Lang durfde ik het niet aan: ik blijf graag positief over de mensheid. Maar vandaag heb ik toch eens gelezen in de Zuurzame 100-lijst van Trouw. Je blijft in sprakeloosheid achter bij Trouw, over zoveel argument by authority, propaganda, afwezigheid van analytisch denkvermogen en postmoderne redeneerkunst. Samengebald in tabloidformaat. Lees dit tekstje van de nr 27 van de lijst over Grutte Pier, die onze zorgen over het intellectuele klimaat onderstreept. De redacteur parodieert zichzelf:

functie: Hoogleraar klimaatverandering (= Hoogleraar pleonasme)
geboortejaar: 1950
“Het wordt saai. Voor het derde jaar op rij bestempelt het panel Pier Vellinga als slimste van alle honderd mensen op de lijst…….. (wat veel zegt over de intelligentie van het panel, hándig is het juiste woord RZ) Vellinga was één van de eerste wetenschappers die de opwarming van de aarde onder de aandacht bracht (in een tijd dat in Nederland géén significante trend waarneembaar was, die volgde pas eind jaren ’80 RZ). Hij was in 1987 bovendien één van de mede oprichters van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Veel klimaatsceptici hebben het voorzien op Vellinga (ach gossie RZ) en zijn kritisch over zijn analyses (komt volkomen uit de lucht vallen dankzij onze emotionele gesteldheid, we hebben behandeling nodig RZ).

Dit jaar schreef Vellinga het boek ‘Hoezo klimaatverandering’ waarin hij wil aanhaken bij de sceptische vragen die leven rondom klimaatverandering (en zijn gebrek aan argumenten compenseert met stromannen RZ).

Hij analyseert kritisch hoe broeikasgassen… het klimaat op aarde ontregelen…..(= huppelgansje-redacteur snapt het debat niet RZ) Daarin trekt hij niet alleen van leer tegen de sceptici, ook sommige alarmisten moeten het ontgelden. Vellinga mengt zich ook in het maatschappelijk debat. Hij keerde zich dit jaar met een stoet andere wetenschappers, waaronder Jan Rotmans (7), tegen de bouw van nieuwe kolencentrales in de Eemshaven. (die onder zijn eigen vriendin Jacqueline Cramer (79) werden doorgelaten RZ)”

pffffffff.
Ben ik blij dat ik geen ‘kwaliteitsjournalist’ meer ben (in Amsterdam woonachtige nepintellectueel die zich met voorhoede identificeert, en gebrek aan feitenonderzoek compenseert met zelfbeeld als gutmensch). Volgens Wim Turkenburg ben ik ‘riooljournalist’ (in de Tweede Kamer ging hij met rode oortjes tegen me aan staan en in mijn gezicht hijgen om me te ‘intimideren’, hij ruikt naar een wereldmuziektrommelcommune die net borrelhapjes kaas-augurk at).

Als Turkenburg dat zegt doe je toch iets goed.