Kritiek op sceptici verandert van toon
De laatste tijd is het bij onze waarde opponenten mode om een andere toon aan te slaan ten opzichte van de sceptici. We zijn veel minder vaak de kwaadaardige boosdoeners die Moeder Aarde willen vernietigen met Valse Wetenschap.
Nee, tegenwoordig zijn we er door onze predispositie nu eenmaal toe veroordeeld om een ander standpunt in te nemen dan het enige juiste dat door “de” klimaatwetenschap verkondigd wordt. Omdat dat beter past bij onze gedachten over de maatschappij in het algemeen, dus ideeën op politiek, sociaal en maatschappelijk vlak.
Deze nieuwe benadering wordt door ons gevoeld als een betuttelende behandeling (ach, ze weten niet beter), maar vooral als een beledigende ontkenning van de goed onderbouwde wetenschappelijke basis van onze bezwaren.
Zit er wat in?
Ik heb al bij mijn eerste bezoek aan een Heartland conferentie in Chicago (ICCC4, 2010) in een van mijn eerste blogs uitgebreid de politisering van het klimaatdebat in de VS aan de orde gesteld. Deze predispositie in de VS is alleen helemaal niet verborgen of onbewust. Het is “the American way”.
De theorie waar we het hier over hebben gaat uit van onbewuste predispositie, en richt zich daarmee juist op de Europese sceptici. Daar zal ik het dan ook verder over hebben in dit blog.
Waar komt deze vriendelijkere houding opeens vandaan?
De klimaatwetenschap en het IPCC hebben zich dermate in diskrediet gebracht bij het publiek dat ze niet meer geloofd worden. Daarbij, zo langzamerhand zijn de sceptische argumenten tegen de alarmerende global warming hypothese ook te sterk geworden om nog af te kunnen doen als onzin. Het wetenschappelijke debat met de sceptici is te gevaarlijk geworden.
Daarnaast winnen de sceptici het inmiddels ruim op het gebied van imago en integriteit: met regelmaat komt een tot dan toe braaf volgzame klimaatwetenschapper argeloos naar buiten met steun voor sceptische standpunten, en wordt dan door een horde losgeslagen alarmisten publiek aan stukken gescheurd. De sceptici blijven zich netjes en beheerst gedragen.
Dit blijft niet onopgemerkt: het publiek is het fanatisme van onze tegenstanders gewoon beu.
Ook raakt het duurzame kamp steeds meer verdeeld over de eigen uitgangspunten: een nuchtere waarneming hiervan vindt u in dit artikel.
Dat alles samen verklaart mijns inziens de draai voldoende.
Het mes snijdt aan twee kanten….
Toch is het een stap vooruit, want de tegenstander kan dit argument alleen gebruiken als hij het ook op zichzelf van toepassing acht.
Dat werkt in de praktijk overigens niet zo erg goed. In NRC haalde Pepijn Vloemans op 18 juli het boek van Haidt aan waar uitgebreid op dit thema wordt ingegaan, en het artikel mondt uit in een pleidooi voor de sceptici.
Mooi, maar geen woord over de bias van de alarmisten.
Jan Paul van Soest demonstreert dit manco nog duidelijker: hij gaat eindelijk een open en eerlijke discussie aan met de sceptici, met de bedoeling onze motivatie beter te gaan begrijpen vanuit ditzelfde beginsel:
“Een van de voor dit stuk relevante lessen is dat het klimaatdebat te zien is als een cultuuroorlog, tussen verschillende culturen (in de zin van groepen die een zelfde waardenoriëntatie en wereldbeeld delen), en die gepolariseerd tegenover elkaar staan.”
Maar tegelijkertijd publiceert hij een stevig traktaat waarin hij zonder een moment van zelfreflectie nog extremere standpunten inneemt dan het IPCC, en uiteraard zoals altijd met een beroep op “de wetenschap”:
“Een kleine zondvloed aan wetenschappelijk onderzoek van de afgelopen jaren laat zien dat de opwarming van de aarde gewoon is doorgegaan, in tegenstelling tot wat veel ‘sceptici’ beweren.”
