Bovenstaande foto maakte ik vanochtend in het Drents Friese Wold. Je ziet hier een goede demo van ‘natuurlijk’ bosbeheer, waarbij dood hout zoveel mogelijk blijft liggen. Toen ik net in Wageningen kwam werd de ’20 procent dood hout’-regel mode bij beheerders, ontleend aan Bialowieza, maar ook Hasbruch waarover ik hier eerder blogde. Boswachters schilden (verwijderen bast, zodat boom sterft) zelfs gezonde bomen om maar aan hun 20 procentquotum te komen.

Die regel veroverde heel Nederland, ook in het Amsterdamse bos. Nu kun je hier de melancholische fabrieksfluittoon van de zwarte specht horen, een rothoutbeest van ouder bos maar ook de middelste bonte specht. Ons bos wordt ouder, en alles rot meer.

Wat wil dit zeggen?
Beheer van bos heeft minstens zoveel invloed als klimaat op de verspreiding van plant- en diersoorten. Dat blijkt ook uit studies van Joop Schaminee van de Radboud Universiteit. Veranderd bosbeheer in Limburgse hellingbossen, deed juist de soorten toenemen die meer koudebestendig zijn. Kortom: effecten van beheer hebben meer invloed op het lokale klimaat.

Ook Josef Reichholf ontwikkelde een eigen theorie voor Beieren. Juist steeds hogere stikstofdepositie zorgt voor vergrassing en verdichting van de ondergroei. Die verdichting van de ondergroei heeft – via schaduwwerking- op het microklimaat méér invloed dan macro-ontwikkelingen als 1 graad mondiale temperatuurstijging volgens Reichholf. Ik kan mij voorstellen dat ook de verdamping verandert. Wie kent daar een goede studie van?

Of het dode hout ook blijft liggen is nog de vraag, die bij commerciele opstanden in de buurt van belang is. Poolse bosbeheerders naast boven gefotografeerde Unesco Biosphere reservaat zijn het liever kwijt dan rijk, vanwege verhoogd risico op uitbraak van de letterzetter (een bastkever die sparren aantast)