'ach die vissertjes roepen maar wat' (arrogante academicus et al)

Imares gebruikt voor het Ministerie van EL&I in haar rapport in 2011 (C068/11) bij de zelfde tongvisserij constant (veel) hogere discardpercentages voor de zelfde jaartallen, dan voor haar rapport voor het Productschap Vis in 2009 (C049/09). Dat blijkt bij nadere analyse van de discardtabellen in de rapporten (respectievelijk 4.4 en blz 17 tabel 2).

Zo stelde Imares richting Productschap Vis dat zij in 2004 een discardpercentage van 34 procent vond. Bij data voor het Ministerie van ELI in 2004 ligt dat op 57 procent. Ook in 2005 zit Imares voor het Ministerie van ELI op 52 procent, terwijl zij bij eigen data voor het rapport van Productschap vis op 44 procent komen.

    Die dataverschillen hebben grote gevolgen voor de conclusie die Imares over discards trekt op basis van data van 2004 tot 2008.

Geen trend bij Ministerie, wel bij Productschap
Richting Productschap Vis beweerde Imares- door dit lage percentage 34 procent op te nemen- dat haar data NIET veel zouden verschillen van de sector en zelfs een stijgende trend zou laten zien die raakvlak toont met het Productschap: zie je wel, jullie domme vissertjes wantrouwen ons ten onrechte, is dan de suggestie.

Wanneer je echter de data voor het Ministerie van ELI gebruikt- voor exact de zelfde visserij in zelfde jaren- zijn de verschillen wél groot, en is géén trend zichtbaar: de data in rapport C068/11 geven constant hoge discarding rond de 50 procent sinds 2000, het percentage 34 procent stamt uit de jaren ’90. En dan heeft de visserij gelijk gehad, en heeft Imares in 2009 het Productschap Vis gefopt. Een duur fopcadeau, want het Productschap betaalde het onderzoek.

Imares tikt te hoog af
Vanuit de visserij bestonden al langer verdenkingen dat Imares- opvolger van het RIVO met groen Wagenings sausje– veel te hoge bijvangstcijfers gaf die over boord werden gezet: De zogenaamde discards. Een oorzaak kan liggen in haar methode van sampling. Je hebt bij tongvisserij bijvoorbeeld al meer ongewenste bijvangst wanneer je overdag vist in plaats van in de activiteitsperiode (nacht), of te vaak dicht op de kust. Imares voert maar 8-10 samples per jaar uit.

Dat vermoeden bleek te kloppen nadat het – inmiddels opgeheven- Productschap Vis liet 20 kotters jaarlijks hun discards verzamelen en door Imares toetsen. Imares verzamelde haar eigen data (as usual) met 8 tot 10 trips per jaar. In de jaren 2005 en 2006 lagen discardcijfers in tongvisserij bij Imares liepen liefst 44 procent (2004) en 55 procent (2005) uit elkaar. Pas in 2008 haalde Productschap Vis een discardpercentage van 50 procent gemiddeld, ongeveer gelijk aan Imares.

    Thomas Catchpole haalt dit onderzoek aan in zijn review voor de Europese Commissie van 15 projecten om discards te minderen. Het is gek dat Brits visserijonderzoeker Catchpole dit onderzoek wél citeert, terwijl Imares voor het Ministerie dit zelf uitgevoerde onderzoek niet kan vinden. Christine Rockmann heeft het niet in haar literatuurlijst opgenomen bij haar studie over 30 jaar discardonderzoek door Imares. Of ze leest niet goed, of dit is bewust gebeurd.

Verschillende data hebben ook gevolgen voor overheidsbeleid.
In 2009 nam het Ministerie zich voor om discards te minderen met 50 procent. Wanneer de data van Productschap Vis in 2005 en 2005 kloppen- en die van Imares niet- dan heeft de visserij dat doel al gehaald. Gewoon door betere data te verzamelen.

In de Discardwijzer die ik maakte voor de SWNM kun je meer lezen. Dit jaar liep het kwaliteitscertificaat voor onderzoek van Imares af. De commissie die Imares beoordeelt, mag nog wel eens beter kijken voor zij haar kwaliteitsstempel zet. Het is niet de eerste keer dat je de objectiviteit van Imares-onderzoek kunt betwijfelen. In de Discardwijzer schrijf ik het alleen wat netter op dan hier op Climategate.