Kortom, hoewel de opwarming volgens alle metingen al 18 jaar stagneert (wat ook in mijn ogen overigens hoogstens iets zegt over de betrouwbaarheid van de klimaatmodellen, en niets over de werking van CO2), toont een zondvloed aan wetenschap volgens Van Soest aan dat het gewoon tóch warmer wordt. Alleen niet op de thermometer, blijkbaar.
Volgens zijn nieuw verworven inzichten in de psychologie van de mens had hij daar vooraf wellicht nog eens heel goed over moeten nadenken, en tot de conclusie moeten komen dat ook zijn eigen interpretatie van de wetenschappelijke feiten wel eens zou kunnen voortkomen uit een persoonlijke predispositie…
Of toch een mes met maar één snijkant?
Dit kan een kort blog blijven, want de hele redenering over de gepredisponeerde motieven van de sceptici is verbijsterend eenvoudig en afdoende te ontkrachten.
De meesten van ons zijn namelijk afkomstig uit de duurzame beweging of beroepspraktijk!
Juist omdat we zo bezorgd waren over de aarde en de natuur, en daar actief in waren, of omdat het ons beroep was om met klimaatverandering bezig te zijn, leerden we de echte feiten kennen en begon het ons op een gegeven moment te dagen dat er iets niet klopte aan de alarmerende claims. Het proces daarna was steeds toenemende twijfel, tot het punt dat we er niet onder uit konden om toe te geven dat we deze claims los moesten laten.
Velen van ons waren uiteraard behept met dezelfde vooroordelen jegens sceptici als andere alarmisten en zagen zich aanvankelijk dan ook niet als sceptisch maar als objectief, en wilden ook liever “klimaatrealisten” dan ”sceptici” genoemd worden. Tot we beseften dat die vermaledijde sceptici veelal eigenlijk niet ver afstonden van onze nieuwe ideeën en we ons verzet tegen deze kwalificatie stopten.
Welnu: als we vanuit onze persoonlijke predispositie gedoemd waren om sceptische waandenkbeelden te omarmen, waren we nooit begonnen als duurzaamheidsactivisten. De ideële waarden delen we dus gewoon met de AGW gelovigen, zoals Marcel ook al benadrukte in zijn interview.
De enige predispositie die er blijkbaar achter onze ontwikkeling tot scepticus zit is de sterke behoefte om de waarheid te achterhalen, ook als die tegen onze eigen overtuigingen of belangen ingaat.
Sceptici: bekeerde alarmisten
De meest aansprekende voorbeelden hiervan zijn Patrick Moore, oprichter van Greenpeace, en Theo Richel, Milieudefensie activist van het eerste uur. Beiden waren zeer invloedrijke actievoerders in een tijd dat dat nodig was, en beiden zijn nu zéér overtuigd sceptisch.
Maar op wellicht minder spectaculaire wijze geldt dat ook voor Richard Tol (IPCC author), Hajo Smit (cum laude afgestudeerd op klimaatmodellering en destijds zelfs gesponsord door Pier Vellinga, destijds werkzaam bij VROM ), Rypke Zeilmaker (natuurliefhebber en ecoloog), Marcel Crok (bekroond wetenschapsjournalist), en mijzelf (duurzame energie ontwikkelaar).
Ook bij de overige sceptici zie je alle politieke kleuren terug. Vooraanstaande sceptici Bas van Geel (UvA), Henk Tennekes (KNMI) en wijlen Arend Jan Voorman (sceptisch tijdschrift Spil) zijn/waren uitgesproken PvdA sympathisanten, de laatste zelfs als kader- en kamerlid.
Het gemeenschappelijke waardepatroon van de sceptici blijkt dus ver te zoeken..
Wie kaatst…
Het meest interessante aan deze kwestie is dat de sceptische beweging voor een groot deel bestaat uit bekeerde groendenkers, maar dat er mij niet één alarmist bekend is die ooit een scepticus was. Terwijl het voor je carrière een absolute boost zou zijn, want als scepticus is je wetenschappelijke carrière meestal voorbij op het moment van je eerst sceptische publicatie. Als sceptici op geld of roem uit waren, waren ze beslist geen scepticus geworden.
