Gedode zeearend door windmolens: Reclame voor ENECO-belangen en andere zakenpartners is géén natuurbescherming

Komt het weinige geld voor natuurbescherming dáár aan waar het nodig is? Er zijn bij mijn weten géén journalisten die deze logische vraag stellen: vooral zelfbenoemde ‘kwaliteitskranten’lopen in polonaise achter de marketing van ‘het goede doel’. Ik besloot de rendementsvraag wel te stellen, nadat ik in een KLM Cityhopper naar Warschau vloog. Gravend door het plastic in mijn lunch stuitte op in plastic verpakte WNF-dierenplaatjes. Via productie van afval op 10.000 voet de natuur beschermen: een unieke aanpak.

Dan blijken er gelukkig onderzoekers te zijn die deze vraag al voor jou stelden.
Het was onder andere bioloog Benjamin Halpern die deze vraag stelde in zijn artikel in Conservation Biology in 2006: ‘Gaps and mismatches between Global Conservation priorities and spending. De grote ‘conservation’NGO’s claimen dat ze prioriteitsgebieden hebben. Die zijn vastgesteld op ecologische criteria, en juist het WWF claimt hieraan veel belang te hechten.

Maar Halpern kon géén verband vinden tussen de bestedingen, en de prioriteitsgebieden en bij het WWF was er zelfs nauwelijks inzicht in de uitgavenstromen.

Ironically, the three NGOs most active in priority setting (WWF, CI, and BI) could not provide data documenting spending by country because, according to the finance offices of these organizations, they currently have no way of tracking spending at the regional or national level. This prevented us from directly comparing priorities and conservation effort for individual NGOs.

Zes procent inkomsten WWF Network en WWF International komt in Afrika
Ik nam dit voorjaar contact op met Halpern, en volgens hem heeft het WWF- volgens de WNF-voorlichtster een ‘lerende organisatie die open staat voor gefundeerde kritiek- na zijn WETENSCHAPPELIJKE artikel géén contact met hem opgenomen of discussie gevoerd.

Volgens Britse onderzoekers was de transparantie van uitgavenstromen van het WWF in 2009 verbeterd. Zij keken vervolgens: hoeveel geld komt in Afrika, en stuurden me een werkdocument van een paper die ze zouden publiceren. Daarin stonden enkele begrotingscijfers van het WWF voor 2006 die ik gebruikte. Dan blijkt- na overheadcorrectie van ongeveer 20 procent op de projecten in Afrika- dat 6 procent van de inkomsten van het WWF network en WWF International aankomt bij natuurprojecten aankomt.

Dooddoener van Wereld Natuur Fonds: ‘zonder ons was het nog erger’
In reactie op een artikel dat ik eerder in Het Parool publiceerde stelde het WNF al dat:

      – natuurbescherming zo moeilijk is

 

      – dat de biodiversiteit zo achteruitgaat in de Tropen

 

    – dat het ‘Zonder ons was het nog erger geweest’.

De derde is een ontoetsbare bewering waarin het WNF vaker grossiert: dan kun je ze nóóit afrekenen op effectiviteit. Als een CEO van Enron die stelt: zonder mij was het bedrijf nóg eerder opgedoekt. Ik keek juist naar wat je wel kunt toetsen.

Hoe meer geld naar mooie natuur hoe beter
Dan zeg ik: als het zo moeilijk is, moet je dan niet het weinige geld dát je hebt zo duurzaam en efficient mogelijk dáár besteden waar het nodig is? En als het in de tropen zo slecht gaat: dan moet het geld daar terecht komen.

Je zou dan hopen dat niet 6 procent van ruim 600 miljoen euro daar aankomt en duurzaam wordt geinvesteerd, maar 60 procent. En dus geen geld blijft plakken bij allerlei onzin over ijsberen, windmolens of klantenbinding voor ENECO. Of dat het WWF haar sterke punt- marketing en fondsenwerving- gebruikt om geld te halen voor clubs die weer beter zijn in veldwerk.

    Het WWF legt te weinig verantwoording af over haar rentabiliteit en kan met marketing en dooddoeners wegkomen. Nu hopelijk eens niet meer, want hoe meer mooie natuur hoe beter.

Een andere discussie die ik in de rapporten vermeed – omdat ik daar zelf ook niet uit ben- is: wat is natuurbescherming? Waarom moeten een paar Westerse kolonialen zich bemoeien met andermans achtertuin onder de evenaar, als onze overheid op aanvuren van het Wereld Natuur Fonds een windmolenindustrieterrein aanlegt in Natura 2000-gebied de Steile Bank. EN onze eigen achtertuin in tegels verandert met barbecuesetje en open keuken.

Na 2 jaar onttegelen (erfenis vorige bewoners), en honderden euro’s aan bloempjes voor de tuin verscheen als kroon op mijn werk een kolibrivlinder. Die had de cameraman van 1 Vandaag ook gezien. Stoer beest! Natuur is plezier, natuur is flexibel en angstzaaierij hoort niet bij natuureducatie. ‘Mondiale natuurbescherming’ontaardt al snel in slap ge### en papierproductie. En zoals Jan Schaeffer al zei: in gel## kun je niet wonen. Dat motto geldt ook voor plant- en diersoorten.