Pechtold achtergrond Wind-Energy

De mantra.

D66 wil dat het aandeel duurzaam in onze energievoorziening sneller groeit. Door meer duurzame energie zorgen we er niet alleen voor dat we klimaatverandering tegen gaan, maar worden we ook sneller onafhankelijk van aardgas en olie uit Rusland of het Midden Oosten. Ook levert duurzame energie op termijn veel extra innovatie en banen op. Nu is het aandeel duurzame energie in Nederland nog maar 4,5%. Daarmee bungelen we onderaan de Europese lijst. Slechts drie landen doen het nog slechter. Andere West-Europese landen laten ons ver achter zich. Finland, Denemarken en Zweden variëren bijvoorbeeld van 26% tot 51% duurzame energie. Voor 2020 heeft Nederland de doelstelling om minstens 14% van de energie duurzaam op te wekken. En het is maar zeer de vraag of we dat gaan halen.

Windenergie is voor D66 één van de mogelijkheden om voldoende duurzame energie op te wekken. Het is van de milieuvriendelijke energie bronnen voor Nederland het meest kosten–efficiënt en ook een betrouwbare bron. D66 is ook een groot voorstander om de potentie van andere duurzame energiebronnen ten volste te benutten en te investeren in de innovatie en implementatie daarvan. Denk bijvoorbeeld aan zonne-energie, geothermie, het beter gebruiken van restwarmte en blauwe energie. Met de stand van de huidige techniek is het echter onmogelijk om de doelstellingen voor duurzame energie te halen, zonder naast al deze bronnen ook gebruik te maken van windenergie.

Bij grote, ambitieuze projecten bestaan helaas nadelen. Zo is het mogelijk dat windmolens horizonvervuiling veroorzaakt en problemen voor omwonenden geeft in verband met de slagschaduw en geluidsoverlast. Daarom is D66 tegen de plaatsing van windmolens rondom bewoonde gebieden, moeten er eisen gesteld worden aan het geluid dat ze mogen maken, en vinden we dat mensen altijd gecompenseerd moeten voor mogelijke schade. D66 vindt dat omwonden ook moeten kunnen meepraten, en écht inspraak moeten hebben, over de locatie van windmolens.

Een ander punt van zorg is dat windmolens veel kosten. Een overgroot deel van de ambitieuze energie plannen zijn echter op de korte termijn helaas duur. De overheid is er ook om ervoor te zorgen dat Nederland op de lange termijn voldoende, eigen, duurzame energie kan opwekken. Door te investeren in windenergie stimuleer je de sector waardoor de technologie een innovatieprikkel krijgt. Hiermee wakker je de sector aan en zal de markt steeds kosten–efficiënter gaan functioneren. Voor D66 is het daarbij van belang dat de omwonenden van windmolens er volwaardig financieel aan kunnen meeverdienen, zodat zij ook de voordelen ervan genieten.

Een ander argument tegen windmolens is dat vogels vaker door de bladen van de windturbines worden geraakt. Ook in de oplossing hiervoor speelt technologie een belangrijke rol. Er worden bijvoorbeeld nieuwe technieken toegepast om er voor te zorgen dat vogels niet door de bladen van de windturbines kunnen vliegen.

Nogmaals, D66 is zich van de negatieve aspecten van windmolens bewust. Door te blijven investeren in windenergie en zo innovatie te stimuleren zijn wij er echter van overtuigd dat windenergie een grote stap in de richting van de verduurzaming van onze energievoorziening kan betekenen.

Aldus D66.

Zoals bekend zijn vele klimaatsceptici van oordeel dat deze opvattingen slechts op wensdenken berusten.

Naar aanleiding van het standpunt van D66 inzake windenergie formuleerde Fred Udo een aantal vragen. Hij is van mening dat windturbines zóveel nadelen hebben, dat zij niet bijdragen aan een omslag naar een duurzame energievoorziening.

Fred Udo:

Als politieke partij moet D66 ook een antwoord hebben op maatschappelijke vragen die voortvloeien uit uw standpunt.

1. Wat doet D66 voor de tienduizenden huishoudens, die door de bouw van windturbines naast hun woning effectief opgesloten zitten in een onverkoopbaar huis?

2. De inkomstenbelasting is progressief, de energieheffing niet. De industrie betaalt 5 cent per kilowattuur, de burger betaalt 22 cent per kWu. Het gevolg van de bouw van windturbines en zonnepanelen is een enorme inkomstenoverdracht van arm naar rijk. Hoe kijkt D66 daar tegen aan?

3. U geeft aan, dat volgens D66 de prijs van CO2 te laag is. Het is zo, dat om de subsidies op windenergie weg te nemen de prijs van energie in Nederland dus in Europa een factor 2 omhoog moet. Dit zou de doodsteek zijn van vrijwel alle economische activiteit, want de rest van de wereld zal u daar niet in volgen. Wat vindt D66 van de teloorgang van onze welvaart door dit soort maatregelen, die ingegeven zijn door doorgeschoten milieuactivisten?

4. Windenergie heeft door het grillige karakter een 100% backup nodig in de vorm van klassieke centrales, die standby moeten staan, maar te weinig kunnen produceren om nog rendabel te kunnen zijn. Hoe denkt D66 over de inrichting van de stroomvoorziening na het plaatsen van 10 gigawatt windenergie?

5. U stelt, dat kernenergie ons afhankelijk zal maken van Rusland als zijnde een grote exporteur van uranium. De grootste exporteur is Australië. Gesteld wordt: “De kans op ongelukken is klein maar de gevolgen zijn enorm.” Heeft u ook zo’n medelijden met de Fransen, die al dertig jaar 70% van hun stroom uit uranium moeten halen en bibberend op hun eerste ongeluk zitten te wachten? Ter compensatie kan misschien dienen, dat zij de goedkoopste stroom met de minste CO2 uitstoot hebben.

6. Thoriumcentrales hebben geen van de nadelen, die er aan uraniumcentrales kleven. Is D66 voorstander van het verlenen van ontwikkelingskredieten voor deze techniek? Dit gaat om substantiële bedragen (1 miljard in 10 jaar).

Fred Udo wacht nog op antwoord. Maar als hij deze vragen aan andere politieke partijen zou hebben gesteld, zou hij dan wèl een antwoord hebben gekregen?

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.