Ik concludeer dat bij veel deelnemers aan het klimaatdebat het wetenschappelijk denken vertroebeld wordt door persoonlijke drijfveren en politieke overtuigingen, maar dat dat bij de meeste sceptici aantoonbaar niet het geval is.
Erg interessante waarneming. Ik ben trouwens niet afgestudeerd bij Pier Vellinga, maar hij sponsorde mijn studiejaar in de VS in de GCM groep van Michael Schlesinger. Ik pas het even aan…
Geloof is een psychologische firewall, die ons moet beschermen tegen twijfel en onzekerheid.
Gelovigen nemen de werkelijkheid selectief waar. Ook ontwaren zij overal de hand van hun God. Vroeger hoorde donder en bliksem daar ook toe.
Discussie met gelovigen is weinig zinvol, immers geloof is per definitie wat niet te bewijzen is.
Vrijheid van godsdienst is een groot goed, maar vrijwaring is minstens zo belangrijk.
Nu glijdt Nederland (en de EU) af naar een theocratie.
Mensen zijn opportunisten. Veel dingen gebeuren simpelweg omdat het kan en voordeel oplevert. De gelovige zit voor een dubbeltje op de eerste rang: hij eist dat met zijn geloof rekening wordt gehouden, andersdenkenden worden als ketters of sceptici neergezet, zelfs de bewijslast van zijn onbewijsbare ideeën wordt bij anderen neergelegd.
” een zondvloed aan bewijzen….” staat hierboven.
Voor Godsbewijzen geldt dat vast ook. Wel mooi, die testamentaire formulering.
Ongeloof kent ook een psycholische vuurmuur.
Zonder feiten kom je er met (on)geloof niet uit.
Theo, nog een duidelijk kenmerk van de ideologische “draai” is de ideologische ontkoppeling van CO2-reductie (lees fossiele brandstof reductie) van het klimaat (lees opwarming van de aarde, die niet opwarmt al 18 jaar lang). Dan wat tenslotte niet lekker zit bij de alarmisten is de milieuramp door Windenergie die geen CO2-bespaart en de milieuramp door de Biofuels (Oerwoudkap). De duurzaam-sceptische beweging groeit als kool!
Theo ziet mijns inziens bij de ontwikkeling van het klimaatdebat één belangrijk gegeven over het hoofd. Hij merkt terecht op dat een aantal aanvankelijk AGW aanhangers hun standpunt aan het herzien zijn. Het is echter opmerkelijk dat de oorsprong van het scepticisme ligt bij wetenschapsbeoefenaren die niet direct betrokken waren bij het klimaatonderzoek gedurende de laatste decennia, afkomstig uit disciplines zoals de moleculaire fysica, de procestechnologie, de geologie, de paleobiologie, de astronomie. Dit zijn vakgebieden die ook zeker in de main stream (van de IPPC ‘school) door onderzoekers zijn vertegenwoordigd. De AGW protagonisten, zoals Van Soest doen het dan voorkomen of alleen de laatste ‘DE wetenschap’ vertegenwoordigen en de ‘buitenstaanders’ geen voortbrengers van nieuwe wetenschappelijke inzichten kunnen zijn.
Mijns inziens gaat de wetenschappelijke klimaatdiscussie zich bewegen op het veel bredere vlak van de door onderscheidene wetenschappers aangehangen wetenschapsfilosofieën. Het ‘vooroordeel’ van de sceptici over de IPCC school is dan terug te voeren op een uitspraak van Huxley: ‘Authorities’, ‘disciples’, and ‘schools’ are the curse of science; and do more to interfere with the work of the scientific spirit than all its enemies. (Thomas Henry Huxley,1825-1895).
De filosofische tegenstelling waar het om gaat, staat in de literatuur bekend als die tussen positivisme en relativisme.
Voor de definities hierbij kort aanhaling uit het leerboek van S.Bem & H. Dooren de Jong (“Theoretical issues in Psychology” Sage 2013. )
Logical positivism. Positivism in general refers to philosophical positions that emphasize empirical data and scientific methods. Logical positivism (or neo-positivism) is mostly associated with the so called Wiener Kreis (1920s-1930s), a group of philosophers, physicists and logicians who claimed that legitimate knowledge consists exclusively of observation sentences and logical connections between them. Statements that are not (empirically) verifiable are meaningless nonsense or metaphysics.
