RZ11Zuiderzee

Nu IJsselmeervissers een 3-jarig moratorium boven het hoofd hangt uit naam van visbestandenherstel, komt eindelijk vanuit de politiek aandacht voor één van de onderliggende oorzaken: het water is minder voedselrijk ten opzichte van de jaren ’80 dankzij (halve) milieumaatregelen. Belangrijkste aan dit nieuws is vooral- zoals wij al jaren schrijven- dat anti-fosfaatbeleid de waterkwaliteit niet beslist verbetert, laat staan de productiviteit, het systeem zit complexer in elkaar.

De oorzaak van minder biomassa aan vis- minder fosfaat verlaagt de draagkracht- is al herhaaldelijk al door visserijbioloog Dolf Boddeke onderstreept met zijn slogan ‘het milieu op orde, lege borden’. Wij schreven reeds 2 jaar geleden al  aan de hand van het onderzoek van Dirk Sarpe van het NIOO ‘Bird Decline by Reduction in Phosphorous’, dat wel degelijk vis- en vogelsoorten achteruitgaan door het ‘schonere’ water.

Met minder fosfaat water niet beslist helderder
Wat men in Nederland ‘waterkwaliteit’ noemt is meestal versmald tot de helderheid van water, het doorzicht als gevolg van de concentratie algen. De algenconcentratie nam veel minder af dan de fosfaatconcentratie, een probleem dat Martin Scholten in zijn proefschrift ook al aankaartte. Enkel fosfaat afknijpen en dan hopen dat het water helder wordt werkt dus niet, al kost dat fosfaat afknijpen nu miljarden euro’s per jaar.

Het uitblijven van meer helderheid heeft te maken met de begrazers van de algen, de Daphnia, die op hun beurt vissenvoer zijn. In het IJsselmeer gaf de extra fosfaat uit de Rijn de algen een betere voedselkwaliteit voor zijn begrazers. Begrazen zij algen in een fosfaatarmer systeem dan is dat voedsel van lagere kwaliteit, en dan gaat de overleving van de begrazers omlaag en de reproductie. Dus: minder vissenvoer dankzij minder fosfaat. En geen verbetering in helderheid, dankzij een relatief gebrek aan begrazers van algen blijft de algenconcentratie hoog terwijl de PRIMAIRE PRODUCTIE afneemt. De primaire productie en HOEVEELHEID algen zijn niet één op één gerelateerd.
fosfaat
Hoe kan het IJsselmeer productiever worden?

Het is tijd dat natuurorganisaties eens erkennen dat dit normale wetenschappelijke feit – draagkracht lager bij minder fosfaat tov de jaren ’80- een rol speelt in het IJsselmeer (en op het Wad), waarmee je trends in vogelstand en visstand kunt verklaren.  Ookal leunt hun fondsenwerving bij het grote publiek sterk op de mythe van de ‘zuivere natuur’, waarbij ecologische wonderen gebeuren als je menselijke invloeden maar zoveel mogelijk elimineert.

Zijn ze bang dat de werkelijkheid BEschrijven het zelfde wordt als VOORschrijven? Dus constateren dat een scheutje fosfaat in het Ijsselmeer vele voordelen had, interpreteren als advies om de productiviteit van het IJsselmeer kunstmatig op te schroeven?

Waterbeheer moet wetenschappelijker
Zoals aquatisch ecoloog Piet Verdonschot in Bionieuws stelt moeten waterbeheerders op wetenschappelijker wijze te werk gaan, meer het resultaat monitoren, een ‘koppeling tussen wetenschap en waterschap’.Volgens hem zou dat de waterkwaliteit ten goede komen.

Alleen wat fosfaat afknijpen is niet de oplossing, waterbeheerders kunnen ook een niveau hoger kijken zoals Dirk Sarpe al deed voor het NIOO. Wat remt de begrazers van algen? Is er andere vervuiling in het systeem die deze begrazers hun productiviteit remt? Uiteindelijk leven we in een overvol land met vele emissies.
En wat de visreproductie betreft:

  1. Is de Pil- de hostie van de seksuele bevrijdingsbeweging- misschien toch geen grotere factor van belang dan gedacht?
  2. Hoe groot is de omvang van visstroperij in het IJsselmeer. Van de vissers op snoekbaars van Zuiderzeezilver hoor ik van omvangrijke vangsten door particulieren buiten de officiele handel om. Ook hier op de Langweerder Wielen werd jarenlang fors gestroopt met commerciele insteek.
  3. Kan bij betere begrazing van algen het doorzicht zo verbeteren dat dit tot op zekere hoogte de plantaardige productie ook verbetert? (als licht een limiterende factor is)
  4. Welke negatieve invloed heeft de aanleg van de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad, bijvoorbeeld toegenomen troebelheid en daardoor minder productiviteit, en hoe kun je die invloed mitigeren?

Marker Wadden misleidende naam: natuurorganisaties moeten wetenschappelijker!
Natuurmonumenten en de overheid zetten nu in op de ‘Marker Wadden‘, waarmee het sliboverschot wordt verwerkt dat ontstaat door te beperkte doorstroming als gevolg van de dijk van Lelystad naar Enkhuizen. Het slib wordt bij elkaar geveegd voor droogtes en eilandjes voor vogels. De naam is misleidend, want Wadden zijn de naam voor getijdengebieden met eb en vloed. Ook ontbreekt hier iedere wetenschappelijke onderbouwing bij beweringen dat natuur ‘hersteld’wordt of dat productiviteit verbetert door aanleg van wat slibveldjes voor 30 miljoen euro overheidsgeld naast de eigen fondsenwerving en de gift van de Postcodeloterij. Uiteindelijk neemt de helderheid van het water ook niet toe, want het slibprobleem blijft zonder doorstroming bestaan…

Terwijl natuurorganisaties dus continue de zwarte piet richting vissers spelen alsof deze ‘het IJsselmeer leegvissen’, en continue bij de rechter de vissers lopen pesten, valt er nogal wat aan te merken op hun wetenschappelijke integriteit die stelselmatig het onderspit delft voor media-effect en fondsenwerving. Ik hamer daar al jaren op- lees  mijn al 5 jaar oude artikel ‘Gironatuur, vele hectares draagvlak’  in Bionieuws-, maar deze ongemakkelijke waarheid past niet in het politieke straatje van de meeste media en politici.