Een nieuwe EU-verordening per 1 januari 2015 moet een einde maken aan alle ongewenste immigratie. In navolging daarop heeft de NVWA nu een dodenlijst laten samenstellen van de exotische diersoorten die hier ten onrechte genieten van de ecosysteemdiensten die ons welvarende land ze gratis biedt. Terwijl al die hardwerkende Nederlandse diersoorten steeds meer moeten inleveren.
Al 32 procent van de ongeveer 150 soorten immigranten is dusdanig verspreid over ons land, dat totale uitroeiing niet meer mogelijk is. We zullen ze deels moeten accepteren, ze gaan nooit meer terug, tenzij we miljoenen euro’s besteden aan hun uitroeiing. De nijlgans bijvoorbeeld, of wat dacht u van de Indische Halsbandparkiet, de Canadese gans. Zelfs het lekkernij van zoetwatervisser Andre Blokland en Arjen Smit van Proeverij de Pronckheer, de Amerikaanse rivierkreeft staat op de dodenlijst voor ausrottung.
Rivierkreeftkroketten
Terwijl Andre Blokland voor de oogst van die exoten en consumptie nota bene door de overheid wordt tegengewerkt, en het Waterschap hem wil verjagen. Dus wat een visser om niet wil doen, rivierkreeften op culinaire wijze in populatie beheersen, dat gaat de overheidsbureaucratie nu tegen miljoenen euro’s overhead dan plots wel lukken? Terwijl alleen al muskusrattenbestrijding 30 miljoen euro per jaar kost.
Die Amerikaanse rivierkreeft is een waardige vervanger voor die zogenaamd ‘inheemse’ rivierkreeft, die nu met een Alterra-reddingsplan in zijn vijvertje bij Doorwerth opgepimpt moet worden. Door van die ambtenaar-ecologen op zoek naar werk voor zichzelf/de grote noodzaak om aan onze Europese verplichtingen voor Biodiversiteit te voldoen. Oh ja, die bio di ver si teit. Waar die inheemse rivierkreeft destijds ook maar door de lokale adel was uitgezet als culinaire attractie. En waar hij bovendien beter gedijt in kouder water, want oorspronkelijk komt die inheemse zielige kreeft liever in bergbeken voor, en is ook algemener in Scandinavië.
Het is allemaal zo normatief en relatief, dat inheems/uitheems. Het konijn werd pas in de 13de eeuw op de Waddeneilanden geintroduceerd. Het exotische damhert staat nu echter op de Rode Lijst voor bedreigde diersoorten, terwijl zijn overbegrazing in de Waterleidingduinen de zeldzame flora decimeert, waardplanten voor bedreigde inheemse vlindertjes waar die naturisten en habitattypes zo’n affectie voor belijden. Althans, op papier, als het ze even uitkomt.
Het linkse tuig voorkomt dat je die Amsterdamherten mag oogsten als duindelicatesse, want dat is ach gossie weer ziellug. Wat willen die naturisten nu?
Stijve verrekijker voor natuurpuristen
En al die prunustrekkende natuurbeheerdertjes, ik heb het zelf ook gedaan. Natuurmonumenten zette zelfs Roundup in tegen de vogelkers. Wat een zinloos volkje is dat toch. Iedere prunus die je trekt, moet het opnemen tegen tientallen door inheemse vogels uitgescheten Amerikaanse vogelkerspitten, jonge boompjes in wording, verspreid door vogels die de exotische vogelkersen met smaak verorberden.
- De NVWA stelde 3 risico-categorieen op om zichzelf en al dat bureaucratenvolk van onnut bezig te houden, ons te vervelen. Heb je hoog risico om als exoot andere hardwerkende Nederlandse soorten te verdringen, en kost je uitroeiiing minder dan een miljoen, dan zegt de NVWA: doen!