Relativism holds that theories, concepts and categories are not absolutely true or valid, but are irredeemably dependent on subjective views, social context and historical processes: there is no such thing as objective knowledge, no knowable world independent from knowing subjects; neither there are objective criteria to assess whether one of the many possible perspectives is more warranted than others. Informally speaking, truth is in the eye of the beholder, it all depends on how you see things. Relativists challenge realism and the correspondence theory of truth.
This theory of truth states that truth consists of the correspondence between thought and. reality., Relativism is related to idealism.
Het relativisme is opnieuw beschreven als Post-Normal Science philosophy als basis voor de milieuwetenschappen, waaronder de klimatologie. http://www.eoearth.org/view/article/155319. In het manifest daarvan lezen we de opmerkelijke uitspraak:”Invoking “truth” as the goal of science is a distraction, or even a diversion from real tasks “.
Het is deze laatste uitspraak die aanhangers van het positivisme, waartoe het merendeel van de AGW antagonisten zal behoren, tegen de haren in strijkt. Een zeker relativisme zal hen echter niet vreemd meer zijn Verschijnselen kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. En dit is aan de orde van de dag in het klimaatdebat zoals het tot nu toe wordt gevoerd. (Bijvoorbeeld bij het twisten over trends in de temperatuurverandering).
In het Post-Normal Science manifest wordt ook gesteld: ‘Science is in a crises. Philosophy of science needs recasting.”.
Dit l;ijkt mij een uit de lucht gegrepen constatering. Gezien de praktische resultaten die in de laatste decennia zijn bereikt in vele natuurwetenschappelijke disciplines, (de kosmologie, de nanotechnologie, de genetica, de celbiologie, het kankeronderzoek). Maar veel minder duidelijk binnen de IPCC school met de verkondigde profeties aan de hand van klimaatmodellen. De Post-Normal Science filosofie, – die mijns inziens niet in alle opzichten verwerpelijk is -, verdient enige “recasting’, in de zin dat de waarheidsvinding als doel van wetenschapsbeoefening weer centraal wordt gesteld. Zo ook in de klimaatdiscussie. Het aandacht vestigen op verschillende politieke motivaties van AGW protagonisten en antagonisten, lijkt mij een ‘distraction’ van de noodzaak te blijven streven naar de waarheidsvinding. ‘Eigen waarden’ zijn, zoals Theo ze noemt, wel degelijk in het spel. Maar onder wetenschappers vooral het waarde hechten aan basisbeginselen in de wetenschapsbeoefening.
Waar de discussie uiteindelijk onder natuurwetenschappers over zal gaan is de vraag of de ‘wetenschap’ waarnaar AGW protagonisten verwijzen, zo hoog mag worden aangeschreven als zij (zelfovertuigd) blijven verkondigen. Een pijnlijk probleem voor het algemene aanzien van de hedendaagse algemene wetenschapsbeoefening. Nadere uitwerking mijnerzijds volgt in een binnenkort te verschijnen artikel “The progress of science. Past present and future” in een special issue “Humanity’s future’ van het open access journal Humanities. (www.mdpi.com/journal/humanities) (Peer reviewed manuscript reeds beschikbaar voor toekomstige deelnemers aan klimaatdiscussies). arthur@keykey.nl
Goed geschreven!
Met 1 puntje ben ik het echter niet eens: de opwarming stagneert m.i. niet al 18 jaar, maar circa 10 jaar. De temperatuur is weliswaar sinds 1998 weinig veranderd en waarschijnlijk zelfs iets gedaald, maar de opwarming als proces is pas later echt gestopt.
a) als je b.v. de HadCRUT4 tijdreeks bekijkt, dan geeft statistisch gezien een lineaire regressie vanaf 1998 niet het beste beeld van de ontwikkeling maar een voortschrijdend gemiddelde, b.v. 5-punts. De resulterende kromme corrigeert voor de uitbijter 1998 (El Nino!) en geeft het onderliggende proces beter weer. Die kromme stijgt tot circa 2003/4. (daarna gaat hij dalen).
b) zonnecvlekken-cyclus 23 lag veel lager dan cyclus 22, maar de zonneactiviteit was voldoende om nog voor enige opwarming te zorgen. Cyclus 24 was/is daarvoor te laag.
