de jaren heen minder geworden omdat er nu veel minder (plat)vis in de waddenzee zit. De rol van deze vissen is in de geulen mogelijk overgenomen door de garnalenvisserij, maar de kleine jonge garnalen op de platen worden nu door niets meer gegeten, terwijl ze daar dus vroeger ook hier werden bejaagd door platvis. Deze platvis is overigens een belangrijke bijvangst van de garnalenvisserij. (heeft hij helemaal gelijk in RZ)

Wat Van der Heide hier bedoelt is een cascade-effect
In de Waarheid op het Wad-reeks beschreven wij de bottom-up invloed: minder draagkracht door minder nutrienten. De Groningers kijken naar topdown-invloeden, wat heel legitiem is. Maarr… Conform de eisen van de Piersma-reviewed literatuur verzuimt Van der Heide de invloed te vermelden van nutrientenvermindering en gehalveerde primaire productie sinds 1994 –de bottom up-olifant in de Waddenkamer- om de schuld te geven aan visserij. Terwijl er een bijna lineair verband is tussen mosselen, primaire productie en nutrienten, zoals ook experimenteel in het Noorse Maricult aangetoond.

Wat laat Waddensleutels verder wég voor informatie?
Dat de 70 vierkante kilometer mosselbank in de Westelijke Waddenzee sinds 1950 tot 1990 werd ingezaaid door Zeeuwse mosseltelers, die voor beheer ook de zeesterren (predatie) wegvingen. En dat nauwelijks bekend is hoeveel ‘natuurlijke’mosselbanken er zouden zijn geweest zonder die Zeeuwse inspanningen. De oogst lag tussen 1965 en 1985 op 150 miljoen kilo, 5 maal zoveel als de jaren ’50, en zakte in 1990 in tot 9 miljoen kilo. Precies in lijn met de trends in eutrofiering.

Dat weglaten is geen kwade wil bij Van der Heide.
Ik denk dat hij hooguit zo geconditioneerd is door het holistische denken uit de Piersma-review en milieupropaganda, dat hij werkelijk gelooft dat het zo zit. En velen met hem. Bedenk dat buiten hun kleine specialisme- waarvan ze alles weten- ecologen maar gewoon aannemen van wat ze uit hun sociale kring oppikken.

Terwijl je ook kunt stellen: die predatie-invloed is zo sterk én keert de snelle groei van mosselbanken omdát het nutrientengehalte zo verlaagd is, ten opzichte van de jaren ’80. Daardoor heeft predatie méér invloed in voedselarmere omstandigheden. Als het om weidevogels draait, zijn mensen van de RUG ook als eerste om te vermelden dat milieuverslechtering voor deze vogels (in de vorm van intensivering en minder voedsel, dus bottom up-invloed) funest is en dat predatie bijzaak is. Waarom is dat zelfde principe op het Wad dan plots geen sleutel?

Waddensleutels laat kortom de belangrijkste (?) invloed weg (bottom up) weg, en geeft een topdown-invloed alle aandacht.
Tegelijk maakt het processen kwalitatief aannemelijk, maar niet kwantitatief op Waddenzee-niveau. Maar, de natuur een handje helpen is dus geen taboe meer in Groningen. Dat betekent dan ook een fosfaatproef dus geen principieel bezwaar zou ontmoeten. Daar komen we dan in volgend blog op terug.