JanRotmans

Het was wel even wennen dat niemand minder dan Jan Rotmans, Professor Transitie Management, zich nota bene in Trouw ineens uitsprak tegen de transitie naar duurzame energie. Hij had namelijk een wetenschappelijk rapport van enkele ingenieursbureaus met belangen in de duurzame hoek nageplozen en vastgesteld dat dit rapport onwetenschappelijk was. Het is veelzeggend dat juist Jan Rotmans zich nu ineens uitspreekt tegen zonne- en windenergie. Hierrr de link naar de tekst van zijn opiniestuk in Trouw met tevens ook een Engelse versie. Hieronder de tekst integraal in het Nederlands:

Rapport duurzame energie is onwetenschappelijk

Jan Rotmans; hoogleraar transitiemanagement Erasmus Universiteit Rotterdam – Trouw, 29/08/13

Vakliteratuur lijkt willekeurig gelezen en risico’s zijn wel erg positief doorgerekend. Er deugt weinig van de duurzame adviezen, concludeert Jan Rotmans.

Ingenieursbureaus Witteveen & Bos, Aracadis en Fugro hebben een overzicht gemaakt van de (vooral internationale) wetenschappelijke literatuur over duurzame energie. Hun rapport is een vertaalslag naar de Nederlandse situatie en een interpretatie van de risico’s. Op alle drie aspecten van het rapport valt wetenschappelijk gezien het nodige af te dingen.Om te beginnen: de gebruikte literatuur is onvolledig en zeer selectief. Belangrijke Europese en Amerikaanse studies naar schadelijke milieu-effecten van wind- en zonne-energie worden niet genoemd. Wel wordt bovenmatig vaak verwezen naar literatuur uit de duurzame zelf, zoals onderzoek van Vestas, de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA), Eneco, Suntech en First Solar, Toyota en Greenpeace. Ruim driekwart van de bronnen is pro-duurzaam. Dit vormt samen beslist geen adequate afspiegeling van de beschikbare literatuur.

Ook de vertaalslag naar de Nederlandse situatie is zeer gebrekkig. Als er schadelijke effecten zijn aangetoond in het buitenland, wordt steevast aangegeven dat dit niet voor Nederland hoeft te gelden. Illustratief zijn de voorbeelden van het vrijkomen van radioactief materiaal dat in China bij de winning van neodymium voor de windgeneratoren en het ontsnappen van opgeslagen CO2. Het rapport noemt dit niet representatief voor Nederland. Merkwaardig is echter, dat als er geen internationale bronnen bekend zijn over mogelijke schadelijke effecten, wel wordt aangenomen dat dit voor Nederland in elk geval geen probleem vormt.

Mooi voorbeeld zijn ook de gezondheidseffecten van windparken voor mens en dier door laagfrequente geluidsgolven en bodemtrillingen evenals de dodelijke werking op vleermuizen en vogels. Het rapport stelt dat dit niet waarschijnlijk is. Die kan in theorie echter wel optreden, afhankelijk van het type windmolens en de gebruikte technieken bij installatie. Maar er zijn geen literatuurbronnen gevonden met concrete voorbeelden, dus wordt gesteld dat duurzame energie ‘niet leidt tot gezondsheidschade en sterfte’, terwijl die kans wel bestaat.

Risico’s gebagatelliseerd
Over de verhoogde kans op blackouts stelt het rapport dat weliswaar elders op de wereld een verband is aangetoond, maar dat voor Nederland meer gedetailleerd lokaal onderzoek nodig is om hier iets over te kunnen zeggen. Wel wordt met stelligheid beweerd dat de maximale kracht van een blackout in Nederland door het sterk wisselende aanbod van duurzame energie 3.0 op de schaal van Siemens is. In de bijlage staat echter dat dit slechts een indicatie is. In Duitsland is al een blackout van 3.8 gemeten.

De achilleshiel van het rapport is de interpretatie van de onzekerheden en risico’s van duurzame energie. Opvallend is dat het begrip ‘onzekerheid’ vrijwel geen aandacht krijgt. Het komt slechts 1 keer voor in het rapport. Dit is methodologisch niet te verdedigen, omdat het hele klimaatdebat draait om een inschatting van onzekerheden, in data, bronnen, effecten.

Wat betreft de risico-inschattingen: dat is het zwakste deel van de studie. Wie accuraat leest, ziet een duidelijk patroon. De klimaatrisico’s worden stelselmatig uitvergroot. Enerzijds door adjectieven te gebruiken als ‘unprecedented, ernstig, catastrofaal, dringend, urgent’. Waar in de achtergrondbijlagen aanzienlijk meer nuances worden aangebracht, verdwijnen die consequent in de summary for policy makers. Ook worden telkens weer risico’s afgedekt door voorzorgsmaatregelen.

Het mooiste voorbeeld van hoe onwetenschappelijk met risico’s wordt omgegaan, is de inschatting van risico’s van grondwatervervuiling in China. Dit risico is significant hoger dan bij conventionele fossiele energiebronnen (zelfs bij ‘fracken’ is er geen contact met het grondwater). Essentieel is welke chemicaliën vrijkomen bij het graven naar neodymium, dysprosium en andere grondstoffen voor wind- en zonne-energie maar vooral ook voor de productie van accu’s voor onze Prius-en. Dit kunnen bij elke mijn en elke locatie weer andere toxische, corrosieve, kankerverwekkende en radio-actieve stoffen zijn, mede omdat ook allerlei zuren worden gebruikt om de elementen uit het gesteente te halen. Die kunnen in het grond- en oppervlaktewater terechtkomen.

Menselijke fouten
In het rapport wordt hier nogal mistig over gedaan, met versluierend taalgebruik: zo spreekt men consequent van ‘hulpstoffen’ in plaats van schadelijke chemicaliën. De risico’s op grondwatervervuiling zelf worden niet expliciet geclassificeerd, laat staan gekwantificeerd.

Illustratief is ook de formulering over het vermengen van chemicaliën met het drink/grondwater: ‘Er kan met een goede mijnbouwtechnieken geen vermenging plaatsvinden met het drink/grondwater, tenzij het technische proces niet onder controle is en een open mijn in een gebied van drinkwaterwinning ligt.’

Voor de twee oorzaken die het rapport noemt van mogelijke grondwatervervuiling, reikt men direct de oplossing aan. Menselijke fouten kunnen worden beperkt door goede training en adequaat toezicht, technische fouten kunnen geminimaliseerd door goede monitoring.

En nu komt het: door het minimaliseren van menselijke en technische fouten worden de risico’s op grondwaterverontreiniging ‘beheersbaar’. Maar als we menselijke en technische fouten weg-rationaliseren dan wordt elk risico van elke soort activiteit beheersbaar.

Het is bijzonder dat Jan Rotmans nu ineens deze eerlijkheid aan de dag legt. Maar niet heus. Zie het origineel. Jan Rotmans is – om de theorieën van Nassim Nicholas Taleb erbij te halen domain dependent.