OK Wim, dus minus 2 jaar is 16 jaar géén opwarming meer. Echter de ideologische ontkoppeling van CO2-reductie (lees fossiele brandstof reductie) van het klimaat (lees opwarming van de aarde, die niet opwarmt al 16 jaar lang) is een belangrijk feit geworden in de politieke discussie over de ovebodigheid van windturbine-energie (zowel milieu ramp als geen CO2-besparing)
In vervolg op mijn voorgaande bijdrage.
Voor hen die geïnteresseerd zijn in de voortzetting van een klimaatdiscussie gedreven vanuit politieke en ethische motivatie, (dus niet de wetenschappelijke invalshoek) is dit een interessant artikel in het blad Humanities, http://www.mdpi.com/2076-0787/3/3/299 Mike Hulme. “Climate change and virtue. An apologetic.”
Het gaat over de ‘deugd’ wat mij herinnert aan de klassieke discussie tussen Socrates en Euthyphro. ( Plato. Euthyphro. http://classics.mit.edu/Plato/euthyfro.html )
Socrates ondervraagt hierin een sofist over diens ethische opvattingen wat vruchteloos eindigt.
Sofisten waren in de Griekse en Romeinse tijd verkondigers van wijsheden die sterk in retoriek waren gehuld. Herkennen we dit fenomeen ook niet sterk onder deelnemers aan klimaatdiscussies die niet direct op wetenschappelijke basis worden gevoerd?
[klimaatdiscussie, politieke en ethische motivatie..]
Macht en aanzien zijn menselijke drijfveren. In onze gehumaniseerde wereld is morele superioriteit een wapen geworden. Klimaatverandering biedt opportunisten (als Al Gore) een uitgelezen kans de macht te grijpen. Ook in Nederland zijn talloze voorbeelden te vinden. Zie de “transitie-professoren” die technologie bepleiten die met transitie niets te maken heeft. Dat het klimaatalarmisme zich zo diep in de samenleving kon nestelen heeft m.i. twee oorzaken:
1. de afnemende invloed van de kerk is ingenomen door natuurbeschermers, die het nieuwe morele kompas zijn geworden. Dat laatste is en gevolg van ons geromantiseerde wereldbeeld, waarin de in welvaart levende burger zijn zegeningen niet meer beseft.
2. Iedereen is in zijn hart een redder van de planeet. Daarbij wordt bij voorkeur de eigen expertise ingezet. Bureaucraten schuiven met andermans geld. Klimaatalarmisme is dermate urgent en verheven, dat verantwoording van gelden overbodig is. Het Mekka van iedere bureaucraat (oa VN). Vandaag de dag is er geen financiële onderbouwing van regeringsbeleid aangaande dit onderwerp.
Dat bekende filosofische thema’s in de discussie opduiken is niet verwonderlijk: mensen veranderen niet, wel de decors.
Uiteindelijk gaat het om overleven, daar zullen voor- en tegenstanders het over eens zijn. Over de weg bestaat onenigheid.
Wijze woorden, David. Doet me denken aan een cartoon die ik onlangs zag waarin de ene Neanderthaler tegen de andere zegt: “We leven gezond, bewegen veel, eten biologisch voedsel, roken en drinken niet en toch klopt er iets niet met onze levenswijze. Hoe komt het dan dat we maar 30 jaar worden?”
Een kolencentrale had die Neanderthalers geweldig geholpen: meteen een verdubbeling van hun levensverwachting. Trouwens: nog niet zo lang geleden waren rokende schoorstenen een teken van welvaart.
Het klimaat : daar hebben we niets over te zeggen dat regelt zichzelf en dat kunnen we ook niet veranderen ! Zo is het altijd gegaan met onze wereld ! Miljoenen jaren ! De wereld verandert en wij……kunnen niets doen ! Ja Al Gore heeft miljoenen verdient met een sprookje ! De wereld onze moeder aarde doet wat ze moet doen en uit ! Wij moeten ons aanpassen dat is alles …..
