RZ13discardwijzervoorkant-208x300

Het Planbureau voor de Leefomgeving lapt de regels van neutrale wetenschappelijke publieksvoorlichting bij visserij aan haar laars, zoals wij gisteren al toonden. Zij verzinnen zelf getallen en definities die de beleidsbureaucratie van het Ministerie van pas komt en bevriende activisten van milieuclubs. Vandaag voorbeeld 2. Zij citeren niet de originele bronnen met bijvangstgegevens uit visserij, maar een rapportbewerking van Rick Wortelboer daarvan, waarbij Wortelboer een hoog gemiddelde (50 procent) verzint. Dat rapport werd door Wortelboer met de zusterclub van Greenpeace, Stichting de Noordzee gemaakt. Wortelboer schreef dat rapportje – zonder zelf enig veldonderzoek te doen.

Van de door Nederlandse boomkorvissers op de Noordzee gevangen schol (hiervoor heeft Nederland het grootste quotum) werd in de periode 2002-2008 gemiddeld 50% van de vangst teruggegooid (Wortelboer, 2010).

Voor de luie lezer samengevat: iedereen kan voor zijn eigen agenda een geschikt bijvangstpercentage vinden en daarmee aan de haal gaan. Die percentages zijn zelden representatief voor de gehele visserij. Ook kun je bijvangst niet 1 op 1 aan ‘verspilling’ koppelen, omdat veel bijvangst van de doelsoort gewoon overleeft (garnaal en schol). Geloof nooit iemand’s bewerking van gegevens, maar kijk altijd naar wat de gegevens zelf zeggen, en hoe goed de dataverzameling is. (ik heb mezelf ook op slordigheden betrapt)

 

De zeedonderpad leeft in zelfde areaal als garnaal en is standaard bijvangst

De zeedonderpad leeft in zelfde areaal als garnaal en is standaard bijvangst, hij overleeft als de meeuwen ‘m niet vangen

Discardguide
Ik zit goed in deze materie doordat ik 2 jaar terug de Discardguide ‘an audit on the ecological merits of the discardban’ maakte voor de SWNM (aanlandingplicht bijvangst=discardban), gereviewed door visserijbioloog Dolf Boddeke (voormalig hoofd visserijonderzoek Imares-voorloper RIVO) en Paul Hagel (oud-onderzoeksdirecteur RIVO). Lees daarin de punten 3/7 waar alle gegevens en originele bronnen staan besproken die er voor Nederlandse visserij zijn.

Verspilling? Sommige soorten hoge overleving
 Het is allereerst onzin om te stellen, dat die 50 procent bijvangst het zelfde is als verspilling. Bij teruggezette schol kan de overleving zeer hoog zijn, sterker nog: als Imares en haar voorloper RIVO populatie-onderzoek doen naar schol, gebruiken ze een BOOMKOR (de Tridens) om schol te vangen. Vervolgens merken ze de gevangen schol aan boord en zetten ze die weer terug. De hoeveelheid schol met merkje die vissers later terug vangen toont dan per regio de verspreiding van schol aan.

  • Nu wil ik de lezer met meer dan 1 hersencel op zijn verstand aanspreken:  Zou je vis met een merkje weer levend terugvangen, als waar is wat milieuactivisten roepen: dat alle gevangen vis dood gaat aan boord?
  • Zou een bioloog die populatie-onderzoek aan otters doet, deze eerst doodknuppelen en dan met merkje terugzetten in de hoop dat hij ‘m later levend terugvangt?

Vandaar dat wij in de Discardwijzer de Canadese term ‘releases’ introduceerden: bij teruggezette vis met hoge overleving is ‘vrijlating’ een neutralere term.Bij kabeljauw, mul wijting is overleving lager doordat de zwemblaas kan knappen.

Dit rapport voor het Europees Parlement uit 2014 noemt maximum-percentages van 68 procent overleving van schol voor boomkorvisserij in het Kanaal, 34 procent in andere delen van de Noordzee: dat verschil per regio is goed mogelijk. Verschillende studies geven verschillende uitkomsten.  De overleving hangt sterk af van de duur van een ’trek’, maar ook de temperatuur van het zeewater (en dus het seizoen). Kneuzing in netten is een factor waardoor platvis uiteindelijk na terugzetten sterft. Meeuwen eten teruggezette vis op, en zeehonden volgen vissersschepen om teruggezette bijvangst te consumeren.

70 procent? Bijvanstsample garnalenvisserij 2010 Ingrid Tulp naar boven afgerond

Greenpeace campagne-site: Meer dan de helft? 70 procent?

Wat zijn de gegevens?
Zoals ik in de Discardguide schreef kan iedereen bij zijn eigen agenda een geschikt percentage bijvangst vinden.De hoeveelheid bijvangst verschilt per visserij, seizoen, plaats op zee en tijd van vissen en ook vele milieufactoren. Je kunt dus niet zeggen: DE scholvisserij op DE Noordzee heeft x bijvangst. Dan maak je de werkelijkheid platter dan de platste platvis. Er zijn een aantal bronnen met bijvangst-percentages, waarbij men vooral op de eerste teruggrijpt.

-C068/11 IMARES: blz 14, tabel 4.8

– C09/94 Imares: vergelijking bijvangstcijfers Imares en Productschap

Meeuwen belangrijke doodsoorzaak bijvangst

Meeuwen belangrijke doodsoorzaak bijvangst

Waar haalt Greenpeace bijvoorbeeld haar ’70 procent’ vandaan?
Ze kunnen een oud (jaren ’90) en achterhaald FAO-percentage aanhalen van 68,7 procent. Of ze ronden de door Ingrid Tulp in 2010 gemeldde bijvangstpercentages af naar boven(68 procent) van garnalenvisserij (een sample van slechts 0,2 procent van de vlootinspanning in 2 jaren). Dan schreeuwen onze milieuvrinden iets over verspilling en bijgevangen haaien, en ‘de rest sterft een nutteloze dood. 

