Ruud Foppen van Sovon Vogelonderzoek presenteerde via een ANP-persbericht in 2008 hun Klimaatatlas van Europese Broedvogels met vogelrampen door ‘de klimaatverandering’. Vroege Vogels riep met Vogelbescherming in koor dat wel 1/3 van de Nederlandse vogels door opwarming zou verdwijnen. Buiten de computer vestigden zich ondertussen vele voorheen Noordelijke broedvogels die dit klimaatsimplisme weerlegden, alsof vogels naar het noorden moeten vluchten op zoek naar voldoende kou. Terwijl de vogeltrek toch vooral zuidwaarts plaatsvond, voordat vogelaars gingen hobbyen met klimaatenvelop-modellen als manier om aandacht te trekken voor fondsenwerving.
Niet temperatuur maar voedsel en meer bescherming verklaart de trends bij vogels beter. Sovon Vogelonderzoek lijkt niet te bestaan om als objectieve informatiebron te dienen over vogels, maar als bron voor activisme en aandachttrekkerij om fondsen te werven. Arnold van Vliet van de Natuurkalender gebruikte die Klimaatatlas nog voor de radio in december 2009 om het uitsterven van vogels in Nederland te verkondigen. Liesbeth Spies van Greenpeace/Groen Links nam de Klimaatatlas in Den Haag in ontvangst uit handen van Fred Wouters. Soort zoekt soort.
De brilduiker heeft Klimaatatlas verkeerd begrepen
Een bijna gênant voorbeeld is wel de brilduiker, een prachtige duikeend met witte bril en broedvogel van de Taiga (de naaldbosstrook langs de Poolcirkel). Die is sinds de opgewarmde jaren 90 broedvogel in Nederland. Hij staat op de Rode Lijst als ‘gevoelig’, maar dat is omdat hij zich net in dat zo hevig opgewarmde Nederland fris uit het hoge noorden vestigde. Zoals Wikipedia schrijft:
Their breeding habitat is the taiga. They are found in the lakes and rivers of boreal forests across Canada and the northern United States, Scandinavia and northern Russia
Nu zitten ze gewoon in de IJsseldelta te broeden. Het zijn eendjes die in boomholtes broeden en waarvan de kuikens zich uit de hoogte laten vallen.
Eidereend favoriet Deens jachtwild bij ons favoriete procedure-eend om mosselvissers te verjagen
Een ander arctisch voorbeeld is de eidereend, die in 1906 voor het eerst broedde op Vlieland maar nu zelfs broedt tot in Zeeland. De eider breidde zich ook zuidelijk uit van Schotland naar Ierland, waar hij zich in 1912 vestigde. Deze consument van schelpdieren beleefde vanaf de fosfaatrijke jaren 60 (tot jaren 80) zijn hoogtepunt langs de Nederlandse Noordzeekust tot de Baltische kust. De eiders namen toe in gemiddeld gewicht en produceerden meer jongen, Deense jagers schoten er jaarlijks 130.000 eidereenden. En toch bleef de populatie groeien, tot – aldus het proefschrift van Deens bioloog Thomas Kjaer Christensen in 2008 – de eidereenden mogelijk in aantal afnamen dankzij minder voedsel door lagere eutrofiëring langs de kust: toen werd de eider gevoelig voor vogel-cholera en darmparasieten om vervolgens massaal af te sterven.
Christensen begon zijn onderzoek na klachten van Deense jagers dat ze niet meer zoveel eidereenden konden schieten; nog ‘maar’ 65.000 per jaar. Terwijl die eidereend bij ons toen HET procedurebeestje was van Theunis P. en Vogelbescherming om visserij weg te jagen met actieclub Wilde Kokkels (nu Coalitie Wadden Natuurlijk). Wij lezen op bladzijde 10 de hoofdverklaring voor de populatietoename:
The marked increases in the Eider populations originating in the Baltic-Wadden Sea flyway during the 1970s and 1980s occurred along with a general increase in the level of eutrophication (see Rönkä et al. 2005). Since filter feeding bivalves, the main prey of Eiders, generally benefit from a higher primary production associated with eutrophication, Eiders may have benefited from increasing populations of bivalves (cf. Hario & Selin 1988). Better foraging opportunities would lead to enhanced reproductive output, i.e. individuals in better body condition lay larger clutch sizes (e.g., Hanssen et al. 2003a) and produce more ducklings that go on to survive (Öst et al. 2003b). That there has been an increase in average general body condition of Eiders in the Baltic-Wadden Sea flyway population during the period of population increase is supported by a marked increase in average clutch size recorded during this period (Hario & Selin 2002).
