Windenergie in Friesland - foto Marijn van Rij

De provincie Fryslân heeft een Ontwerp –structuurvisie Windstreek 2012 opgesteld. Over dat plan worden nu zienswijzen ingewacht. De vraag is of het zin heeft zo’n zienswijze in te dienen. In het verleden heeft het provinciale bestuur er zich nauwelijks iets van aangetrokken. Maar stel dat dit bestuur zijn leven zou verbeteren. Dan nog is het onzeker of de inzichten van de burger ook maar enig effect zullen sorteren. De provincie vreest namelijk te worden overruled door Den Haag. Op grond van de Crisis- en herstelwet 2010 heeft Den Haag immers het recht om rijksinpassingsplannen op te leggen voor turbinecomplexen van meer dan 100 MW.

Dus kan Den Haag doordrukken, dat er 200 meter hoge turbines komen in het hartje van ons vlakke land, bijvoorbeeld bij Urk. Maar eenzelfde lot hangt tal van regio’s boven het hoofd.

Op welke gronden doet Den Haag dat?                                  
Dat is een goed bewaard geheim. Want het eerstverantwoordelijke ministerie (ELI) is niet in staat om met een maatschappelijke kosten-batenanalyse of een bewijs van nut en noodzaak van windenergie op het land voor de dag te komen. Verder heeft VROM gemeld dat het bij windenergie gaat om handelen in onvrijheid. Dit houdt in dat het resultaat van te voren vast staat. Duizenden bezwaarmakers, die in de loop der jaren allemaal in het ongelijk zijn gesteld, weten daarover mee te praten. Dus valt er waarschijnlijk ook weinig eer te behalen aan het nieuwe plan Windstreek van de provincie Fryslân. Toch is het goed er naar te kijken; al was het alleen maar om zich te verbazen over Den Haag en over de rare kapriolen die men wil uithalen om vooral de turbines gebouwd te krijgen.

De reactie op dit plan is neergelegd in bijgaande zienswijze.
Die is in de eerste plaats bestemd voor het provinciale bestuur (Gedeputeerde staten en provinciale staten). Maar ook voor de Haagse albedils, die best mogen weten hoe er in het veld over de windenergie wordt gedacht.
Het hooggeëerd publiek mag dat natuurlijk ook weten. Leest u daartoe vooral deze bijlage.

Prof. Dr. P. Lukkes