Laten we niet doen alsof alleen “Klimaatguru’s” flink verdienen aan deze klimaathoax!
Wat dacht je van regeringen die miljarden binnen harken met talloze belastingheffingen op dingen die CO2 “intensief” zijn!
Daarbij onder meer te denken aan motorrijtuigenbelasting, BPM, accijnzen waarbij het draait om de CO2 uitstoot….
@Turris: ik heb gen uitspraak over CO2 gedaan, maar denk dat het effect klein is. Dat kun je echter alleen ‘bewijzen’ als je de temperatuurstijging kunt toeschrijven aan een andere factor. (Het IPCC wijst alles wat ze niet kunnen verklaren aan broeikasgassen toe). Ik denk niet dat de oceaan een erg goede verklarende variabele is (allereerst ontbreken de benodigde metingen al).
Ik denk dat de dominante factor t.a.v. de temperatuurontwikkeling vooral de zon is. Als indicator voor de zonne-activiteit is het aantal zonnevlekken heel geschikt (b.v. de TSI niet). In 2003 was het aantal vlekken van cyclus 23 maximaal. Na 2004 ging de temperatuur een beetje dalen. Sindsdien zijn 10 jaar verstreken.
Wim, plausibel antwoord, maar er is meer. Ik denk dat de factoren die het klimaat bepalen alle een vertraagd effect hebben van soms meerdere jaren, mogelijk zelfs tientallen jaren, sommige zijn als gevolg van cycli die soms eeuwen later effect hebben. De grootste cyclus is die van 800 jaar vertraagde werking van CO2 stijging na de stijging van de gemeten opwarming (door de zon). Het opwarmen (al dan niet van toepassing) van de oceanen zal pas over vele jaren een effect hebben op het klimaat. Onwetenschappelijke van het IPCC is inderdaad dat ze 100% op CO2 als oorzaak focusseren. Dat is nu zo duidelijk een foute theorie!
Turris, niet 100%, maar wel veel te veel. Daar zijn we het helemaal over eens.
Commentaar van DWK:
Kom zeg deze hele “tendens” is gewoon de zoveelste poging om het tegengeluid, nu dan op z’n minst, een beetje te neutraliseren. Past gewoon in de opsomming die Pepijn Vloemans (PV! What’s in a afkorting?) geeft al vergeet hij het criminaliseren en de aanbevelingen om sceptici in een psychiatrische kliniek te plaatsen.
Zo’n verhaal van Haidt komt de Pepijnen van deze wereld natuurlijk goed uit, want het ontslaat je van de verplichting het verder nog over de inhoud te hebben hetgeen dan ook meteen de overeenkomst is met al die andere trucs die ze uitgehaald hebben.
Wat is er mis met een “instinctief” sceptische houding als je daar vervolgens gewoon feiten en cijfers bij levert of verlangt?
Bovendien heeft ook Vloemans het gewoon weer over “morele prioriteiten” waaruit we impliciet kunnen opmaken dat hij zich zoals het hele groene smaldeel moreel boven zijn opponenten verheven acht. En inderdaad is dat een stuk chiquer dan je tegenstander uitmaken voor psychiatrisch geval.
Zoals al die lui zijn het meesters in het uithalen van dialectische omdraai trucs. Uit arrenmoede zuigt hij en passant nog even aan de grote duim van Nijpels door te spreken van spotgoedkope energie in een poging z’n windhandel als oerconservatief verhaal aan de man te brengen. Ondertussen is één googletje voldoende om te zien dat uit Pepijns schoorsteen uitsluitend subsidie- en NGO-gerelateerde rookpluimen opstijgen: “Amsterdam-based journalist, living in the golden age of clean-tech”
Graag uw reactie op het volgende: Hypothese:
1. CO2 is helemaal geen broeikasgas.
Hoe zou dat moeten werken, CO2 als broeikasgas? Een broeikas (tuinbouw) is een min of meer gesloten systeem waarin een bepaalde hoeveelheid lucht min of meer afgesloten van de rest wordt opgewarmd. De aarde is geen gesloten systeem, de lucht circuleert.
