RZ14Wad5

Een groep beroepsvissers stuurde me dit artikel dat ze maakten over data van glasaal, waarvan Imares de jaarlijkse intrek meet bij Den Oever. Ze constateren dat wanneer je dan in 2014 in absolute aantallen gevangen glasaal meet (4374) geen 4,5 procent vangt maar 23,8 procent vangt ten opzichte van referentieperiode 1960-1979 (de internationaal gebruikte referentieperiode, die volgens mij Willem Dekker van Imares bedacht). Oftewel, de zaak wordt in Nederland veel negatiever voorgespiegeld door de indexering die Imares gebruikt.

 

  • Ik weet (nog) niet welke methode van indexering Imares toepast, het is normaal dat je indexeert naar vangstinspanning en tijdstip voor standaardisatie. Maar interessant is alvast de keuze van de referentieperiode door Imares en Willem Dekker: waarom neem je 1960-1979 als norm? Misschien hadden we toen juist wel ABNORMAAL HOGE intrek…. En dan lijkt de huidige situatie uitzonderlijk dramatisch, zodat meer werk nodig is voor Imares-palingdeskundigen en milieuactivisten van WNF.

Kies je een langere referentieperiode 1938-1979 dan geeft de glasaalindex van Imares geen 4,5 procent maar ruim 9 procent, wat meer in de buurt komt van de waarde uit de Atlantische meetreeks. In absolute aantallen is de glasaalintrek bij Den Oever dan zelfs 28,5 procent ten opzichte van die langere referentieperiode.

Nog steeds veel minder dan ‘normaal’…maar wat, welke periode is normaal in de altijd veranderende natuur? Stel dat de glasaal ook haar tijdstip van intrek verlegde onder invloed van veranderende klimaatomstandigheden en stromingen. Wanneer je dan steeds de vangst in april rond 22:00 aanhoudt als norm, corrigeer je niet voor die gedragsverandering door milieuverandering. (een Rypothese)

  • Een ander punt: is Den Oever wel representatief? Op andere meetpunten zoals in Zeeland en Groningen zie je al jaren een veel forsere toename in glasaalvangst.

Zo hebben de beroepsvissers met gezond boerenverstand en praktijkkennis al drie vragen opgeworpen die Imares dient te beantwoorden. En dat is waarom ik graag als wetenschapsjournalist mijn licht ook opsteek bij vissers, niet alleen wat academici en deskundologen papegaai.

In die indexering zitten diverse tegenstrijdigheden, zo constateren de beroepsvissers door naar absolute aantallen te kijken. Zo kan de glasaalindex in diverse jaren een duizendtal glasalen HOGER liggen, maar komt de glasaalindex dan toch tientallen punten lager uit dan dat jaar met een hogere vangst. Nogmaals: dat lijkt mij een kwestie van afstemmen op de vangstinspanning. Het beste punt is wat mij betreft: waarom kies je deze referentieperiode?

Blijft nog steeds de uitkomst uit het rapport Balansberekeningen van de palingboeren van Dupan met Witteveen en Bos staan: de IJsselmeer/Markermeervisserij op paling diende fors teruggeschroeft om in overeenstemming te komen met draagkracht. Ik snap dat beroepsvissers zich vaak door de overheid genaaid voelen, maar dat zijn wel de uitkomsten van relatief onafhankelijk onderzoek van experts. En daar moeten we toch mee werken…Dus: vanuit de visserij kun je goede vragen stellen die de wetenschap dan vervolgens kan oplossen.