Ik zeg: welkom allochtone diersoorten. Dat die nijlgans af en toe een havik van zijn nest duwt, dat getuig van attitude. En de Vondelparkiet, die is toch veel leuker dan- nou noem eens iets waar zo’n Sovon Vogelonderzoek faunapurist een stijve verrekijker van krijgt- middelste bonte specht waarvan die het huisje in de boom zou kunnen kraken. Ach gossie.
NVWA: PvdA of erger
Het probleem met naturisten met hun Rode Lijstjes en biodiversi-overlegstructuurkaderactieplannen, is dat die habitattypes meestal PvdA of erger stemmen. Ze pleiten voor alles dat ze een beter gevoel over zichzelf geeft zonder dat ze zich ooit hoeven te verantwoorden over de consequenties. Zoals ongeremde immigratie van mensen, om zo verder het land te asfalteren, met windmolens te beplakken, bebouwen en met stikstofuitstoot te overdekken van 2 miljoen multikleurige verrijkingen uit 1 beperkte regio met 1 religie van deze samenleving. Sinds ’15 miljoen mensen op dat hele kleine stukje aarde’ leefden, volgens de Postbankreclame. Jaarlijks een provinciestad vol tegeltuintjes van uitheemse tokkies er bij, hoeveel slechter is dat voor de natuur, dan die paar exootjes….
Maar als een diersoort het waagt te profiteren van globalisering, dan roepen die groene haat-Imams in koor:
Oohhh, faunavervalsing, de biodiversiteit in gevaar! AUSROTTEN…
…of toch ook weer niet want dat is dan weer ziellug. Want ze zijn ook weer allemaal anti-jachtactivist, immers moreel superieur en dus Hoger Beschaafd. Dus nee, dan zo’n bureauplan en elkaar lekker bezig houden, draaien, liegen, ineffectief zijn en belastinggeld verbranden. Dat is pas beschaafd.
Zet al die naturisten en faunapuristen de grens over
Ik blijf dan ook tot vervelens toe herhalen. Al dat linksige Postcodeloterij-tuig en hun ambtenarenvriendjes, het mag van mij de grens over gezet worden. Bij elkaar drijven en op een eiland in de Noordzee plaatsen mag ook, van Waddenvereniging (hef je zelf eens op, nu het Wad niet meer wordt ingepolderd) tot Groene Pies en Wereld Natuur Spons.
De natuursector wordt bevolkt door het verkeerde personeel, incompetente linkslieden die de moraal exploiteren om zichzelf aan het werk te houden en voor zichzelf te camoufleren dat ze enkel op geld en macht uit zijn. Zonder zich ooit te hoeven verantwoorden over resultaat. Want dat poetsen ze wel schoon met hun loterijmiljoenen gestutte marketing. Eigenlijk verdienen ze een goed pak rammel, maar dat mag dan weer niet van de wet enzo.
Maar er zijn gelukkig betere alternatieven dan deze verzameling gesubsidieerde lieden. Ik ben net voor 1 uitgenodigd en daarover later meer.
Nederland is niet een geisoleerd eiland. In zo’n situatie zou het betekenen dat bijna elk exotisch (roof)dier een behoorlijk effect zou hebben. Eilanden hebben vaak soorten die door lange isolate slechte anti-predatie adaptaties hebben of gewoonweg niet zo geschikt zijn voor hun niche in verhouding met andere soorten. Voor Nederland denk ik dat exoten – puur in ecologisch opzicht hé – alleen echt negatief kunnen zijn als 1. Ze exact dezelfde niche hebben als bestaande soort en er beter in zijn 2. Ze concurreren of predateren op een soort die het hier al slecht doet. Dat laatste kunnen inheemse soorten ook – bv. predatie van verschillende soorten op grutto’s. Inheemse soorten kunnen net zoals uitheemse soorten ook voor verschuivingen zorgen, zoals de havik die o.a. kraaien en sperwers het bos uit jaagt. Of vossen die grondbroedende lepelaars de bomen in jaagt en idem dito meeuwen de stad in. Iets anders, een bever kan net zoals de muskusrat en beverrat een bedreiging zijn voor dijken, waarbij de muskusrat bestrijding niet echt lijkt te werken (beverrat wel) en het risico lager is dan bij beverrat en bever.
