Flashback 16 april 1991: visserijbioloog Dolf Boddeke waarschuwde al voor dalende visstand door afname fosfaat

Flashback dinsdag 16 april 1991 Nieuws: visserijbioloog Dolf Boddeke waarschuwde al voor dalende visstand door afname fosfaat, en publiceerde daarover in de wetenschappelijke literatuur met dr Paul Hagel in 1995. Naturisten als Theunis Piersma , Han Olff en Tjisse van der Heide- doen hun peer reviewed gepubliceerde werk- dat ze nooit hebben gelezen- af als ‘die verhalen’, terwijl de relatie tussen fosfaatbemesting en voedselrijkdom EXPERIMENTEEL onweerlegbaar vastligt, zie oa Maricult onderzoek

Een gastblog van Dolf Boddeke (voormalig hoofd biologisch onderzoek RIVO, nu Imares) en Paul Hagel (onderzoeksdirecteur RIVO, huidige Imares), tevens verschenen in Visserijnieuws onder titel ‘Doornroosjes’:

De visstand in de Waddenzee vertoont een dalende trend. Vissers en kwekers zien dat al decennia. De wetenschap nu ook, blijkens een uitgebreid onderzoeksrapport van het Programma naar een Rijke Waddenzee. ‘Het moet niet gekker worden’, aldus visserijbioloog dr. Dolf Boddeke mede namens oud-collega dr. Paul Hagel in een reactie op de rapportages van het PRW.

,,Op het Volkshogeschoolweekend voor de Waddenzeevissers in Bakkeveen, hield ik in 1991, mede namens mijn collega Paul Hagel, een voordracht over de sterk teruglopende natuurlijke productiviteit van de Waddenzee en de Noordzee kustzone. Dit als gevolg van de toen snel afnemende afvoer van fosfaat door de grote rivieren. Deze fosfaatafvoer was vanaf 1962 tot 1983 regelmatig toegenomen en had gezorgd voor een ongekende bloeiperiode van de Nederlandse demersale visserij.

Want fosfaat is in zee de factor die de omvang van de natuurlijke productie bepaalt. Na 1985 kwamen allerlei milieumaatregelen op gang en ging het weer bergafwaarts met de fosfaatafvoer, de stand van bodemvis en schelpdieren en daardoor ook van de visserij.

Deze voordracht, geïllustreerd met grafieken en tabellen die niets aan duidelijkheid te wensen overlieten, veroorzaakte veel opschudding onder de toehoorders die met elkaar in discussie gingen. De in Bakkeveen algemene wisseling van denkbeelden, gebruikelijk na een inleiding over bijvoorbeeld de biologie van de garnaal, bleef daardoor achterwege. Wel kwamen mosselkwekers naar me toe die (op z’n Zeeuws) zeiden: ,,Je hebt geliek hoor Boddeke, je hebt geliek hoor, het wad is zo kaal als een luis.”

dr Dolf Boddeke, vm hoofd biologisch onderzoek RIVO (huidige Imares)

dr Dolf Boddeke, vm hoofd biologisch onderzoek RIVO (huidige Imares)

World Fisheries Congress 1992
Deze voordracht was de voorloper van onze presentatie op het eerste World Fisheries Congress in 1992 in Athene waar ons verhaal veel succes had. Er waren daar vele honderden wetenschappers uit de gehele wereld die het een geweldige presentatie vonden. Er waren ook soortgelijke bijdragen over andere zeegebieden met eenzelfde boodschap. Het principe is overbekend. Maar door het intensieve visserij- en hydrografisch onderzoek van hoog niveau toentertijd in Nederland, konden wij beschikken over een ongekend uitgebreid en nauwkeurig gegevensbestand, om onze studie op te baseren. En dit werd zeer gewaardeerd. De samenstellers (editors) van de Proceedings van de conferentie, hadden ook niets wezenlijks aan te merken. Zij verzochten alleen ook aan andere mogeljke oorzaken, zoals klimaatverandering, aandacht te besteden, wat wij toen hebben gedaan.

Ondermaatse schol
Er is bepaald wel ‘iets’ veranderd in de Waddenzee sinds 1985. Om maar een voorbeeld te geven: In die jaren deden wij onderzoek naar het mechanisme van de trek van garnalen op de westelijke Waddenzee. Helaas, andere soorten in zee trekken ook en vaak in dezelfde tijd en op dezelfde plaatsen. Zodat, vissend op de rand van de Tesselstroom, na amper 5 minuten trekken, de schipper zei: Er is wat aan de hand, ik ga maar halen. Er zat een gigantische hoeveelheid ondermaatse schol in de garnalennetten. Twee jaar oude dieren op weg naar de kustzone. Toen de netten werden geleegd, vloeiden de glibberige schollen als een dikke olie over het gehele dek van het kleine scheepje en stonden wij tot over onze enkels in de schollen.

Van politieke waanzin als een discardban was toen nog geen sprake. Wij probeerden deze ‘ongewenste bijvangst’ levend en onbeschadigd weer in zee te krijgen, zoals fatsoenlijke mensen betaamt. We vulden een mand met schol en zetten de rest van de vangst bij mandenvol zo snel mogelijk overboord. Door de schollen in de mand te tellen en om te rekenen op het totale aantal gevulde manden, stelden wij vast dat we binnen 5 minuten 21.000 schollen van ongeveer 20 centimeter lang hadden gevangen. Ik betwijfel of een dergelijk aantal schollen van dit formaat in de Nederlandse Waddenzee tussen Den Helder en Rottum nog aanwezig is. Dergelijke getuigenissen over de haast onvoorstelbare natuurlijke rijkdom van de westelijke Waddenzee in die jaren, bestaan ook over tong, aal, puitaal, knorhaan, mossel, zager en zeesla. Kijken we naar de kustzone, dan komen daar kabeljauw, wijting en weer de aal nog bij.

Doornroosje
Blijkens het artikel ‘Genuanceerd beeld van de visstand Waddenzee’ in Visserijnieuw van 12 juni 2015, constateren medewerkers van IMARES en NIOZ nu, 24 jaar na mijn verhaal in Bakkeveen, toen volgens insiders het wad al zo kaal als een luis was, ‘een dalende trend in de visstand van de Waddenzee’. Zij zien daar bijvoorbeeld ook minder jonge schol. Zij lijken wakker gekust uit een lange, diepe slaap zoals Doornroosje. Maar wijten ‘die dalende trend’ aan klimaatverandering, hogere watertemperaturen, gewijzigde interactie tussen Noordzee/Waddenzee/Rivieren, veranderingen in het Voedselweb en zandsuppleties. Geen woord over fosfaat! Ik ben daarom bang dat de kus niet is gegeven door de Prins van de Wetenschap.’’

Flashback 16 april 1991: visserijbioloog Dolf Boddeke waarschuwde al voor dalende visstand door afname fosfaat

Flashback 16 april 1991: visserijbioloog Dolf Boddeke waarschuwde al voor dalende visstand door afname fosfaat