Nee, de groei van een gup van Bangor-biologen heeft niets met overbevissing te maken

Van tijd tot tijd duiken uit academieland geruchten op in media over de ‘verwoestende’ effecten van bevissing op de evolutie van vis.Nu zijn er een paar wetenschappers van Bangor University, die weer eens ‘onomkeerbare evolutie’ vinden door overbevissing richting ‘langzamere groei’, in een bericht ‘urgent action required to stop irreversible genetic changes to fish stocks’.

Een normale doorsneedag in de milieuverslaggeving
De BBC volgt in het koor dat de vis krimpt door ‘overfishing’, een Europarlementarier roept al weer op tot nog strenger straffen van Europese vissers en wil zelfs de evolutie van vis tegen houden. Oftewel, milieuprostitutie, wie is er op de universiteit niet groot mee geworden?

Maar wat is er eigenlijk aan de hand?
De Bangor-biologen en hun guppies (de studie ging over guppies) ken ik nog van een verhaal dat ik voor EOS maakte over contemporary evolution, versnelde evolutie.
Ze gebruiken een gup uit Trinidad als proefkonijn. Zoals biologen bij erfelijkheidsonderzoek vaak fruitvliegjes gebruiken, en Ronald Plasterk gebruikte bij zijn ontwikkelingsbiologisch onderzoek de zebravis. De gup produceert veel generaties binnen promotietijd van 3-4 jaar. Zo kun je dan invloed van milieuverandering meten op fenotype (uiterlijk) en genotype (DNA-verandering)Bij het laatste spreek je over echte evolutie.

Nu blijkt bij de gup in het lab, dat je kleinere guppen krijgt na enkele generaties grotere guppen wegvangen:dat wegvangen van de grootjes werkt dus door op genetisch niveau. Dat is niet zo schokkend, zo kan natuurlijke selectie werken en dus publiceerden ze in een B-blad. Ziet u enige link tussen een gup uit Trinidad en visserij op de Noordzee? Nee. Dus vanwaar al dit geschreeuw?

‘Visserij remt groei’simplisme
De mantra ‘visserij remt voortplanting en groeisnelheid’ won aan kracht bij het populaire artikel van David Coroner in Nature ‘Nets versus nature’, dat campagneclubs veel citeren.

Populaire schreeuwverhalen staan in contrast met degelijker studies, zoals de grootste reviewstudie naar visserij-effecten op evolutie en groei van Katja Enberg, waar ik al over blogde. Meer bevissing leidt vaak NIET tot langzamere groei, en veel onderzoekers snappen niet goed wat ze onderzoeken.

critical reading of the literature on growth evolution in fish reveals conceptual confusion about the nature of ‘growth’ itself as an evolving trait, and about the different ways fishing can affect growth and size-at-age of fish, both on ecological and on evolutionary time-scales. It is important to separate the advantages of being big and the costs of growing to a large size, particularly when studying life-history evolution.

Zie verder deze meta-studie van Ray Hilborn en Minte Vera uit 2008 :

Fishing provides selective pressure on many fisheries life-history traits, and interest in the impact of size-selective fishing on the evolution of growth rates is long standing. Recent studies, both laboratory and empirical, suggest that such size-selective fishing is significant. Using a metaanalysis of 73 commercially fished stocks, we found that declines in mass at age are slightly more common than increases, but no relationship was apparent between the intensity of fishing and the change in growth rate.

Eerder paaien gunstige aanpassing
En dat vissen bij hoge predatie/bevissing evolueren naar een vroegere paairijpe leeftijd: dat is een gunstig teken. Het loont voor die beesten niet in groot formaat te investeren, trade offs heet dat in slecht Nederlands. Dat er een ‘natuurlijk’formaat zou bestaan, een vaste grootte waarin een vispopulatie ‘hoort’ rond te zwemmen die een ambtenaar achter een bureau kan bepalen is ook onzin. Meer dan bevissing kan voedselbeschikbaarheid de grootte bij volwassenheid bepalen, zo bevestigt Hilborn desgevraagd:

The largest cod (=kabeljauw stock in the world, in the Barents Sea, has seen increasing size at age as it was fished harder, and none of the analysis (waarbij men de invloed van visserijdruk meet op visgrootteRZ) look at the food supply (capelin etc) that probably have the biggest influence on body size.

Bevissing is maar één van de vele invloeden die grootte bepaalt, vreten is vaak belangrijker. Daarnaast: een vis die eerder paairijp is, dat is niet ongunstig voor de vis, wel voor mensen die vinden dat een vis beslist op een vaste leeftijd moet paaien zoals een ambtenaar die heeft vastgesteld: kortom, mensen met statische natuuropvatting.

Conclusie: Universitaire milieuprostituees die hengelen naar media-aandacht
Er zijn vele invloeden die groeisnelheid van vis bepalen, wetenschappers kunnen daar nauwelijks onderscheid in maken en vele studies geven tegengestelde resultaten. Dat is de stand van wetenschap. Verder wat heeft die guppenstudie in godesnaam te maken met (Europees) visserijbeleid?

Prof Gary Carvalho, Zwetskous of Bangor University’s School of Biological Sciences explains: “Our findings have major implications for the sustainability of harvested populations. The consequences of a shift in the genetic make-up of harvested fish to smaller less fertile individuals has serious global consequences for the environment and for global fishing industry.

En een -meestal vrouwelijke -politicus spreekt weer haar groene zorgen uit:

“This study comes at a crucial moment just as the European Union is reforming the Common Fisheries Policy. It shows that fish stocks may be even more vulnerable than we had thought and underlines how important it is to apply the precautionary principle in fisheries management and to rebuild fish stocks to levels much closer to their natural state.”

We hebben bij de Bangorbiologen dus weer wetenschappers die de zoveelste saaie lab- of modelstudie aan de pers moeten verkopen, en hun stoffige onderzoek daarom verpakken in een wereldprobleem. Klimaatrampen zijn het meest populair, maar ‘overbevissing’ heeft ook altijd succes bij politici en ambtenaarjournaille. Had de NOS hier al een item aan besteed?