imageIk ben net terug van de zitting bij de Raad van State, waar ik het woord voerde voor een client, een visser, tegen de overheid die een gebied ter grootte van de Provincie Utrecht wil sluiten voor visserij. En dat zonder deugdelijke ecologische onderbouwing zoals wij aantoonden en zoals de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak bevestigde. We konden constateren dat de RVS- leden zich goed hadden ingelezen in het complexe dossier en rake vragen stelden, waarvoor mijn complimenten. Het is een geruststelling wanneer mensen je dossier beoordelen die daartoe intellectueel ook ruimschoots capabel zijn. Ze legden de overheid direct het vuur aan de schenen.

Staatssecretaris Dijksma had via haar jurist Tieleman het ultieme inhoudelijke zwaktebod ingediend. Zij beriepen zich op het relativiteitsbeginsel: dat betekent dat de RVS al onze inhoudelijke argumenten maar dienden te negeren, omdat wij in dit natuurgebied (Noordzeekustzone) enkel economische belangen zouden hebben. Voor ons was dit een bevestiging, dat de overheid ook inzag dat hun inhoudelijke argumentatie aan alle kanten rammelde.

Veruit de meest zwakke argumentatie kwam echter uit de hoek van organisaties die zich voor natuurbeschermer uitgeven als WNF en Stichting de Noordzee. Met hun vertegenwoordiger Dhr Wouda wurmden zij zich op de valreep nog in het dossier. Het is fijn van hun zwerver/vertegenwoordiger de volgende woorden te kunnen optekenen, die ons bezwaar letterlijk bevestigen

“Wij weten niet zeker of vissers nadelige invloed hebben, maar de visserij heeft invloed en is de enige knop waaraan we kunnen draaien. En dan komt het voorzorgbeginsel in werking”

Laat ik dit groene proza vertalen in gewone mensentaal:  wij roepen maar wat, en visserij is de enige partij waar we iets tegen willen doen. ( en niet tegen Rijkswaterstaat, zoutwinning, gaswinning, voedselarmoede door lagere draagkracht, het is pure onwil als je mij vraagt..)Dus stellen we ze zonder bewijs in staat van beschuldiging en het voorzorgprincipe ontslaat ons van de plicht met deugdelijke inhoudelijke bewijzen te komen ‘

Zoals Roger Scruton al schreef in Green Philosophy: wij kunnen het voorzorgprincipe het beste toepassen op zichzelf: ‘Niet doen!’

Ik schreef het al in mijn eerste blog:  dit is Het Proces van Jozef Kafka, schuldig door verdenking. Het zegt iets over de morele en intellectuele gesteldheid van clubs die zich vermommen als natuurbeschermer. Toen ik Wouda daar op aansprak en vroeg: ‘wat mij steekt is dat jullie niet geinteresseerd lijken in de gevolgen voor natuur voor beleid dat jullie voorstaan’ draaide Wouda mij zijn rug toe, om weg te lopen ‘ ik moet plassen ‘. Het bleek gewoon zo’n laf groen clichemannetje in lompen, onder de roos met zwerverbaard die de natuurbescherming zo beschadigt: buiten een wereldvreemd clubje fanatici is er niemand nog die zich met de natuurlobby wil identificeren. Dat baart mij zorgen omdat ik effectieve natuurbescherming WEL belangrijk vind.

Kortom, typisch voor milieuclubs. Ze ontlopen de discussie omdat ze geen steekhoudende argumenten hebben ( ze zijn geen tegenspraak gewend en varen op hun status van Algehele Goedheid), en menen dat ze met hun morele superioriteit wel wegkomen. Ik strijd met open vizier, zij kunnen dat niet doen omdat ze de morele en intellectuele eigenschappen daartoe ontberen. Feit: WNF stak nooit een cent in de zeenatuur van NL, ze steken alleen geld in pr en werk voor zichzelf.

We wachten de uitspraak af. Ik denk dat onze bezwaren goed worden gewogen, maar het blijft onzeker en ik wens de RVS -leden daarom veel wijsheid toe bij het nemen van een besluit.