Mijn rug gefotografeerd door Martijn de Jonge in Roemenie. De natuur grijpt haar kansen, ook als die in de vuilnisbak liggen

Mijn rug gefotografeerd door Martijn de Jonge in Roemenie. De natuur grijpt haar kansen, ook als die in de vuilnisbak liggen

Terwijl lobbyisten voor zeereservaten als Wilfred Alblas van Natuurmonumenten natuur blijven afficheren als ‘plaats waar geen mensen zijn’ en de instelling van een wildernisreservaat in het Zwarte Woud op verzet stuit, dumpen Amerikaanse natuurbeschermers als Peter Kareiva van The Nature Conservancy de wildernismythe. Hier in dit ‘moet je beslist lezen’-artikel van het Breakthrough Institute ‘Conservation in the Anthropocene‘ lees Kareiva’s argumentatie.

Wildernis heeft nooit bestaan, behalve in verbeelding
De ‘Wildernis’ is nooit meer dan een religieus concept geweest, het heeft geen ecologisch wetenschappelijke grond. Zoals ik ook al in Visserijnieuws schreef in ‘De Primitieve Verbeelding aan de Macht’, dupeert onze overheid kustvissers via Natura 2000 op basis van een mythe, niet ecologie. Volgens Kareiva vervreemden wildernisfundamentalisten natuurgebruikers van de natuur, en vormen ze daarmee een gevaar voor de natuurbescherming op een door mensen gedomesticeerde planeet. Die lijn van denken kom je in het natuurwereldje al langer tegen, maar nu steeds vaker. En omdat ik het zo met Kareiva eens ben, citeren we ‘m voluit, het is precies wat we ook bij het Natura 2000-dossier zien gebeuren:

By pitting people against nature, conservationists actually create an atmosphere in which people see nature as the enemy. If people don’t believe conservation is in their own best interests, then it will never be a societal priority. Conservation must demonstrate how the fates of nature and of people are deeply intertwined — and then offer new strategies for promoting the health and prosperity of both.

Zijn menselijke producten vernielingen of vernieuwingen?
Kareiva gebruikt onder andere puntje 3 van mijn blog over spraakverwarring bij milieu, ook aangehaald bij mijn lezing voor de VVD-fractie in Leeuwarden: is menselijke verandering principieel slecht of is de mens één van de vele (invloedrijke) factoren moet je de effecten meten. En als je dat doet: hoe erg is menselijk ingrijpen dan voor ecosystemen?

De natuur als broos vaatwerk, hahahaha
Zoals wij al herhaaldelijk stelden is er geen enkel bewijs dat het verlies van een soort een ecosysteem doet instorten. Nu schrijft een autoriteit als Kareiva ook wat wij al jaren schrijven:

The trouble for conservation is that the data simply do not support the idea of a fragile nature at risk of collapse. Ecologists now know that the disappearance of one species does not necessarily lead to the extinction of any others, much less all others in the same ecosystem. In many circumstances, the demise of formerly abundant species can be inconsequential to ecosystem function. The American chestnut, once a dominant tree in eastern North America, has been extinguished by a foreign disease, yet the forest ecosystem is surprisingly unaffected. The passenger pigeon, once so abundant that its flocks darkened the sky, went extinct, along with countless other species from the Steller’s sea cow to the dodo, with no catastrophic or even measurable effects.

These stories of resilience are not isolated examples — a thorough review of the scientific literature identified 240 studies of ecosystems following major disturbances such as deforestation, mining, oil spills, and other types 
of pollution. The abundance of plant and animal species as well as other measures of ecosystem function recovered, at least partially, in 173 (72 percent) of these studies.

Het herstelvermogen van de natuur wordt niettemin door instituten als het Planbureau voor de Leefomgeving én de Millenium Ecosystem Assessment van de VN in 2005 volledig buiten beschouwing gelaten, ééns weg is altijd weg (de mean species abundance) waardoor je beweringen krijgt als ’80 procent van biodiversiteit weg sinds 1900′, wat alle milieuredactivisten van massamedia gretig overnemen inclusief de directeur van het Wereld Natuur Fonds in februari 2011 in de Tweede Kamer.

De slechtvalk zou ook uitsterven, maar zijn charme en aantrekkingskracht op mensen heeft deze supervogel gered

De slechtvalk zou ook uitsterven, maar zijn charme en aantrekkingskracht op mensen heeft deze supervogel gered

Klimaatactivisme is wildernisideaal geprojecteerd op wereldweer
Er is alle reden voor een zekere melancholie en nostalgie, het wordt overal niet altijd even mooier, maar de mens maakt ook nieuwe habitats en zelfs een nieuw klimaat, waar soorten in gedijen. De natuur is niet zo principieel misantroop als sommige ecofanatici. Zie de slechtvalk, hierboven, die Kareiva ook aanhaalt. Er is geen hoog gebouw in NL meer waar het beest niet vanaf jaagt, van Amsterdam Zuid WTC tot de Achmea Toren hier in Leeuwarden.

Natuurlijk moeten we beschermde gebieden behouden, waar natuur het hoofdoel is: zie Nederland, daar zijn we al een eeuw goed in. Mijn favoriete gebied is ook het meest wilde: de Hors op Texel. Maar tegelijk zie je de natuurlijke rijkdom in 60 procent van ons landoppervlak- het boerenland- in sneltreinvaart verarmen, tegelijk met steeds strenger milieubeleid dat dus voor de natuur niets oplevert maar boeren een vermogen kost. Als je hier in Friesland wilt jagen, dan kom je nauwelijks nog kleinwild tegen, die enkele fazant is puur toeval, terwijl het 30 jaar terug nog van patrijzen wemelde. Alle land strakgetrokken, boeren hier spuiten alles dat geen Engels raaigras heet klinisch van hun biljartlaken af, en roepen dan ‘Nou, het ligt er weer mooi bij’. En wat overblijft belandt in vossenkaken.

Dat hoeft niet, zoals natuurbeschermers als Ben Koks met het grauwe kiekendief-project en akkervogelproject in Groningen tonen. Eigenlijk zijn wij in ons dichtbevolkte landje al verder dan de VS, waar het wildernisideaal vandaan kwam, de proeftuin van natuurbescherming in de 21ste eeuw. Laten we nu al die lelijke bedrijvenparken eens tot echt párk maken. Hier aan de A6 verschijnen nog steeds van die Sovjet-blokkendozen waar niemand over 10 jaar nog wil zitten.

De grootste vijand van natuurbescherming in Westerse landen zit nu in onze hoofden: natuurvervreemding, waarvan ‘de strijd tegen klimaatverandering’ één van de vele uitingen is. Alsof er ooit een ‘maagdelijk klimaat’bestond: het wildernis-ideaal geprojecteerd op het wereldweer. En alsof een iets warmer klimaat beslist slechter zou zijn omdát mensen een oorzaak zijn. Puntje drie weer van mijn blog, het is zo simpel maar zelfs intelligente mensen gaan hier steeds mank. Dat slimme mensen hun hersens zo makkelijk thuislaten is het verontrustende, want tsja, dat domme mensen en journalisten het niet begrijpen, dat calculeer je in.