Een verzoek aan de kamer.
Betreft: democratische controle op de kosten van het energieakkoord.
9 juni 2014
Geachte kamerfracties,
Enige tijd geleden is in de Tweede Kamer gesproken over een plan voor de toekomst van de Nederlandse energievoorziening onder de naam Nederlands Energieakkoord (NEA). Dit was een akkoord tot stand gekomen onder auspiciën van de Sociaal Economische Raad.
Het is een goede traditie in Nederland om belangrijke beleidszaken te bespreken met de verschillende maatschappelijke organisaties. Dit kan zeer informatief zijn bij de oordeelsvorming. Maar het kan niet in de plaats komen van het democratische bestuur van dit land. De verantwoordelijkheid voor het beleid van de regering ligt bij de regering, waarbij de Staten-Generaal een controlerende verantwoordelijkheid heeft.
Wij willen erop wijzen dat het NEA een project omschrijft dat in grootte en kosten alles wat er in dit land ooit aan projecten is uitgevoerd in de schaduw stelt. Sterker nog, het is zelfs duurder dan alle grote voorgaande projecten tezamen. Het spreekt dan ook vanzelf, dat de kosten ervan, die voor een aanzienlijk deel via de energierekening aan de burger zullen worden opgelegd, zeer hoog zullen zijn. Andere kosten ervan zullen zwaar drukken op de landsbegroting.
In onze democratische bestuursstructuur zijn beslissingen over dergelijke door de overheid opgelegde lasten voorbehouden aan de Staten-Generaal. Die dient een afweging te maken tussen kosten en baten van het door de regering voorgestelde beleid. Dat is de hoofdverantwoordelijkheid van u als politici.
Uit het zogenaamde “Hoofdlijnendebat over het energieakkoord “ op 3 oktober 2013 blijkt dat de deelnemende kamerleden voor de kosten van het NEA uitgingen van €14 miljard, een bedrag dat afkomstig was uit een rapport van EIB en ECN. Inmiddels is bekend dat dit op een misverstand berust: alleen de kosten van wind op zee zijn al €18 miljard, zoals de minister heeft aangegeven in antwoord op kamervragen. Het EIB/ECN rapport betrof een momentopname, niet de kosten van het gehele NEA.
Het bevreemdt ons dat de minister niet voorafgaand aan dit debat een berekening van de integrale kosten van het energieakkoord aan de kamer heeft voorgelegd. Het bevreemdt ons nog meer dat hij dit zelfs geweigerd heeft, toen hierom rechtstreeks in kamervragen verzocht is (Kamerstuk 2013Z20814 van 31 oktober 2013).
Ondergetekenden vragen zich af in hoeverre u als kamerleden in staat bent om te besluiten tot uitvoering van het energieakkoord zonder dat er een zorgvuldig onderbouwde kostenberekening aan u is overlegd, en zonder dat er een debat heeft plaatsgevonden of deze kosten voor de burger acceptabel zijn, dan wel zouden kunnen leiden tot een dermate grote daling van de koopkracht dat onze economie ernstige schade zou kunnen oplopen.
Er zijn immers onderbouwde schattingen dat de kosten van het NEA in de orde van de €100 miljard zullen liggen, ongeveer twintig maal zo hoog als de tot nu toe duurste overheidsprojecten zoals JSF, HSL, Oosterschelde stormvloedkering en Betuwelijn. Afgeschreven over 15 jaar is dat ruim €6,5 miljard per jaar, ofwel ruwweg €1000 per gezin per jaar.
Een globale onderbouwing van deze schatting:
Het is inmiddels bekend dat de kosten van de SDE subsidie zullen oplopen tot €3 miljard per jaar. Dat is al bijna de helft van het geschatte bedrag. Maar er is ook inkomstenderving van de overheid en de distributeur vanwege opwekking van eigen elektriciteit en door teruglevering daarvan aan het net, waarbij de energiebelasting en de bijdrage in de netkosten worden vermeden. Verder vergt de inpassing van veel duurzame energie grote investeringen in de infrastructuur, die zullen moeten worden doorberekend aan de gebruikers. Ook heeft de invoering van veel duurzame energie op het net zeer grote consequenties voor de rentabiliteit van de bestaande elektriciteitscentrales. Deze verliezen zullen deels op de burger worden afgewenteld via een hogere energieprijs. Voorts zijn er belastingvoordelen voor investeringen in duurzame energie en innovatiesubsidies die gebruikt worden voor de onder het NEA vallende projecten, die leiden tot derving van staatsinkomsten. Tot slot is er nog de waardedaling van onroerend goed en de overlast aan burgers door de plaatsing van windturbines. Vooralsnog lijken de gemeentes voor deze schade op te draaien, wat indirect ook weer door de burgers opgebracht zal moeten worden.
