Ome Sjoop wist het al: de journalistiek bestaat bij gratie van overdrijving

Ome Sjoop wist het al: de journalistiek bestaat bij gratie van overdrijving

Ik kreeg al een jaar geleden een kopie toegezonden van één van de auteurs van de first order draft (van 11 juni 2012), van het 5de IPCC-rapport werkgroep 2. Wat opvalt is dat het hoofdstuk van mijn interesse, deel 4 over terrestrische ecosystemen- wel de nuance meldt, waar het 4de rapport vooral één bak ellende over de lezer uitstortte.

Het IPCC neemt nu zelfs afstand van de eerdere uitsterfprojecties die ze nog in het vierde rapport uitvergroten. Dat betekent onder meer dat de énige maar veel gehypete studie waar de veel aangehaalde Stern Review zich op baseerde, die van Chris Thomas uit 2004 in Nature ‘Extinction Risk from Climate Change’ geen geloofwaardigheid meer heeft.

Op bladzijde 19 lezen we over ‘species extinctions’- lees je even mee kwaliteitsjournalist Karel Knip van het NRC Damesblad :

For those species where climate change has been invoked as a causal factor in extinction, there is little agreement among investigators concerning the importance of climate variation in driving extinction and even less agreement that extinctions were caused by global warming. Therefore, confidence in the attribution of extinctions to climate change IS VERY LOW

Dat is nogal wat anders dan wat u in uw ‘kwaliteitskrant’ NRC Handelsblad mocht lezen waar allerlei soorten al het loodje hadden gelegd. Terwijl dagloners/journalisten de ‘slecht nieuws’-boodschap uitvergroten van de op journalisten gerichte samenvatting voor beleidsmakers, lezen wij van Climategate.nl liever het originele rapport. Dus hier bladzijde 28 :

Model projections of future species extinctions due to climate change have received considerable attention since the AR4-report. Studies using a wide range of methods to estimate future e3xtionction risk generally project large increases in extinction rates compared to current rates and very large increases compared to the paleontological record. However, the projected extinction risk bij the end of the 21st century due to climate change ranges from below 1 percent to above 50 percent of species in the species groups that have been studied.

Logisch, hoge kans op uitsterven treedt vooral op bij ijstijdrelicten die je bijvoorbeeld in Zuid Europese gebergten kan aantreffen, zoals het Rila gebergte hoewel de Bulgaarse mutri er met skipistes meer schade aanricht, maar verder zie je bij onze breedtegraad veel soortenverrijking..en dan:

IN addition, methodological challenges, large variation in the climate sensitivity of species groups and unknowns in how extionction risk will be tanslated into realized extinctions over the next century mean that there is very high uncertainty concerning the fraction of species that are likely to go extinct over the next century.

En dan komt het
Evidence from the paleontological record and a lack of confidence in the models used have led to concern that forecasts of very high extinction rates (daarmee doelen ze op de in media gehypte ‘extinction risk from climate change’- studie) due to climate change (>15 percent, SUCH AS THOSE INDICATED IN THE AR AR4 REPORT) may be overestimated.

De Provincie Limburg werd gisteren geteisterd door een dramatische opwarmingsgolf  (het voorjaar) waarbij bomen plots kleurige zweren ontwikkelden (bloesems) met mogelijk ernstige fijnstofontwikkeling (stuifmeel) en gevaar voor zweren en vergiftiging (bijen)

De Provincie Limburg werd gisteren geteisterd door een dramatische opwarmingsgolf (het voorjaar) waarbij bomen plots kleurige zweren ontwikkelden (bloesems) met mogelijk ernstige fijnstofontwikkeling (stuifmeel) en gevaar voor zweren en vergiftiging (bijen)

Rampenverzekering via tipping points
De auteurs van hoofdstuk 4 noemen ook de vele voordelen van CO2-fertilisatie zoals uit de FACE-experimenten volgt. Wel gaan ze vervolgens met de ‘tipping points’van Marten Scheffer en co extra risico’s inbouwen, klimaatopwarming zou anders al haar gevaar verliezen en daarmee de aandacht verliezen van journalisten. Natuurlijk volgen met name mobiele soorten met korte generatietijd het opwarmende klimaat- velen breiden hun areaal uit, ‘tracking climate change’ zoals de auteurs dat noemen is in principe gunstig, het wil ook niet zeggen dat ze gebieden verlaten die ‘niet koud genoeg’zijn. Al zijn er ook soorten die hun metabolisme op ‘kou’ instellen, neem koudwatervis de kabeljauw.. Die verdween mogelijk mede uit de Nederlandse Noordzee door de temperatuursprong van 1 graad eind jaren ’80.

  • Geen Rik Leemans meer, en het rapport wordt zowaar geloofwaardig
    Je ziet bij IPCC-auteurs nog steeds een tendens om potientieel gunstige zaken toch uit te leggen als milieuprobleem. Als een bloem eerder gaat bloeien omdat het eerder voorjaar is, noemen ze dat ‘shift in phenology’ en dan klinkt het alsof de hele plantenevolutie in het geding is. Maar voor de bereidwillige lezer zien we dat de auteurs oog hebben voor beide kanten van het verhaal en dus nog enige moeite doen de balans te bewaken zoals ook de opdracht was, waar de club van RIk Leemans en Joe Alcamo in AR4 – allebeide opgeleid bij Planbureau voor de Leefomgeving en IIASA- er een ongeloofwaardig alarmistisch zootje van maakten.

De boodschap voor het leven op aarde bij milde opwarming is: gunstig voor velen, maar niet voor allen en vanzelfsprekend zitten aan iedere majeure verandering risico’s verbonden. Maar daar kunnen we vast mee omgaan met al onze techniek.

Het probleem ligt bij het volk dat tussen de advertenties en reclameblokjes probeert op te vallen
Het probleem zit vooral dus in de communicatie naar het publiek. Die gaat enkel via de samenvatting voor beleidsmakers, waarin men een boodschap uitzendt die in media moet opvallen: dan moet je overdrijven. Niet de wetenschap, niet het IPCC maar media zijn het probleem bij klimaatoverdrijving, en de noodzaak van wetenschappers om domme mensen aan te spreken waar zij toch weten dat deze niet in wetenschap geinteresseerd zijn, het doorgronden van de natuur. Laten wij daarom Schopenhauer citeren wanneer hij over journalisten spreekt

Een groot aantal slechte schrijvers leeft alleen van de domheid van het publiek dat niets anders wil lezen dan wat vandaag gedrukt is: de journalisten. Treffende benaming, vertaald zouden ze dagloners heten. Voor journalistiek schrijven is overdrijving op alle mogelijke manieren net zo wezenlijk als voor de dramatische kunst. Want het gaat erom uit elk voorval zoveel mogelijk te maken.

Daarom slaan alle journalisten beroepshalve ook alarm. Het is hun manier zichzelf interessant te maken. Ze lijken daardoor echter op die kleine hondjes die bij alles wat beweegt direct een luid geblaf aanheffen (mijn terrier Trudy doet dat ook) Hieraan moet men zijn aandacht voor hun alarmtrompetten afmeten, opdat ze niemand de spijsvertering bederven.

Het was 150 jaar geleden al zo. Ik kan u nu alleen een feilbaar maar wel meer belezen alternatief bieden hier op Climategate.nl, waarbij we geen secundaire bronnen opblazen maar gewoon het rapport zelf lezen en daar conclusies uit trekken.