Vogelaar-actieclub Sovon Vogelonderzoek negeert deze Deense bevindingen, zij beweren:
Fawlty Towers bij ecologen: Nooit zeggen dat milieubeleid dieren kan benadelenVolgens Christensen kan stijging van zeewatertemperatuur wel de groei van mosselen negatief beïnvloeden en zo dus het voedselaanbod voor eiders (hij baseert zich dan op Honkoop en Beukema 1997). Ook bij de Denen nam de zeewatertemperatuur toe met 1-2 graden. Nu is die temperatuur overigens lager, en Cardoso et al. (NIOZ/RUG) constateren dat temperatuur geen verklaring is voor minder mosselreproductie vanaf 1990. De RUG/NIOZ-activisten doen Fawlty Towers (don’t mention the eutrophication); ze willen eenvoudig niet weten dat fosfaat de verklaring is voor verhoogde schelpdiergroei, ook al is experimenteel onweerlegbaar het verband gelegd door het Maricult-onderzoek.
De meeste ecologen willen altijd een link leggen met een milieuPROBLEEM, ook als dat probleem een oplossing is voor sommige diersoorten. Dat maakt ze Oost-Indisch blind.
Christensen concludeert dat er voor de afname van de eiders voorlopig geen sluitende verklaring is, dat het afgenomen voedselaanbod verklaart. Dat is gek, als je eerder wel instemt met toename van dat voedselaanbod door eutrofiëring. Maar goed, dat is zijn conclusie, en bij biologen heerst de politieke correctheid dat je niet mag concluderen dat milieubeleid schadelijk kan zijn voor dieren. Dus stelt hij zelfs dat aanhoudende eutrofiëring zuurstofloosheid veroorzaken kan, terwijl dat in de Noordzee nooit gebeurde (zie: proefschrift Folkert de Jong 2004)
De arctische kuifeend
Wat dacht u van de nu algemene kuifeend? In het jaarverslag van Natuurmonumenten 1941-1948 lezen wij deze verheugde mededeling (blz. 23):
In het Duinengebied van Voorne werd reeds enkele keren een Kuifeend met jongen waargenomen. In 1940 werd voor de eerste maal een nest van deze voor Nederland nog zeldzame broedvogel ontdekt. Wij krijgen de indruk dat deze Noordelijke eendensoort bezig is haar broedgebied naar onze streken uit te breiden.
Volgens Sovon Vogelonderzoek nam de kuifeend in West Europa in de jaren 50 sterk toe door voedselrijker water. Eutrofiëring dames en heren?
En de middelste zaagbek, een Noordelijke soort die ten onrechte als ‘bedreigd’ op de Rode Lijst staat, die broedt hier sinds 1977 in de Zeeuwse Delta met toenemende populatie. Voor 1977 was het slechts een onregelmatige broedvogel die wintergast was. Dus mag hij niet op de Rode Lijst staan, want daar kom je volgens Nederlands gebruik enkel op als je populatie nu kleiner is dan in 1950. En toen was die zaagbek hier enkel nog wintergast.
De brandgans, een gans die voorheen enkel op Spitsbergen broedde en in Groenland, die vestigde zich in 1982 als broedvogel en broedt hier nu met meer dan 10.000 paar. De kraanvogel is ook een noordelijke soort die zich in het opgewarmde Nederland opnieuw vestigde.
Vogelaars zijn vaker leugenaars
Volgens Ruud Foppen en Vogelbescherming Nederland zou de velduil uit ons land verdwijnen door klimaatopwarming. Deze broedde afgelopen jaar in recordaantallen dankzij de muizenplaag in Friesland. De velduil is een kosmopoliet met ondersoorten op het ijskoude tropische eiland Hawaii en de al even arctische Galapagos-eilanden van Ecuador, met populaties van Noord-Afrika tot Scandinavië.
Niettemin lezen wij in het persbericht van Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek:
Vogelsoorten die op termijn zullen verdwijnen uit Nederland zijn behalve de spotvogel ook de velduil en de kemphaan.
“Over enige decennia is het klimaat hier volstrekt ongeschikt voor deze vogels. Je zult zien dat Nederland een transportland wordt voor vogels die zich hier nu nog vestigen.”
…en wat roept Natuurmonumenten, nadat zij met Waddenfonds-geld de polder Waalenburg op Texel verbouwden? Dat de kemphaan terug is, nadat hij voor het laatst in 1985 op Texel broedde:
Sovon Vogelonderzoek pseudo-wetenschappelijk, Vogelbescherming leugenachtig
Conclusie: Ruud Foppen, ga gewoon vogeltjes kijken. Raak in extase bij die bontgebefte blauwpieper en die paarsgezogen pijpreiger, maar laat verklaringen voor trends aub weg. Omdat ze zo gekleurd zijn door jullie activisme en behoefte om aandacht te trekken voor fondsenwerving. En waarom was er niet één academische ornitholoog die hier in 2008 in media iets kritisch over zei?