Ook een vergelijking met de inmiddels door de Duitse overheid bekendgemaakte kosten van de Duitse Energiewende (meer dan €1000 miljard) wijst sterk in de richting van de €100 miljard voor het NEA.
Wij maken ons ernstig zorgen over de gevolgen voor onze economie van een koopkrachtdaling van €1000 per gezin. Een aanzienlijk deel van de gezinnen kan geen €1000 per jaar extra voor energie opbrengen. Verpaupering dreigt voor delen van de grote steden. De detailhandel zal met grote omzetdalingen te maken krijgen. Een nieuwe recessie kan het gevolg zijn.
Dat wij ons nu concentreren op de kosten, wil zeker niet zeggen dat wij de baten als vanzelfsprekend aannemen. Maar vooralsnog is het eerst nodig de kosten te berekenen. Pas daarna is een zinnige kosten-baten analyse mogelijk.
Daarom willen ondergetekenden u verzoeken om de minister nogmaals en met nadruk te vragen om een integrale kostenberekening van het energieakkoord aan de kamer voor te leggen, dus over de volledige looptijd ervan, zowel in de vorm van directe subsidieverplichtingen als in de vorm van inkomstenderving van de staat, extra kosten van de infrastructuur, rendementsverliezen op bestaande elektriciteitopwekkende installaties, en privé-schade die burgers ondervinden door onder andere de waardedaling van hun huis als gevolg van de plaatsing van windmolens.
Pas wanneer deze kosten bekend zijn is een zinnig debat over het energieakkoord mogelijk, en zou er ons inziens in de kamer over de uitvoering ervan besloten kunnen worden.
Graag zien wij uw reactie tegemoet,
De ondertekenaars,
Bakas, A. Trendwatcher, schrijver van het energietrendboek `Plenty`.
Bloemers, Dr H.P.J. Emeritus hoogleraar biochemie, Radboud Universiteit.
Castelein, R. Voorzitter De Unie, de vakorganisatie voor middelbaar en hoger personeel; oprichter van het Netwerk Zelfstandig Werkenden NZW, de netwerkorganisatie voor ZP-ers.
Cliteur, P.B. Hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap, Universiteit van Leiden en Hoogleraar wijsgerige antropologie, Universiteit van Gent.
Deurvorst, F.H.M. Ingenieur, voormalig directeur Technische Zaken Delta Nutsbedrijven Zeeland.
Dirkse, D.E. Ingenieur, vmlg docent wiskunde en ict specialist.
Erren, Drs H. Geofysicus, klimaatsceptisch blogger.
Galan, Dr. L. de. Oud hoogleraar chemie TU Delft, voormalig groepsleider Unilever Research.
Goederen, A.C. de. Ingenieur, vmlg hoofd onderzoeksafdeling octrooibureau, auteur ‘Onbeperkt klimaatneutrale stroom, Veilig, betrouwbaar en betaalbaar. Hoe? (en hoe beslist niet)’
Groot, K. de. Ingenieur, ex-vicepresident Exploration and Production Research and Technical
Services, Shell.
Gruijters, P.J. Werktuigbouwkundig ingenieur, oud burgemeester van de gemeente Hooge en Lage Zwaluwe en de gemeente Zundert, oud dijkgraaf van het waterschap Noord- en Zuid- Beveland.
Hagel, P. Milieuchemicus, vmlg directeur Rijksinstituut voor Visserijonderzoek (RIVO) (thans onderdeel van IMARES Wageningen UR).
Haverkamp, Dr J. Chemicus, vmlg groepsleider FOM Laboratorium voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF) en Unilever R&D, emeritus hoogleraar Analytische Chemie Universiteit Utrecht.
Hermens, W. T. Professor, Cardiovascular Research Institute Maastricht (CARIM).
Hetzler, J.R. Ingenieur tropische bosbouw, Wageningen Universiteit. International Banking Credit Analyst, secretaris Stichting de Groene Rekenkamer.
Holtrop, Prof. dr ir J.F. Emeritus hoogleraar Petroleumwinning te Delft, vmlg Shell Research en Exploratie & Productie.
Jansen, E. Econoom, publicist en docent Finance & Accounting aan Fontys Hogescholen.
Jongedijk-Welles Drs. A. Gemeenteraadslid Leeuwarden, mede oprichter St. Gjin Romte Foar Wynhannel (Geen Ruimte Voor Windhandel), lid Nationaal Comité Europese Stadsvernieuwings Campagne.
Jongen, Hub. Elektrotechnisch ingenieur, webmaster van de ‘Vrijspreker’.
Joustra, W-J. VVD–Statenlid Provincie Utrecht, ICT Manager.
