Grote zaagbek: algemene overwinteraar die in aantal licht toenam, maar wel een herstelsoort in Markermeer: waarom?

Grote zaagbek: algemene overwinteraar die nationaal in aantal licht toenam, maar wel een herstelsoort in Markermeer: waarom?

Doordat diverse belanghebbenden in Nederland bij Natura 2000 allerlei particuliere hersteldoelen fantaseren bovenop Europese verplichtingen, gaat de Nederlandse belastingbetaler voor 1 miljard euro het schip in bij het ‘ ecologisch herstel’ van het pas in 1976 door menselijk ingrijpen ontstane Markermeer. Een consortium van natuurclubs als Natuurmonumenten, Planbureau voor de Leefomgeving, ministeriële ambtenarij, Alterra en ingenieursbureaus (hierna ‘het groene consortium’ genoemd) fantaseerde de noodzaak om een ’toekomstbestendig ecologisch systeem’ (TBES) van het Markermeer te maken, zich beroepend op een Europese noodzaak vanuit Natura 2000. Terwijl de hersteldoelen geen Europese maar nationale doelen zijn, die het groene consortium verzon om zichzelf werk te verschaffen. Dat blijkt uit mijn voorlopige inventarisatie van dit dossier. Zoals deze casestudy het omschrijft, betreft de TBES inderdaad een Nederlandse invulling met een Europees excuus:

TBES does not aim at maintaining a status quo but aims for an ecological situation, which in terms of quality will go far beyond minimal ecological requirements. (= ver boven wat op Europees juridisch niveau noodzakelijk is, terwijl men zich bij TBES op Europa beroept RZ) The idea is that the scale and robustness of ecological system can easily absorb the nega- tive impacts of urban and infrastructure development projects, as well as a variety of smaller scale impacts, mainly related to recreation and leisure, along the North Holland coast.

Terwijl het Markermeer bij AANMELDING als Natura 2000-gebied in het standaardgegevensformulier in 2004 gewoon aan de Europese verplichtingen voldeed, behalve voor 1 soort, de meervleermuis, dienen nu allerlei megaprojecten als de aanleg van een 4500 hectare groot moeras (kosten 518 miljoen euro publiek geld) te worden gerealiseerd, die niets met de Natura 2000-doelen te maken hebben, voorzover deze doelen al enige ecologische grond hadden. Niet de staat van de habitats bij AANMELDING is in Nederland namelijk doorslaggevend: het groene consortium verzint een droomscenario voor het gehele gebied, hoe het ‘zou kunnen zijn’ als er allerlei maatregelen zouden worden genomen. Een voorbeeld daarvan is het bij aanmelding als ‘goed’ (B) gekwalificeerde habitat H3140 Kranswiervegetaties. Niet de goede staat waarin de bestaande kranswierhabitats verkeren is uitgangspunt gemaakt bij de hersteldoelen, maar de wenssituatie/potentie voor het gehele Markermeer als men alle slib zou wegwerken. Zoals het Planbureau voor de Leefomgeving schrijft:

Behalve voor de vogels zijn in het Natura 2000-beleid doelen vastgesteld voor de meervleermuis (H1318), krans- wieren (H3140) en fonteinkruiden (H3150).De kranswieren en fonteinkruiden groeien vooral in de Gouwzee en bij Muiden. Door de hoge slibgehalten in het Markermeer kunnen de planten niet overal kiemen.

Die droomwensen worden later rechtsgeldig als noodzakelijk hersteldoel, wanneer de hersteldoelen via Amvb tot beleid zijn verheven.

Na aanmelding zijn er door Nederlandse instanties kortom allerlei particuliere wensen toegevoegd aan een ‘herstel’ van het Markermeer met als argument dat de ‘Europese rechter’ anders zou ingrijpen. Het belangrijkste hersteldoel zou nu gelden voor watervogels. Waaronder de sinds de jaren ’70 in aantal verdubbelde fuut, die niet eens in het CBS-broedvogelmeetnet vermeld wordt waarnaar het Planbureau voor de Leefomgeving verwijst. Terwijl SOVON Vogelonderzoek in 2013 voor watervogels in Nederland in de afgelopen kwart eeuw een spectaculaire toename in aantallen registreert, zee-eenden en duikeenden uitgezonderd. Niettemin stelt het Planbureau voor de Leefomgeving hier:

Omdat de huidige ‘staat van instandhouding’ (het toetsingskader voor Natura 2000) niet gehaald wordt, is een verdere achteruitgang niet toegestaan. Daarmee kunnen plannen die leiden tot een verdere achteruit- gang van de natuur, (zoals woningbouw in het Markermeer, maar ook uitbreiding van jachthavens) door de Europese rechter tegengehouden worden. Daarom is voor het herstel van het Markermeer een set van maatregelen vastgesteld.Het doel van deze maatregelen is om het ecologisch systeem van het Markermeer zodanig te verbeteren, dat het een robuust en duurzaam ecosysteem wordt. (= totaal nietszeggende Baghwan-retoriek)

en

De natuurkwaliteit van het Markermeer is slecht. Natuurlijke oevers met een rietbegroeiing zijn bijvoorbeeld nauwelijks aanwezig. (maar dat hoefde ook niet volgens habitatrichtlijn RZ)Deze natuurlijke overgangen van land naar water zijn een essentieel onderdeel van een meer-ecosysteem. Een oeverzone met riet is een belangrijke habitat voor de vissen, omdat de jonge vis daar kan opgroeien en voedsel vinden. Bovendien heeft het Markermeer een hoog slibgehalte waardoor het meer troebel is. (….)

