Mijn boekje, met dank aan uw donaties, op naar deel 2

Mijn boekje, met dank aan uw donaties, op naar deel 2

DELFT, 6 februari 2015 – De meeste diersoorten die in de moderne tijd verdwenen stierven al uit vóór 1900, waarvan 95 procent op geïsoleerde eilanden en Australie. Ook stierf tot nu toe geen enkele soort uit door de opwarming van de aarde. Die sobere feiten staan in schril contrast tot de doemverhalen die er over biodiversiteit de ronde doen.

Dat stelt het rapport Biodiversiteitscrisis, massa-uitsterven of massahysterie?  dat natuur- en wetenschapsjournalist Rypke Zeilmaker schreef voor de Stichting Milieu, Wetenschap en Beleid. Het rapport baseert zich onder meer op de twee meest gebruikte lijsten voor plant- en diersoorten. Dat zijn de Rode Lijst van de World Conservation Union (IUCN) en de lijst van uitgestorven zoogdieren en vissen van de Committee On Recently Extinct Organisms (CREO).

Slakkengang
Sinds 1500 stierven wereldwijd naar schatting 832 van de 1,8 miljoen door de wetenschap beschreven soorten uit, 0,05 procent. Van de best gedocumenteerde soortgroepen, vogels en zoogdieren, stierf ongeveer 1 procent uit, voornamelijk door de introductie van exoten op tropische eilanden en bejaging. Deze uitsterfpercentages blijven ver verwijderd van wat biologen definiëren als massa-uitsterven, waarbij maar liefst 75% van alle soorten uitsterft. De groep die het ‘snelste’ uitstierf sinds 1500 waren de slakken, die 1/3de van alle uitgestorven soorten voor hun rekening namen.

Volgens de milieutak van de Verenigde Naties, UNEP, en in haar kielzog tal van NGO’s, zou de moderne mens een massa-uitsterven veroorzaken, vergelijkbaar met de meteorietinslag in Mexico die 65 miljoen jaar geleden de dinosaurussen wegvaagde. UNEP claimt zelfs dat er dagelijks maar liefst 150 tot 200 soorten op aarde uitsterven. “Deze cijfers liggen een factor 30.000 tot 40.000 hoger dan daadwerkelijk is geteld. Ze zijn gebaseerd op grove aannames, waarbij duizenden soorten uitsterven die misschien niet eens bestaan,” zegt Zeilmaker.

Glas is half leeg
Het Wereld Natuur Fonds claimt in het persbericht dat het Living Planet Report 2014 aandacht moest geven ten onrechte dat de mondiale biodiversiteit sinds 1970 halveerde. Bedoeld wordt namelijk dat de helft van de populaties
vogels en zoogdieren in aantal afnam en dus niet dat soorten uitstierven. Het WNF verzwijgt in hun
communicatie echter dat de andere helft van de gemeten populaties in aantal toenam of stabiel bleef. “Het glas is dus halfleeg bij het WNF”, aldus Zeilmaker.

Opwarming van de aarde
Het rapport stelt dat het uitsterven van soorten sinds 1500 voor het overgrote deel (95 procent) plaatsvond op (tropische) eilandjes en in Australië. Vooral de introductie van door de mens meegebrachte exoten (als ratten, huiskatten, varkens, slangen) hielpen met jacht door mensen bij de extinctie op geïsoleerde eilanden, waarvan de dodo op Mauritius het bekendste voorbeeld is. Qua aantallen soorten op die locaties, compenseerde de introductie van nieuwe soorten ruimschoots het verlies.

Er stierf tot op heden geen enkele soort uit enkel en alleen door de opwarming van de aarde. Ook een van de meest gebruikte posterdieren van klimaatopwarming, de gouden pad (in Costa Rica), stierf niet uit door opwarming, maar door een combinatie van schimmelziekte en een droge periode. De ijsbeer nam spectaculair in aantal toe sinds landen rond de poolcirkel een jachtbeperking instelden in 1973.

De Stichting Milieu, Wetenschap en Beleid (MW&B) stimuleert met name kritische wetenschapsjournalistiek en objectieve wetenschapsbeoefening. Het rapport Biodiversiteitscrisis, Massa-uitsterven of massahysterie? is gefinancierd uit particuliere donaties.
Voor meer informatie over de Stichting MW&B:
info@mwenb.nl
www.mwenb.nl