Keller, W.J. Ingenieur, econoom, statisticus en informaticus, ex. RvB Centraal Bureau voor de Statistiek, emeritus hoogleraar informatica VU, ICT ondernemer.
Keuken, H. Ingenieur, directeur Process Design Center / Keuken & de Koning – expert op het gebied van industriële energie efficiency.
Kop, J.H. Ingenieur, emeritus hoogleraar Gezondheidstechniek TU Delft (mede inhoudende “environmental engineering”.
Kouffeld, R.W.J. Ingenieur, emeritus hoogleraar Energievoorziening Technische Universiteit Delft, Bestuurslid Stichting Kernvisie.
Labohm, H.H.J. Onafhankelijk econoom, oud–plv. hoofd beleidsplanning BZ, oud–plv. Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de OESO te Parijs.
Minderhoud, G.C.J. fractievoorzitter waterschapsfractie Partij voor Zeeland, lid van de commissie Ruimte, Ecologie en Water van de provincie Zeeland, bestuurslid stichting “Red onze Polders”.
Mulderink, Ir J.J.M. Ex research directeur Akzo Nobel, voormalig voorzitter Stichting Duurzame Chemie Ontwikkeling.
Pair, Dr C. le, Natuurkundige, ex direct. FOM, STW en lid Algemene Energie Raad.
Mulder, M.E.N. DGA De Zakenpartner, oprichter GebakkenWind.
Polderman, Dr C.P. Econoom, historicus, politicus, publicist, docent overheidsfinanciën HZ University Vlissingen.
Ridder, W.J. de. Hoogleraar Toekomstonderzoek Universiteit Twente en publicist inzake duurzame energie.
Schuiling, Prof. Dr. R. D. Emeritus hoogleraar Geochemie Utrecht
Sigmond, B. Flevum Round Table Industry & Energy.
Sluijter, Dr Ir F. Emeritus hoogleraar TUE, oud-voorzitter Plasma Physics Division EPS, kernlid Standing Commission on Physical and Engineering Sciences van ESF, vmlg vice-president van de International Union of Pure and Applied Physics.
Smit, Ir H.J. Meteoroloog, klimaatdeskundige, milieudeskundige, journalist.
Stienstra, A. Ingenieur, vmlg groepsleider Philips Natuurkundig Laboratorium en emeritus hoogleraar micro elektronica TU Delft.
Tissen, Prof. Dr R. Hoogleraar Management en Organisatie Business Universiteit Nyenrode.
Udo, F. Natuurkundige, oud–wetenschappelijk medewerker CERN, Genève. Onderzoeker
Versteeg, J.W. Jurist, oud-ondervoorzitter KvK Zuid-Holland Zuid, oud-bestuurder Belgisch-Luxemburgse KvK voor Nederland (Beluned), oud-voorzitter van het NIMA (Ned. Inst. voor Marketing).
Verwer, J. Ingenieur, voormalig ceo E.on–Benelux.
Vries, T. de, Wiskundige, hoogleraar toekomststudies gezondheidszorg Universiteit Twente; tevens mede–oprichter van het ‘Dutch Fraud Initiative’, eveneens aan die universiteit.
Wakker, Dr Ir A. Vmlg Shell Product Development Manager, vmlg ECN Renewable Energy Policy, NRG manager Nuclear Industry.
Walstra, W. Directeur grootaandeelhouder, Implicit BV
Walter, R.N. Ingenieur, directeur WalterConsultancy, voormalig directeur Energiebedrijf TZH.
Wanningen, J.Th.N.M. Wetenschapsfilosoof en econoom; publicist en columnist; redactie De Dagelijkse Standaard en DDS Finance International; auteur van ‘Het Eurobedrog’.
Wolters, Th.B. Ingenieur, publicist over energie en klimaat, o.a. op energieexpert.nl, climatetheory.net en climategate.nl, eigenaar ingenieursbureau.
Wijk, Th.D. van der. Oud directeur Vakopleiding Procesindustrie.
Ook de brief (in afschrift) aan de Algemene Rekenkamer sturen ? : Economisch en ecologisch rendementsonderzoek naar windturbineparken op zee en op land aanvragen, bij de Algemene Rekenkamer door hun “rendements-checker”?
De Algemene Rekenkamer heeft zojuist de “rendements-checker” uitgevoerd voor de kosten en baten van het gehele onderwijs. Dit onderzoek is op aanvraag van het Augustinianum te Eindhoven en de Algemene Rekenkamer heeft dit onderzoek gehonoreerd en uitgevoerd ter viering van hun 200-jarig bestaan. Wat bleek (deze week op radio1 het eerste verslag), dat het rendement per opleidingstype nog al zeer verschillend was.
http://www.rekenkamer.nl/Scholierenonderzoek