Duurzaamheid betekent 'van lange duur' volgens het woordenboek. Visserij vindt reeds eeuwenlang plaats vanaf Wieringen

Duurzaamheid betekent ‘van lange duur’ volgens het woordenboek. Visserij vindt reeds eeuwenlang plaats vanaf Wieringen

Duurzaamheid is onmeetbaar omdat overheden en aan de overheid gelieerde onderzoekers verzuimen concreet meetbaar te maken wat ze met ‘duurzaam’ bedoelen. Terwijl bij visserij objectiever indicatoren bestaan die politiek en agenda-onafhankelijk zijn, hanteert het Planbureau voor de Leefomgeving in haar rapport ‘Verduurzaming Internationale Handelsketens‘ bijvoorbeeld sterk politiek gekleurde definities die haar conclusies kleuren.

    Dat blijkt uit de duurzaamheidsvergelijking bij visserij die ik maak voor de Stichting Wetenschappelijk Natuur en Milieubeleid (SWNM), op basis van wetenschappelijke literatuur, marktonderzoek en praktijkervaringen van ondernemers.

De Duurzame Visserijwijzer van de SWNM is de eerste overheids en NGO-onafhankelijke studie in Nederland naar duurzaamheid van Nederlandse visserij en visconsumptie. En naar de gevolgen van overheidsbeleid en NGO-pressiecampagnes/Viswijzer op de duurzaamheid van bedrijfsvoering van de Nederlandse visserij in internationaal perspectief.

De Wijzer hanteert bijvoorbeeld geen politiek- en smaakafhankelijke definities, maar objectiever criteria als Maximum Sustainable Yield en criteria waarmee de duurzaamheid van visserijbeleid van landen getoetst kan worden. Hieronder vallen onder meer

  • – de mate waarin de overheid met subsidies haar wil oplegt aan ondernemers, en de mate waarin deze ondernemers bedrijfssteun aannemen
  • – de mate waarin landen visserijbiologisch advies volgen.
  • Op basis van 5 objectiever criteria komt de Nederlandse Noordzeevisserij op schol neutraal tot redelijk duurzaam uit de bus, beter dan sommige MSC-gecertificeerde visserijen, maar het Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid als geheel niet. Visserijen komen ook voor MSC-keurmerk in aanmerk als bestanden nog overbevist zijn, maar een managementplan is geimplementeerd dat bestanden naar MSY-niveau brengt. MSC is als keurmerk het meest veeleisend, maar niet de enige graadmeter voor duurzaamheid.

    MSC heeft voor Nederlandse vissers beperkte waarde
    Duurzaamheid van visserij hangt sterk samen met de deugdelijkheid van nationaal visserijbeleid, en de mogelijkheid van landen om internationale vloten uit hun wateren te weren. MSC-certificering vindt vooral plaats in visserijen van landen die toch al strenger natuur- en milieubeleid hadden. Ook het gros van FSC-hout is afkomstig uit landen met strengere normen rond duurzame houtoogst. Sinds de privatisering van het RIVO- dat Imares werd- staan tevens budgetten voor betrouwbare bestandsschattingen onder druk, terwijl goede schattingen de peiler zijn onder het vissen op MSY-niveau. Er zijn uit oogpunt van duurzaamheid meer investeringen nodig in bestandsschattingen, dan subsidies voor politieke agenda’s.

    Objectiever toetsing NGO-viswijzers noodzakelijk
    Internationaal probleem is dat vele particuliere ‘Viswijzers’ bestaan die claimen consumenten te kunnen informeren wat ‘duurzaam’is, zonder dat een onafhankelijk orgaan de geldigheid toetst van gehanteerde aannames of biologische expertise. Campagnes van NGO’s bewerkten dat grote supermarktketens enkel MSC-vis verkopen. In volume verloopt 84 procent van de visconsumptie via de supermarkt, waarbij vissticks (geimporteerde koolvis) met importpanga en bliktonijn de lijst aanvoeren, en geïmporteerde kweekzalm de lijst van verse vissoorten. Van Noordzeevis, komt alleen de haring in de top tien voor.

    In de praktijk verwatert ‘duurzaamheid’ zo tot politiek en commercieel gedreven agenda’s. Zo hanteerde een vergelijking van het LEI met Kees Taal klimaatbeleid zonder rentabiliteitstoetsing als criterium. Anderen definieren ‘duurzaam’als natuurbescherming versmald tot lobby voor wildernisreservaten. Deze politiek gedreven duurzaamheidsdefinities hebben kostenopdrijvend effect voor ondernemers, zonder resultaattoetsing op ecologisch en economisch vlak en zonder objectieve consumentenvoorlichting.

    Onderzoek nodig naar effecten lastenverzwaringen op duurzame bedrijfsvoering
    Bij veel duurzaamheidsvergeljkingen, zoals ‘Verduurzaming van Internationale Handelsketens’ het Planbureau voor de Leefomgeving een calculatie wat deze kostenvermeerdering heeft op investeringsruimte voor milieuvriendelijker techniek en handelen. Netto kan ‘verduurzaming’ daardoor hebben uitgemond en ‘duurder maken’. Waardoor de economische duurzaamheid van Nederlandse visserij verder is ondermijnd. Meer dan met vaak kostbare certificering (=lastenverzwaring) zou in landen als Nederland nu met lastenverlichting meer resultaat gehaald kunnen worden, waardoor investeringsruimte toeneemt voor visserijen.

    Er is daarom een objectief onderzoek nodig, dat de gevolgen van 10 jaar lastenverzwaring voor de visserij meet, evenals de lastenverzwarende gevolgen van de discardban en het sluiten van 25 procent van de Noordzeekustzone voor kleinschalige visserij (<300 pk) Een bekend voorbeeld van averechts overheidsbeleid, is de Nederlandse aquacultuur. Deze behoort tot mondiale milieukampioen met haar recirculatiesystemen, maar kan niet concurreren met gedumpte kweekpanga uit Vietnam, waar onze overheid niet alleen de grenzen voor openhoudt, maar die het CIBI (Buitenlandse Zaken) ook actief subsidieert. Netto kan de overheid bij objectieve toetsing als de grootste hindernis voor ecologische én economische duurzaamheid uit de bus komen. Dit onderzoek ontbreekt echter nog, en het is onwaarschijnlijk dat de bureaucratie dit zal toestaan. Planbureau voor de Leefomgeving onderbouwt politieke agenda zonder rentabiliteitstoetsing
    MSC is net als FSC ontworpen om traceerbaarheid van grondstoffen te verbeteren uit industriële productie voor multinationals. Het effect van het MSC-keurmerk zou matig positief zijn volgens het PBL, wat een weinig objectieve kreet is. Net als in de praktijk van FSC-hout bepalen niet particuliere standaarden- ontworpen voor geglobaliseerde handel- maar nationale wetgeving en naleving de duurzaamheid van productiemethoden, en het stellen van heldere doelen en definities.

    De ontoetsbaarheid van ‘duurzaamheid’en certificering hangt vaak samen met de zeer ruime en politiek gekleurde definities die het PBL hanteert voor ‘duurzaam’. De kwalitatieve ‘wolligheid’ lijkt de norm, ook bij NGO’s. Ook negeert het PBL de objectieve wetenschappelijke criteria ten aanzien van visserij. De afwezigheid van noodzaak om Sharon Dijksma en ministeriële bureaucraten te plezieren komt de inhoudelijke geldigheid van mijn eigen onderzoek ten goede. Ik ga daar in mijn volgende blog verder op in.