Wat zeggen deze voorbeelden? Er is geen een-op-een-relatie tussen gemiddelde temperatuur in een breedtegraad en het voorkomen van vogels. Er is wel een relatie tussen VOEDSELbeschikbaarheid en vogelvoorkomen. Er is ook een relatie tussen bescherming en voorkomen. Kraanvogels en vele andere vogels waren begin vorige eeuw nog vogelvrij. Maar als je dieren niet ongeremd doodknalt, er is voedsel en een plek om voort te planten, dan laten ze zich niet zomaar verjagen door een graadje opwarming.
Vele soorten profiteerden juist van de huidige opwarming. Neem de kerkuil, die stormachtig toenam sinds de jaren 70 maar die als relatief zuidelijke soort bij sneeuwrijke koude winters bij bosjes sneuvelt. En de ijsvogel – een viseter – die profiteert van meer zachte winters en dus van de Rode Lijst is afgevoerd.
Voor mij zegt het ook dit: die zogenaamde natuurbeschermers zijn vooral op uw geld uit en politieke invloed, en zijn niet in de echte natuur geïnteresseerd. Pek en Veren voor Vogelbescherming Nederland. Word ook ex-lid, ik deed dat al jaren terug na sinds mijn vroege jeugd lid te zijn. Ik laat mij niet oplichten door een stel geld- en machtsgeile linksmensen die vogels prostitueren voor hun politiek. En wat u vandaag vooral ook kan doen? Natuurmonumenten opzeggen, kom bij de club van blije ex-leden!
Hoewel wat Rypkiaans opgeschreven klopt het helemaal. De voorspelling was ook dat er kleine zangvogelsoorten vanuit het zuiden zouden oprukken naar het Noorden. Kijken we wat er de afgelopen decennia bij gekomen is als broedvogel in NL dan zijn het de grote vogels uit Noord- en Oost Europa.
Het aardige is dat grote soorten die hier dwaalgast waren toen ik 35 jaar geleden naar vogels ging kijken nu broedvogels zijn. Grote soorten uit het (hoge) Noorden en verre Oosten zoals bijvoorbeeld: Wilde Zwaan, Zeearend, Kraanvogel, Grote Zilverreiger en Brandgans. Die laatste heeft precies het tegenovergestelde gedaan wat was voorspeld. De Brandgans broedde eens op Spitsbergen, Groenland en Nova Zembla maar ging steeds verder Zuidelijker broeden langs de trekbanen. Tegenwoordig broedt hij in zijn voormalige overwinteringsgebieden zoals opwarmend Nederland. De natuur blijft onvoorspelbaar, hoe moeilijk dat ook te verkroppen is.
Met feiten haal je geen geloof onderuit.
Dat lukt alleen met angst.
Bedenk verder dat Birdlife International, gevestigd in Wageningen, per jaar vier ton euro krijgt van de Europese Commissie om haar te belobbyen met dit soort onzin
Ik zag gisteren hier in Spanje nog een ijsvogel. Ongelooflijk dat dat beest het uithoudt in dit klimaat….
PS: goed verhaal!
Helaas, de naam IJsvogel is zeer misleidend. Sterker nog, de vogel legt massaal het loodje in strenge winters.
Inderdaad, daarom zijn ze ook zo blauw. ..
…een ander voorbeeld: de Noordse stormvogel, die broedt nu op de Krijtrotsen van Normandie, maar kwam vorige eeuw enkel tot broeden rond Groenland
De intensieve visserij met discards boorde voor deze mini-albatros een nieuwe voedselbron aan. Ergo, voor zover vogels aan klimaatomstandigheden zijn aangepast is dat omdat ze daar optimaal aan voedsel kwamen tov de concurrentie, die het daar dan voor gezien hield. De natuur is competitie en selectie. Is elders meer voedsel, onbenut door concurrenten dan kan dat klimaat ze verder gestolen worden. Een kwestie van trade offs en optimal foraging, basale ecologie.
Alleen als je natuurbewaarder bent, conservationist moet alles zo blijven als dat je het in je jeugd aantrof. En zo kom je steeds verder af te staan van de natuur, het eggie
Kortom PCCC , Sovon en Vroege Vogels lieg
……liegen de zaak voor. (Ipad )