Invasie biologie is mijn ogen een beetje hysterisch, en vooral ook mythisch geworden door de zwaardere gevallen in Australie, Nieuw Zeeland en verschillende eilanden. Aan “invasieve exoten” worden veel kosten toegeschreven waar het vooral de bestrijding is die veel kost en in niet veel gevallen succesvol is. Ik wil niet beweren dat het nooit een impact heeft, dat kan zeker. Met name ziektes kunnen een grote klap teweegbrengen. Maar het valt in Nederland best mee. Daarnaast zijn er naast negatieve effecten ook positieve, zoals; nieuwe voedselbronnen (konijn en hermelijn), nestgelegenheid (exotische naaldbomen en roofvogels, muskusrat burchten en ringslangen, specht en Am. eik) en zo voort. Dingen die inheemse soorten natuurlijk ook kunnen, maar niet altijd even beter.
Bijzonder vind ik ook dat stinsenplanten, veelal exoten, op de rode lijst mogen maar dat bijvoorbeeld de grove den in kringen als een nare exoot wordt bestempeld (aldus waarneming.nl). Grove den zou namelijk genetisch niet meer inheems zijn en is naar omdat het heide binnen valt. Als je terug in de tijd gaat dan wordt het al helemaal vaag, zo is de beuk bijvoorbeeld een laatkomer.
Voorkomen dat er meer soorten zich via de mens vestigen – want spontane kolonisatie wordt wel geaccepteerd – in Nederland lijkt me een goed streven. Eigenlijk is het grotendeels een waarde oordeel, want het feit dat de mens een soort introduceert is vooral het ketterse deel. Het is immers onnatuurlijk. Mocht het dan een soort betreven die zeldzaam is, of het minder doet, dan is het weer wel goed. De cultuurvolger huismus was eerst een soort van plaag en niet waardevol. Op het platteland schoten we in mijn jeugd stiekem huismussen net zoals protters (spreeuwen), hoewel ik daar niet zoveel mee had. Pas later werden beide soorten tot waardevol bestempeld omdat het ineens slechter ging.
Waardeoordelen dus. Daar heb ik ook wel last van. Stiekem vind ik het bijvoorbeeld best eng dat Am. nerts en wasbeerhond gezamelijk de mudde (bunzing) zouden kunnen benadelen. Dat terwijl ik dat beest nooit zie. Overigens lijkt de Am. nerts Nederland niet zo leuk te vinden. Of wasbeerhond belangrijke concurrentie is weet ik ook niet, en mudde doet het sowieso wat minder.
Marterhonden zijn scharrelaars, niet zozeer jagers. Het dieet is voor de helft plantaardig, en wormen, slakken en insecten maken een flink deel uit van het niet plantaardige voedsel. Padden, kikkers en eieren staan ook op het menu. Concurrentie met de bunzing lijkt me niet aan de orde en ook van concurrentie met de das is tot op heden niet veel gebleken.
@Generalist, dank: de wasbeerhond is alleen naar voor zover hij Echinococcus multicolaris kan verspreiden, de vossenlintworm, een ook voor mensen dodelijke parasiet die zich in je lever en hersenen nestelt
De biologische rampspoed door exoten is in Europa idd niet zo relevant, ziektes uitgezonderd en de tijgermug moet wel actief uitgeroeid. Maar de ramp-verhalen komen vooral vanaf eilanden, dankzij verspreiding van ratten.
Dan nog: daar neemt de soortenrijkdom dan alvast enorm toe. Dus je kunt bioglobalisering gewoon zien als een natuurlijk verschijnsel, soorten vonden een nieuwe vector- de mens- om zich te verplaatsen naar gebieden die qua immigratie eerder onoverbrugbaar waren