Duurzame bronnen produceren energie, maar vaak niet waar en wanneer we die nodig hebben. In Denemarken met zijn grote windcapaciteit is bijvoorbeeld ongeveer 40% van de windenergie op het moment van levering niet nuttig te gebruiken. Een goede uitleg hiervan vindt u in deze grondige studie.

Dit probleem valt niet op te lossen: opslag van elektriciteit is onbetaalbaar in geld en energiekosten, voor zover er al opties voor bestaan. Dit levert twee grote problemen op:

1. Kosten infrastructuur
We kunnen vaak een groot deel van de duurzame energieproductie alleen maar gebruiken op relatief grote afstand van de plaats van opwekking. Dit zorgt voor zeer hoge kosten aan versterking van het stroomnet. We praten wederom over tientallen miljarden. Insiders uit het netbeheer weten dat Nederland met een enorm probleem zit met de elektrische infrastructuur als de 20% duurzame doelstelling echt gehaald zou worden met zon en wind. De gigantische bedragen, die nodig zouden zijn om het net daarvoor geschikt te maken, worden vooralsnog niet uitgegeven, omdat men in de energiewereld verwacht dat we vér bij die 20% uit de buurt zullen blijven.

2. Inpassing – de ‘windparadox’
Een veel groter probleem is echter de inpassing van grillige wind- en zonne-energie in het op dit moment precies uitgebalanceerde net. In principe komt het erop neer dat je (als je geen grote waterkracht centrales hebt om mee te regelen) voor sterk wisselende energiebronnen zoals wind en zon, zeer snel opstartende en snel regelbare gascentrales als back-up moet bouwen. Deze hebben een lage efficiency van circa 35%.
Zonder duurzame bronnen zou je complexe (combined cycle) centrales kunnen bouwen die minder flexibel zijn, maar wel een rendement hebben van tegen de 60%.

Aangezien de duurzame bronnen gemiddeld minder dan een derde van de tijd stroom leveren, moet je dus méér dan 2/3 van de elektriciteit van de wind-gas combinatie met laag rendement uit gas opwekken.
Zonder duurzame bronnen kun je 100% van de stroom met hoog rendement uit gas produceren.
De situatie mét duurzame bronnen leidt op basis van deze getallen tot zelfs netto 15% méér gasverbruik, dan wanneer deze duurzame bronnen nooit op het net zouden worden aangesloten.
Deze ‘windparadox’ wordt angstvallig onder tafel gehouden door de voorstanders van duurzame bronnen.    

 

Defecte windmolens besparen méér energie dan draaiende

De toekomst
Dit is een versimpelde voorstelling van zaken, in de praktijk ligt het iets gunstiger. De nieuwste hoogrendement-centrales zijn weliswaar beperkt, maar toch beter regelbaar. Maar ze vertonen nog steeds een daling van de efficiency bij terugregelen. Ook kost het afschakelen  en weer opstarten erg veel energie.

Extra nadeel is dat deze centrales veel duurder zijn, en er dus extra verlies op de investering geleden wordt als ze niet continu op vol vermogen mogen draaien. Ook geeft het vele op- en afregelen en opstarten extra slijtage die leidt tot een versnelde afschrijving.
Al deze kosten dienen bij de prijs van de windenergie te worden opgeteld.

Het is duidelijk dat je als je de kosten van de bouw van de backup-centrale, de extra afschrijvingen daarop, het lagere energetische en financiële rendement ervan, en de hogere energiekosten per kWh, bij de kosten van de duurzame stroom telt, deze volstrekt onbetaalbaar wordt.

Tot slot neemt de uitstoot van werkelijk vervuilende stoffen (zoals NOx) bij deze op zich zeer schone gascentrales sterk toe bij het aanzienlijk onder optimaal vermogen draaien. Op het moment dat het flink waait, neemt de luchtverontreiniging dus toe tegenwoordig, dank zij de windenergie.

Om hoeveel geld gaat het eigenlijk?
We betalen zo’n 22 cent per kWu, en bij het toestaan van onbelaste teruglevering krijgt een duurzame producent dat er dus ook voor.
De elektriciteitsproducenten krijgen ca 5 cent voor stroom, die precies op het gewenste moment wordt geleverd. Stel dat duurzame stroom in combinatie met de backup centrales evenveel waard zou zijn, dan moet je de extra kosten en verliezen van de backup centrales van die 5 cent aftrekken om de economische waarde van de windstroom te bepalen.

