Anjelier is geen koudwaterkoraal maar anemoon en zeer algemeen op scheepswrakken

Anjelier is geen koudwaterkoraal maar anemoon en zeer algemeen op scheepswrakken

Gisteren in mijn lezing voor statenleden van de Provincie Utrecht wees ik al op de wijze waarop het Wereld Natuur Fonds de geloofwaardigheid van natuurbescherming ondermijnt, doordat hun campagnebeweringen zacht gezegd ver van de ecologische werkelijkheid staan. Vandaag geef ik een nieuw voorbeeld. Lees mee in dit campagnebericht, dat werd gelanceerd omdat 12 september de inspraak startte voor sluiting van 30 procent van de Doggersbank voor visserij.

Van de oorspronkelijke natuur in de Noordzee is inmiddels met 60 procent achteruit gegaan door economische activiteiten, zoals visserij met zware sleepnetten, zandwinning en olie- en gaswinning.

Het gaat juist beter met de Noordzeenatuur
De lezer van Climategate.nl weet al waar die ’60 procent’ op is gebaseerd. Een door Stichting de Noordzee (zusterorganisatie WNF) en het PBL gefabriceerd rapport ‘natuurkwaliteit van zoute wateren’van Rick Wortelboer, waarin wordt beweerd dat ’40 procent van dé oorspronkelijke biodiversiteit’zou zijn overgebleven, danwel een vaag gedefinieerde kwaliteit. Die claim hangt vooral aan een toegekende arbitrair historische norm voor zeezoogdieren waaronder de bruinvis, terwijl alle zeezoogdieren en vooral de bruinvis in de Noordzee spectaculair toenamen in afgelopen decennia. Waar het WNF deze claim gebruikt voor bodemdieren/sleepnetvisserij valt juist op dat Wortelboer die bodemdieren relatief gunstig beschrijft.

De 60 procent weg-claim hangt vooral aan zeezoogdieren, die ten onrechte laag scoren in Wortelboer 2010

De 60 procent weg-claim hangt vooral aan zeezoogdieren, die ten onrechte laag scoren in Wortelboer 2010

Er is dus geen enkel verband tussen de in de campagne verketterde sleepnetvisserij en die claim van ‘biodiversiteit’, waar dit dramatische getal vooral op zeezoogdieren zijn gebaseerd die juist TOE nemen. Laten we bij een vaag begrip als biodiversiteit specifiek zijn en bij ‘soortenrijkdom’blijven: dan kun je aanwijzen WELKE biodiversiteit je bedoelt.

Van de oorspronkelijke biodiversiteit van de Doggersbank is overigens 100 procent verdwenen. 8000 jaar geleden raakte Doggereiland overspoeld door zeespiegelstijging dankzij de klimaatverandering die het Holoceen inluidde, en de mammoeten, reuzenherten en jager-verzamelaars verzopen. Oftyewel, wanneer de natuurclubs anderen economische willen benadelen voor hun zaak/fondsenwerving zullen ze met betere argumenten moeten komen en betere wetenschap.

,,De vondsten benadrukken de noodzaak om de Noordzee te beschermen’’, aldus Chris van Assen, Noordzeedeskundige van het WNF. ,,De onderwaternatuur heeft de potentie te herstellen, zodat diersoorten als kabeljauw, haaien, roggen en misschien zelfs de blauwvintonijn weer in overvloed voorkomen. Maar dat lukt alleen als we de kraamkamers voor biodiversiteit behouden.’’

De kabeljauw was hier algemeen bij een veelvoudige visserijdruk in de nog onverklaarde ‘gadoid outburst’van de jaren 60-80, alleen haaien en roggen zijn voor hun eileg deels afhankelijk van hard substraat op de bodem (en dus bescherming tegen sleepnetvisserij), waaraan hun eieren hechten. De blauwvintonijn is een pelagische trekvis die met de warme Golfstroom meetrekt, en die niets met het bodemleven of sleepnetvisserij van doen heeft, en die hier in de Noordzee doortrok en nog steeds doortrekt.

Laat ik dr HR Redeke citeren in ‘De Fauna van Nederland’, onderdeel visschen uit 1942 om te zien of vroeger alles beter en talrijker was:

De Tonijn komt IN DEN LAATSTEN TIJD veel talrijker in de Noordzee voor dan vroeger. In de nabijheid onzer kust verdwalt hij echter zelden en is slechtgs een paar maal aangespoeld gevonden, oa bij Cocksdorp op Texel, een 2,70m lang exemplaar….

Is liegen nodig voor natuurbescherming?
Ik snap best dat het WNF een lekenpubliek moet aanspreken en dat ‘koraal’beter klinkt dan anemoon, dat een tonijn meer aanspreekt dan een kokerworm, maar blijf aub wel bij de biologische feiten. Het verwijderen van sleepnetvisserij van de zandbanken van de Doggersbank heeft geen enkel effect op blauwvintonijn en leidt al helemaal niet tot ’terugkeer’ van koudwaterkoraal dat 200-2000 meter diep riffen vormt voor de kust van Noorwegen, de Schotse en Ierse kust en nooit op de Doggersbank voorkwam, jullie vonden geen hard koraal maar een algemene anemoon, die aantoont dat op een scheepswrak snel riforganismen vestigen: dat is al duizenden jaren zo. En de claim dat ’60 procent van de biodiversiteit’ verdween door economische activiteit is
a. onzin
b. in dit verband niet aan sleepnetvisserij toe te schrijven

Naar natuurclubs die economisch belang bij verbetering hebben
Wanneer het WNF zo nodig vissers wil wegpesten kan zij op een veel positievere wijze haar tientallen miljoenen euro’s aan inkomsten gebruiken dan via PR-druk om politici op te hitsen: koop vissers uit/ koop je eigen mariene reservaat. De strategie van het WNF is nu: zoveel mogelijk alarmistisch kabaal maken in de hoop dat er journalisten en politici zo stom zijn om daar in te tuinen (en dat zijn ze, dus het liegen van WNF is gewoon keihard realisme), waarna vissers zonder compensatie van hun inkomsten worden beroofd zonder dat enige ecologische verbetering is gegarandeerd en er nauwelijks fatsoenlijke ecologische gegevens zijn.

WNF is dus goed in goedgevoelsmarketing, maar bedrijft negatieve natuurbescherming. Ze laten anderen betalen voor de gevolgen van hun campagnes, laten zich niet afrekenen op het resultaat daarvan en ondermijnen zo de duurzame instandhouding van onze natuur. Wie dat te serieus vindt klinken mag het ook zo zien: Het WNF genereert fondsen om haar personeel een kosmopolitische levensstijl te geven en de oceanencampagne helpt Carel Drijver aan de vrouwtjes, zuigvisjes voor zijn zeldzame kokerworm.

Het WNF verdient geld aan het idee van de eeuwig bedreigde natuur. Zijn er geen clubs die geld kunnen verdienen door natuurverbetering?