Is dat ook waar?

Meer dan de helft van die bijvangst uit garnalenvisserij is ondermaatse garnaal. De overleving van ondermaatse garnalen na terugzetten is tot 100 procent (zie ook EP-rapport blz 36), en van jonge platvis is de overleving dankzij de verplichte spoelsorteermachine ook hoog. Dat wil zeggen: als de meeuwen er geen beslag op leggen, en de visser de spoelsorteermachine volgens voorschrift gebruikt uit de NB-wetvergunning. Ook alle zeesterren overleven.

Groei regulering tegen visserij vanuit Brussel (bron EP rapport 2014)

Groei regulering tegen visserij vanuit Brussel (bron EP rapport 2014)

Het bijvangstprobleem van jonge platvis door garnalenvisserij was al in de jaren ’60 door het RIVO opgelost.  Het probleem van een topzware beleidsbureaucratie en schatrijke milieuclubs die zichzelf aan het werk willen houden, is vooral de laatste 20 jaar gegroeid.

Eet 7 maal meer visbiomassa dan bijvangst vis garnalenvisserij

Eet 7 maal meer visbiomassa dan bijvangst vis garnalenvisserij

Meer dan 50 procent? Dat kan best voorkomen, maar ook 20 procent
Wil je voorspiegelen dat er een ecologische ramp plaatsvindt op de Noordzee, dan kun je in sommige jaren bijvangstpercentages van boomkorvisserij op schol wel 57 procent vinden. Wil je voorspiegelen dat men overdrijft: kies dan 20 procent. Opvallend is dat bijvangstpercentages in de jaren ’90 die het RIVO meldt wel de helft lager zijn dan in de gemelde periode van 2002 tot 2008 door (opvolger van RIVO) Imares.

Dat verschil in percentages, het kan een gevolg zijn van verminderde onderzoeksinspanning: bij een kleiner sample kun je eerder overschatting van bijvangst-percentages krijgen. Het RIVO had continue 4 (dure) onderzoeksschepen in de vaart, Imares is een contractonderzoeker die moet bezuinigen. Hun percentages weerspiegelen dan ook minder dan 1 procent van de vlootinspanning.

Verder blijkt dat Imares veel hogere percentages bijvangst rapporteert dan tegenonderzoek door het (nu opgeheven) Productschap Vis in de periode 2002 tot 2008. Terwijl ze een veel kleiner sample nemen (=minder representatief voor vlootinspanning) dan het Productschap komen ze in sommige jaren wel tientallen procenten hoger dan de data van het Productschap.

  • Ook vond ik een merkwaardig geval van datapresentatie bij Imares: in een rapport voor het Ministerie geven ze een HOGER discardpercentage voor 2004 dan in de datavergelijking met het Productschap.

Voor het Ministerie moest vooral de noodzaak blijken van beleid tegen bijvangst.

In het rapport voor het Productschap wilde Imares aantonen dat ze niet te hoog zaten in discardcijfers (de kritiek vanuit de sector was dat Imares stelselmatig te hoog zat). Ook claimen ze richting Productscshap een ’trend’ naar boven. Terwijl die trend van slechts 5 jaar vervalt als je het eerste datapunt er uit filtert.

De oplossing?

Een bredere lezing van de literatuur, en kritisch blijven: 2 jaar later vind ik in mijn eigen werk ook slordigheden (schol Pleuronectus platessa verwisselen met tong Solea solea, erg slordig!) Kijk daarom niet in andermans bewerking van gegevens, maar controleer de originele bronnen. Ik kan net zo slecht zijn als Rick Wortelboer en het Planbureau, die ook enkel literatuur navlooien en daar een bewerking van maken.

Dus:Alleen veldgegevens uit de natuur geven de doorslag.

En verder: doordat de meeste Urkers nu overstappen op pulsvisserij, is de bijvangst al verder verlaagd. Maar vissers hebben natuurlijk een ander vertrekpunt dan milieuactivisten. Voor hen is er maar 1 ideale zee, en dat is een zee zonder menselijke invloed. Hoe ver je ook visserij-invloed minimaliseert, het zal nooit genoeg zijn als 0 invloed je ideaal is. Iedere invloed zal voor jouw ‘ideaal’ dan altijd hetzelfde zijn als ‘schade’.

Van aanpak Greenpeace klopt geen meter
Omdat Greenpeace zoveel geld heeft, meer dan 200 miljoen euro campagne-inkomsten per jaar, wil ik ze vragen om dat ideaal dan met eigen geld te realiseren. Koop jullie eigen meter zee met eigen geld. Een stuk visserij-vrije zee waar dat ecologisch effect kan hebben: waarom niet? Als je maar niet loopt te liegen om dat doel te bereiken, en het niet ten koste van anderen doet, over de rug van werkende mensen die ons vers zeevoedsel geven. Of ten koste van goedgelovige mensen, die een ‘meter’ zee kopen bij Greenpeace, terwijl deze club dat geld in eigen campagnezak steekt.

Er komt geen euro bij echte Noordzeenatuur terecht, wanneer je alleen wat (leugenachtig/sterk overtrokken) kabaal in media maakt en glossy websites fabriceert om aandacht op jezelf te vestigen.

Het staat de lezer vrij te kiezen wat hij wil: een broodje niks van Greenpeace, of een bord met een verse schol of tong er op….Beide vissen worden al lang op MSY (maximaal duurzame vangst) bevist: er is alvast geen enkel probleem met de bestanden. Dus wat lost Greenpeace op, behalve hun continue honger naar geld en aandacht?