Ongewenste biodiversiteit: de palingworm

Ongewenste biodiversiteit: de palingworm

In deze blog lanceren we de Rypothese die verklaart waarom de aal achteruitholde: parasiet+voedselarmoede. De paling en de bij hebben veel overeenkomsten, dankzij een snel over de populatie verspreidende parasiet, beide uit het verre Oosten en afname van voedselrijkdom. Al eerder schreef ik na behandeling van het werk van Dan Simberloff ‘Invasive Species, what everyone needs to know’: invasieve exoten en de parasieten – ongewenste uitbreiding van biodiversiteit- die zij meenemen zijn een hoofdoorzaak van het uitsterven van diersoorten.

In Nederland zien we dat bij bijen, die last kregen van de bijenparasiet varroamijt die in de jaren ’80 een opmars begon: afkomstig van Indiase bijen, verzwakt deze het bijenbroed.Onze bijen kennen niet die millennialange co-evolutie die de Indiase bijen met de parasiet hadden. Ze moeten dus nog resistent worden.

Exotische parasiet plus voedselarmoede door minder dracht= bijensterfte
Zonder behandeling sterven hele kolonies, dankzij de aandacht voor bijensterfte en betere koloniebehandeling is die wintersterfte nu al spectaculair afgenomen bij bijenhouders, zo meldde Wageningen Universiteit. Ook hier focussen chemofobische milieufanaten vooral op bestrijdingsmiddelen als oorzaak, maar het is wel opvallend dat in landen met imkers die hun kolonies beter behandelden de wintersterfte veel lager lag. Ook vóór alle door het Pesticide Action Network en de milieuredactivisten van Zembla opgehitste hysterie over neonicotinoiden.

Wat we wel zien: de opkomst van de varroamijt verloopt synchroon met de verbiljartlakening van weilanden in NL en de rest van Europa. Steeds minder bloemen (=dracht en nectar), waartegen boeren zelfs spuiten om maar een zo monotoon mogelijke Engels raaigrasmat te krijgen.  Ik zie dat hier ook in Friesland, dode raaigrasvelden zo ver het oog reikt, Silent Spring, waar met 40 kilometer per uur af en toe zo’n boerenmonstertruck overheen ragt. Terwijl milieu-eisen steeds strenger werden, holde de biodiversiteit zo achteruit op 60 procent van ons landoppervlak. (de natuur hoeft geen ‘schoon milieu’, dat leidt tot lastenverzwaring en dus intensivering bedrijfsvoering= monotonisering)

Bedenk ook dat waar neo-nicotinoiden een oorzaak van minder bijengezondheid zouden kunnen zijn (dat zijn ze ook bij een continue sub-lethale dosis), dat deze middelen door STRENGERE MILIEUEISEN werden toegepast, omdat je bij coating van zaden met deze middelen nog maar 1/100ste van de hoeveelheid pesticiden nodig hebt.

Intrek glasaal, nog zonder het goede jaar 2013 en nu recordjaar 2014

Intrek glasaal, nog zonder het goede jaar 2013 en nu recordjaar 2014

Terug naar het hier op Climategate.nl gestichte palingoproer
Dan nu weer de paling. Sinds de jaren ’80 heeft de paling last van een parasiet die zijn zwemblaas infecteert nadat de paling een besmette vis, garnaal of in jonger stadium roeipootkreeftje consumeert, Anguillicola crassus: nogal onhandig voor een dier dat helemaal naar de Sargassozee moet zwemmen om te paaien, zo’n rotte zwemblaas en lage conditie. Zie hier in deze paper van Matthew Gollock in het Journal of Fish Diseases in 2005 wat die worm aanricht: algehele verzwakking, minder aanmaak van zuurstofbindende stoffen in het bloed.

De Rypothese: ingezakte voedselrijkdom water maakt exotische parasiet oppermachtig
De Japanse paling zal in de loop van co-evolutie met deze plaag wat Samoerai-technieken hebben geleerd om de gevolgen van die worm te onderdrukken. Maar de Europese paling moet heel wat jaartjes Kempo oefenen in de dojo van de evolutie, voor via natuurlijke selectie een resistenter populatie ontstaat. Mijn  Rypothese is nu:

  • De Japanse palingworm is dé hoofdoorzaak van gekelderde recruitment en dus glasaalaanvoer, die IN DE JAREN 80 inzette. De worm blijft zich over Europa verspreiden. Waarom?
  1. Ik heb geen bewijs gezien dat Nederlands binnenwater in de jaren ’80 minder afgesloten was dan nu.
  2. Terwijl Tinka Murk van Stichting de Noordzee/Imares de chemofobische Zembla-milieuredactivisten de term ‘dioxinepaling’ liet pluggen om zo de beroepsvisserij te naaien (met het 3-maanden visverbod als gevolg), kan chemische vervuiling ZEKER geen oorzaak zijn: die was in de referentieperiode met HOGE recruitment veel hoger. In Rijnwater kon je foto’s ontwikkelen zo leerden wij toen.
  3. De visserijdruk was toen eerder hóger dan lager: er zijn nu nog 300 beroeps-binnenvissers in NL, met nog enkele tientallen die paling vissen. Allen zijn ze boven de  50, de palingvisser is de panda van de visserij geworden.
  4. De infectie met palingworm in de jaren ’80 vond plaats toen de aal nog profiteerde van voedselrijk water (fosfaat, minder rigide verwijdering in RZWI’s) en groter groeide, meer vetreserves had. Met het afnemen van de voedselrijkdom na 1985 door anti-fosfaatbeleid van de EU, heeft de parasiet méér invloed op de geslonken energiereserves en gezondheid. Inderdaad zien we nu bij wildgevangen aal enkel dunne exemplaren, waarbij conditie zowel door lage voedselrijkdom als worm beinvloed is: dus hoe hoog is nu de besmettingsgraad in NL? Hoe dan ook, via afgenomen voedselrijkdom is de parasiet zo een vertragende factor op herstel.

Er is ook goed nieuws, wij kunnen de aal helpen én miljarden euro’s besparen
Stel dat de co-evolutie van de Europese aal met de parasiet nu eens snel verloopt, zoals deze paper in Parasitology in 2000 al suggereert?   Deze studie in het Journal of Helminthology vond in 2006 nog geen ontwikkeling van immuniteit, die wel bij de Japanners aanwezig is. Dus de jury is er nog niet uit, we weten in ieder geval wel: net als bij de honingbij draagt een exotische parasiet bij aan de ingezakte recruitment van de paling, en de parasiet heeft extra negatieve invloed dankzij de ingezakte voedselrijkdom van het water. Een van vette gezondheid blakende schieraal, heeft meer resistentie dan een dunne Christien Absil-aal die in natuurzuiver water moet rondzwemmen: omdat milieuclubjes zo’n obsessie hebben met de ideologie van ‘natuurzuiverheid’, en onze politici en journalisten veel en veel te veel naar dat soort clubjes luisteren.

Laten we de win-win-situatie hier dus nog maar weer eens propageren: haal een fosfaatverwijderingstrap uit de RZWI’s en redt de aal!  Met meer spekkie voor ’t bekkie, kan de aal ook beter tegen de parasiet op. Dus je helpt de aal zo dubbel. Dat werkt beter dan wat vissertje pesten, zoals WNF en Groene Pies steeds doen. EN in plaats van extra kosten te maken, wat je met beleid van milieuclubs steeds moet doen bespaart mijn voorstel miljarden euro’s onnodige onkosten in waterzuivering.