In het door mij berekende geval (15% méér gasverbruik) kom je dan uiteraard ver onder nul uit, maar laten we extreem optimistisch zijn en een resterende waarde van 3 cent aanhouden. Het verschil is dan 19 cent per kWh. Dat moet bij onbelaste invoering van duurzame stroom in het net hoe dan ook door ons allemaal opgebracht worden.

Het regeringsbeleid is erop gericht de komende jaren zo’n 5000MW aan windturbines te bouwen. Dat is bruto zo’n 10% van ons elektriciteitsgebruik, maar door inpassingsverliezen is het hoogstwaarschijnlijk minder dan de helft daarvan. Laten we, nog steeds optimistisch, 6% aanhouden. Dat is  ca 2% van ons totale energiegebruik, inclusief elektriciteit.

Die duurzame 2% kost ons dan de komende jaren zo’n 30 miljard.

De praktijk
Bovenstaande berekeningen zijn uiteraard slechts indicatief. Ik gaf al aan dat de elektriciteitsproducenten weigeren de werkelijke efficiencydaling van hun centrales te geven bij terugregelen ten behoeve van wind en zon, dus is het voor mij erg moeilijk om u een exacte berekening te geven.

Gelukkig zijn er nu ook praktijkgegevens bekend. In het Bentek rapport is heel simpel gekeken hoeveel CO2 er minder werd uitgestoten na het installeren van een grote capaciteit aan windturbines in Colorado. Puur aan de hand van de nauwkeurig bijgehouden uitstoot door de centrales. Van de voorspelde reducties bleek in de praktijk helemaal niets terechtgekomen te zijn: er werd geen afname van CO2 productie geconstateerd. Wel was de luchtvervuiling erdoor toegenomen. Beide stemmen overeen met wat ik boven aangaf.
Studies over Ierland wijzen in dezelfde richting.

Ernstig tekort aan openheid
Mijn eenvoudige berekening en de Bentek praktijkstudie komen uit op een volkomen nutteloosheid van het inpassen van duurzame bronnen in de huidige situatie. De werkelijkheid kan in de toekomst wellicht gunstiger worden, bijvoorbeeld bij een verregaande elektrificering van de energie-infrastructuur, een groot elektrisch wagenpark en elektrische huisverwarming. Maar die situatie is nog zeker een aantal decennia verwijderd, en daarvoor dient ook de elektriciteitsproductie en -distributie minimaal te verdubbelen. Dat gaat uiteindelijk wel gebeuren, maar zoals ik al eerder uitlegde is dat pas in de volgende eeuw te verwachten. We hebben dus nog ruim tijd om een concurrerende duurzame bron te vinden.

Dat je een duurzame kilowattuur vooralsnog bij lange na niet voor 100% mag meerekenen in de stroomvoorziening en de CO2-reductie, zouden een eerlijke overheid en energiebranche veel duidelijker moeten communiceren.

Bizar overheidsbeleid
Met het voorgaande in gedachte, is het uiteraard vreemd dat de cijfers om de effectiviteit van de inpassing van duurzame bronnen te kunnen berekenen, niet gewoon afgegeven worden door de betrokkenen.

Maar is het niet ronduit bizar dat de overheid tientallen miljarden stopt in duurzame projecten zonder zélf ook maar een begin van een berekening te maken van de werkelijke effectiviteit daarvan? Is dat niet volstrekt onverantwoord ten aanzien van de belastingbetaler?

We hebben het hier over 30 miljard waarmee als het mee zit 2% van ons energiegebruik gedurende 20 jaar verduurzaamd wordt. Samsom is ervoor om 100% duurzaam te worden. Daar is sowieso zelfs  theoretisch geen oplossing voor voorhanden, maar ook de volstrekt hypothetische aanloop, zeg naar 20% duurzame energie, kost bij de goedkoopste bron (wind) dus al zo’n 300 miljard. Elke 20 jaar.

Denkt u nu eens terug aan de in deel 1 uitgelegde noodzaak om nu al met spoed miljarden op de zorg of de uitkeringen te bezuinigen. Vindt u dan 15 miljard per jaar extra aan duurzame uitgaven, die in feite niets anders doen dan politici een groen imago geven, nog steeds zo’n goed idee?