De chemicus, wetenschapsjournalist, tennisleraar, hockeystick-kraker, boekauteur, keynote speaker, vriend en wat dies al meer zij Marcel Crok heeft zijn eerste (correct me if I’m wrong)  peer-reviewed publicatie gescoord in een wetenschappelijk journal, te weten het Journal of Atmospheric and Climate Sciences. KNMI-onderzoeker Jos de Laat deed het meeste werk en is eerste auteur. Het artikel is getiteld:

A Late 20th Century European Climate Shift: Fingerprint of Regional Brightening?

Klinkt als een tandpastareclame maar betekent dat het opschonen van de Europese luchtvervuiling (+10W/m²) in de jaren tachtig NIET GELEIDELIJK leidde tot een versterkte merkbaarheid van een onderliggende broeikastrend, maar dat het leidde tot een kortstondige piek van de North Atlantic Oscillation (NOA) en dat deze piek samenviel met een plotselinge klimaatshift in 1987/1988 van wel 1°C omhoog. En dat deze shift de brug vormt tussen een voorafgaande periode van zeer beperkte opwarming en een navolgende periode van zeer beperkte opwarming (1992-nu). Met als toevoeging dat 1998-nu de fase is waarin de temperatuur niet verder toeneemt.

Voor het klimaatdebat is dot in zoverre relevant dat men doorgaans de hele negatieve PDO-fase van 1945 tot 1978 wegverklaarde door te stellen dat in deze fase de temperatuur met name op het noordelijk halfrond daalde of tenminste niet steeg omdat luchtverontreiniging (vooral SO2) de broeikasopwarming compenseerde. Als we nu zouden zien dat in heel Europa de temperatuur niet geleidelijk maar in een luttel jaar een volle graad opwarmde en dat dit jaar NIET samenviel met het begin van de opwarmde PDO-fase vanaf 1978 maar pas 10 jaar later kwam en dat de temperatuurstijging voor en na deze shift een fractie is van de met klimaatmodellen berekende opwarming… dan weten we weer dat de ruimte voor CO2 om ultieme boosdoener te zijn verder is ingekrompen (komt nog bij het nu gerepliceerde werk van Murry Salby).

Een paar gedachten bij dit breaking news (van 29 juni ahum)….

Ten eerste: in 1985 begon mijn studie Milieuhygiëne in Wageningen en koos ik vanwege mijn interesse in meteorologie en de toenemende crisis van luchtverontreiniging voor de afstudeerrichting luchthygiëne. Uiteindelijk hield ik me bezig met het vluchtiger onderwerp ozon omdat de luchtverontreinigingscrisis al zowat was opgelost en van Zure Regen niets meer werd vernomen. In 1987-1990 werd het Montreal Protocol opgesteld en ondertekend en was ook ozon geen (politiek) interessant studieveld meer. Dus ik verder naar klimaatverandering waar in Nederland toen nog zowat niemand mee bezig was en dus naar Amerika waar ik helaas in de schimmige wereld van de klimaatmodellen belandde.

In 1991 studeerde ik cum laude af. De ontdekking van de belangrijkste klimaatoscillatie, de Pacific Decadal Oscillation (PDO) was toen nog 6 jaar ver weg:

The Pacific (inter-)decadal oscillation was named by Steven R. Hare, who noticed it while studying salmon production pattern results in 1997.

Ik studeerde dus klimaat alsof ik zwaartekracht studeerde voor Newton! Anderzijds kan ik mijn destijds in elk geval nog neo-marxistische Wageningse Universiteit wel degelijk kwalijk nemen dat men naliet mij te informeren over iets als de NAO die in 1920 voor het eerst was beschreven. Ook van Kleine IJstijd (LIA) en Middeleeuwse Warme Tijd (MWP) had ik amper besef. Ik had zoals Bas van Geel (UvA) Rob van Dorland (KNMI) toewierp tijdens een Haags KNAW-debat “bijles nodig in de geschiedenis van het klimaat”, terwijl ik dus cum laude afgestudeerd was op klimaat. Zal ik mijn bul terugsturen?

Ach, ik kon het echt niet helpen dat ik bij de verkeerde hoogleraar in USA eindigde (Michael Schlesinger). Het kwartje had ook naar de kant van mega-interessant pollenonderzoek in ijskernen kunnen vallen en dan was ik zeker als paleoklimatoloog gepromoveerd. Maar dan was ik niet jarenlang skileraar en later wintersportweerman geworden en vooral blogger! Man ben ik daar trots op met een voltairiaanse held als Rypke Zeilmaker aan mijn zijde en ook op mijn bescheiden rol in het supporten van Marcel Croks levensmissie.