2. Warmtecapaciteit.
Een stof die goed warmte opneemt geeft deze ook goed af, per definitie. Voor één graad temperatuurstijging is een hoeveelheid energie nodig, die vervolgens met dezelfde coëfficiënt weer wordt afgegeven. Hoe een niet-organische stof (CO2) warmte “vast” kan houden mag iemand nog eens proberen uit te leggen. Warmte in (zon) == warmte uit (nacht).
3. Convectie en conductie
Windmolens zouden zelf wel eens direct voor opwarming kunnen zorgen. Zij worden het liefst geplaatst waar het goed waait en daarmee remmen zij de luchtstroom. Hiermee hebben windmolens dus direct invloed en kunnen zo wel eens zorgen voor een meer beperkte vermenging van warmere en koudere luchtlagen.
Ten aanzien van punt 3, daar heeft de Groene Rekenkamer iets over gepubliceerd:
http://www.groenerekenkamer.nl/2518/de-invloed- van- windmolens-op-ons-klimaat/
Er zijn veel sceptici die ontkennen dat CO2 de aarde op kan warmen. Jouw argument wordt daarbij vaak genoemd.
Al deze argumenten zijn in mijn ogen aantoonbaar onjuist.
Heel in het kort: CO2 heeft invloed op de stralingsbalans: de hoeveelheid IR straling die naar het heelal en naar het aardoppervlak wordt gestuurd. Dat maak ik heel eenvoudig duidelijk op mijn site. .
Wat die invloed is hangt af van de plaats waar de energie in de atmosfeer gebracht wordt.
De invloed van 2xCO2 op de door de aarde uitgestraalde warmte (het enige waar iedereen over praat, volstrekt ten onrechte) is erg klein en leidt tot hoogstens een paar tienden opwarming.
De invloed op de instralende zon is groter maar juist verkoelend.
De invloed op de vrijkomende latente warmte is weer veel groter maar erg moeilijk te bepalen. Maar dit zou op zich een opwarming van meerdere graden kunnen veroorzaken.
Alleen, meer CO2 en een hogere temperatuur hebben veel invloed op de convectie. En een opwarming van 3 graden door straling wordt al teniet gedaan door een toename van 2% van de convectie.
Dit mechanisme wordt nog niet begrepen, maar de metingen suggereren dat die compensatie inderdaad optreedt.
Met name in de tropen waar het een soort thermostaat vormt.
Niet in de koude streken, waar de meekoppeling van sneeuw en ijs overheerst. Maar de tropen zijn véél groter dan de poolgebieden.
Samen geeft dat een complex mechanisme waar niemand sterke uitspraken over kan doen.
Metingen van de laatste eeuw en het CO2 vs T verloop in het verre verleden suggereren dat CO2 geen leidende invloed heeft op het klimaat.
Theo, YES! (1) De Arrhenius glazenstolpproef bewijst dat door straling CO2 opwarmt. (2) De atmosfeer is geen glazenstolp zoals bij Arrhenius’ chemische proefopstelling. (3) de wolken, oceanen, oceaanstromingen, aardmagnetisme, draaiing van de aarde, tectonische en vulkanische uitbarstingen, ze zijn alle inter-acterende klimaatfactoren , evenzo (4) variaties in de aardas , El -Nino-La-Nina, (5) de zonne-straling intensiteit (6) foute aardse (stadse) temeperatuurmetingen door IPCC, (7) de toepassing van onbetrouwbare proxies door IPCC gebruikt in hun modellen (8) Foute computer voorspelmodellen en foute aannames (parameters) daarin door IPCC. (9) Veder is een bekend wetenschappelijk feit dat CO2 reageert op opwarming door de zon, cyclisch met een vertraging van 800 jaar (10) L.B.N.L: het warmt al 16 jaar niet mee op bij een 40% stijging van de CO2 uitstoot.
En dan blijven we als sceptici onderschrijven dat CO2 de aarde (Iets?) opwarmt. De kernvraag is mate van de invloed van CO2 op de aardse opwarming? Het IPCC doet er al decennia lang een gepolitiseerde uitspraak naar, zoals in hun VN-opdracht staat!