De aanwezigheid van watervogels wordt bepaald door het beschikbare voedsel in het meer. Bij het merendeel van de soorten is de ‘staat van instandhouding’ (Natura 2000-doel) nu al onvoldoende. De fuut, tafeleend, toppereend, brilduiker, het nonnetje, de grote zaagbek en visdief nemen in aantal af en bij deze soorten worden de doelen bij het huidige beleid waarschijnlijk niet gehaald (VenW 2008a). De driehoeksmossel en de spiering zijn de belangrijkste voedselbronnen voor de watervogels. Deze soorten nemen af, wat waarschijnlijk door het hoge slibgehalte komt. (geen enkel bewijs daarvoor RZ)

Grote zaagbekken Kornwerderzand: zeer algemeen op IJsselmeer in winterperiode, maar overwinteringsgebied bij zachte winters ligt noordoostelijker...

Grote zaagbekken Kornwerderzand: zeer algemeen op IJsselmeer in winterperiode, maar overwinteringsgebied bij zachte winters ligt noordoostelijker…

Terwijl de grote zaagbek bijvoorbeeld landelijk toeneemt en net als andere overwinterende eendensoorten door zachtere winters zijn overwinteringsgebied meer noordelijk leek te verleggen, aldus SOVON.

  • Dus: trends die niets met het Markermeer van doen hebben als zachtere winters bepalen de distributie van deze overwinterende vogels, maar onder het motto van ‘ecologisch herstel’ van het Markermeer zouden hun aantallen moeten worden opgekrikt, via het verwijderen van overtollig slib….

Ook de tafeleend blijkt niet van die driehoeksmossel afhankelijk en bovendien neemt deze sinds halverwege de jaren ’90 niet meer af in het Markermeer. Het hersteldoel is gebaseerd op een toevallige piek in tafeleenden in de jaren ’80:

 In de jaren tachtig vertoefden de grootste aantallen (tafeleenden) op het Markermeer, gevolgd door IJsselmeer (de helft lager) en de Randmeren (nog veel lager). De aantallen op het IJsselmeer namen vanaf het begin snel af en stabiliseer- den vanaf midden jaren negentig op een veel lager niveau. Op de Randmeren namen ze aanvankelijk juist toe om ver boven die van
het Markermeer uit te stijgen, waarmee het gebied aan het einde van de vorige eeuw het belangrijkste overwinteringsgebied werd. Deze toename werd toegeschreven aan verbeterin van de waterkwaliteit en toename van voedsel (Driehoeksmossel) (Noordhuis 2011). De afname in het Markermeer stopte rond de eeuw- wisseling en zette zich om in een gedeeltelijk herstel. Dit treedt vooral op in de ondiepe ge- deelten waar macrophyten sterk zijn toegenomen. Dit doet een reactie op een andere prooi dan de Driehoeksmossel vermoeden.

Onvermeld blijft verder dat diverse eendensoorten als de krooneend sterk profiteren van de huidige situatie. Die zag ik ook veel in het Markermeer als ik zondag’s een fietstochtje maakte om te ontkateren na een avondje Amsterdam stappen..

Van de onduidelijkheid over daadwerkelijke Europese verplichtingen maken clubs als Natuurmonumenten gebruik met het frauduleuze project Marker Wadden, waarvoor zij reeds 15 miljoen euro Postcodeloterijgeld kregen. Voor de Marker Wadden (leugenachtige naam voor een eilandje, waar Wadden staan voor een getijdegebied RZ) zou de overheid het bedrag dan tenminste tot 75 miljoen euro moeten aanvullen, waarna Natuurmonumenten vervolgens beslag legt op dit gebied. Zij dienen dit project in met als excuus dat dit ‘kostenbesparing’ levert, ten opzichte van een geraamde 1 miljard euro, en dat dit helpt bij Natura 2000 doelen (= waardoor het Rijk moet meebetalen…). Echter: die 1 miljard euro voor ecologisch ‘ herstel’ is per definitie discutabel, gezien de doelen en middelen waarmee men deze beweert te bereiken. De Vereniging GGG deed dan ook al een WOB-verzoek over dit project, wat hier deze documentatie opleverde.

Dit dossier vertoont grote overeenkomsten met de frauduleuze wijze waarop ons Ministerie van EZ vissers uit de Noordzeekustzone wilde jagen, zogenaamd om de zwarte zee-eend te helpen. Op 24 december gaf de Raad van State mij en het Vergunningenhuis hier gelijk: het Ministerie moet de ecologische noodzaak van haar voornemens onderbouwen of het besluit herzien.