Wat mij betreft is de cruciale passage in Marcels eigen blogweergave van zijn paper (mijn vet):

Some people might find it surprising that a Dutch scientist of KNMI publishes a paper with a Dutch science writer (who is regarded as a critic of the IPCC consensus). For me of course it is not. I met Jos for the first time when I worked on my hockey stick article in late 2004. Throughout the years we have had many interesting discussions about climate science. He is also part of the advisory board of Climate Dialogue, the discussion platform that KNMI, PBL and I have set up last year. This paper is written in the spirit of a climate dialogue you could say and I applaud KNMI for accepting this somewhat unusual cooperation.

Uitgaande van mijn Kuhniaanse opvatting dat er geen dialoog mogelijk is tussen paradigmas in de tijd van een paradigmawisseling heb ik me op dit blog wel eens laatdunkend uitgelaten over climatedialogue.org, een door Theo Wolters bedacht concept dat door Marcel wordt uitgevoerd onder auspiciën van het KNMI. Man wat baalde Theo dat het KNMI deze opdracht kreeg. Het was voorbestemd voor een nieuwe neutrale stichting, maar de politiek durfde daar niet aan. En man wat kregen we het gevoel dat het KNMI puur weer bezig was om met beleefdheidspolitiek de tegenstander dood te maken. Wat ik  me bij deze club nog het meest gênant vond was dat ze in september 2010 een doodzieke tachtiger en inmiddels wijlen Noor van Andel hoffelijk aanboden dat de deur voor hem altijd openstond om gebruik te maken van de faciliteiten van het KNMI. IN PLAATS VAN DE MAN AAN TE BIEDEN DAT ER EEN JONGE PROMOVENDUS VRIJ WORDT GEMAAKT OM ZIJN THEORIEËN TE LATEN LANDEN BIJ HET KNMI EN VERDER UIT TE WERKEN.

Maar nu lijkt Marcel Crok hier dus werkelijk een brug te hebben geslagen. Vergeten zijn de tijden dat Rob van Dorland Marcel in een verdwaalde climategate e-mail nog typeerde als een lastpak. Er is een dialoog. En wat mij betreft NIET door de inhoud van de website climatedialogue.org maar puur door het proces. Als mensen samenwerken aan een project gaan ze elkaar meer waarderen. Ik weet niet of Diederik Stapel hierover heeft gepubliceerd maar me dunkt dat het zo werkt. Deze voormalige aartsvijanden (niet van de kant van de immer beleefde Marcel hoor) leren elkaar nu te zien als mensen. De Mensch achter de mens. En dat verbroedert.

Plus dat zo’n KNMI – na de afschaffingsmotie van Leegte te hebben overleefd – misschien nog een nette uitweg door de achterdeur ziet met haar 100 alarmistische klimaatonderzoekers en lobbyisten. En we weten van de Irak-oorlog dat het een ultieme fout is de menselijke infrastructuur te ontmantelen na een machtsovername. Dus het KNMI moet gewoon blijven en opportunistisch met de nieuwe wind meewaaien. Die onderzoekers moeten hun gezinnetjes kunnen onderhouden en hun hypotheek kunnen betalen en zonder gene op het schoolplein hun kids kunnen ophalen.

Kortom: Theo, Marcel, Jos, KNMI chapeau! En om met de WETENSCHAP af te sluiten: het is ook gewoon en verdomd interessante publicatie die een nieuw licht werpt op hoe het klimaatsysteem werkt! Het sluit naadloos aan bij de inzichten van Bob Tisdale die klimaat ook ziet als een systeem waarbij een druk op een knop (brightening bijvoorbeeld, of een sterke El Ninjo of een snelle verandering van de zonneactiviteit) snel en onvoorspelbaar leidt tot een snelle klimaatshift die wordt gevolgd door jaren van status quo. Een parallel in de ecologie zijn de stabile Ungleichgewichte van Josef Reichholf: dat de natuur altijd ver van evenwicht, is maar wel soms tijdelijk stabiel.

Want dat is de werkelijke paradigmawisseling waar alles om draait en die voor velen nog moeilijk te snappen is: NATUUR is synoniem met UIT EVENWICHT!