Portretten vooraanstaande ecomodernisten

Onlangs vond in De Balie een discussiebijeenkomst plaats over ecomodernisme op initiatief van Marco Visscher, wetenschapsjournalist en wat al niet meer. Rypke Zeilmaker en Hajo Smit schreven daar al eerder over. Zie hier en hier.

Marco Visscher heeft zich goed in de materie verdiept en daar boeiende artikelen over geschreven. Zie hier en hier.

Daarin heeft hij onder meer een korte schets gegeven van de verschillen tussen het traditionele milieudenken en het ecomodernisme.

Ik citeer:

Oud versus nieuw

Oud koestert het idyllisch plaats van ongerepte natuur, vrij van menselijke invloeden. Nieuw beseft dat er niet zoiets als ‘ongerepte natuur’ bestaat en brengt ook waardering op voor volkstuintjes en stadsparken. Oud verheerlijkt het leven op het platteland, waar de balans met de natuur intact is. Nieuw omarmt de mogelijkheden die het leven in een bruisende stad biedt. Oud kijkt naar ‘An inconvenient truth’. Nieuw leest boeken als De rationele optimist. Oud vreest overbevolking en heeft een exemplaar van ‘The population bomb’, op het nachtkastje liggen. Nieuw meent dat ieder mens een stel handen en een stel hersenen heeft om de wereld mooier achter te laten. Oud denkt in ‘planetaire grenzen’ en ‘ecologische voetafdrukken’, opdat we de aarde niet zullen overbelasten. Nieuw wijst grenzen aan de groei af, omdat ze onbruikbaar zijn en onze ambities voor vooruitgang omlaag draaien. Oud is voorstander van ‘duurzame ontwikkeling’. Nieuw ziet snelle economische groei als de beste manier om mensen uit armoede te bevrijden. Oud hangt het voorzorgprincipe aan, vanuit angst dat er onbedoelde, negatieve effecten optreden bij een nieuwe technologie of maatregel. Nieuw wil juist experimenteren, vanuit een overtuiging dat we in staat zijn telkens nieuwe problemen op te lossen die leiden tot vooruitgang. Oud gelooft in internationale afspraken over het terugdringen van de CO2-uitstoot. Nieuw heeft meer vertrouwen in adaptatie aan klimaatverandering en in technische oplossingen zoals geo–engineering. Oud zweert bij biologische landbouw om de wereldbevolking te voeden. Nieuw gelooft in biotechnologie. Oud heeft een somber toekomstbeeld en waarschuwt voor naderend onheil. Nieuw heeft vertrouwen in de toekomst. Oud heeft een ‘terracentrisch’ wereldbeeld, waarbij de aarde wordt gezien als het allerhoogste. Nieuw heeft een antropocentrisch wereldbeeld, waarbij de mens centraal staat. Oud droomt van een wereld waarin de band met Moeder Aarde is hersteld en de mensheid weer net als vroeger in harmonie met de natuur leeft. Nieuw droomt van een wereld waarin iedereen kan genieten van een modern leven vol overvloed op een schone planeet vol natuur.

Aldus Marco Visscher.

Hoewel het ecomodernistische gedachtegoed veel gemeenschappelijk heeft met de boodschap die sinds jaar en dag door Climategate.nl wordt uitgedragen, is er ook een cruciaal verschil. En dat betreft het klimaat. De auteurs van het ecomodernistische manifest blijken aanhangers van de AGW–hypothese (AGW = ‘Anthropogenic Global Warming’). Ik pik een aantal krenten uit hun manifest, in het bijzonder waar het gaat om klimaat en energie.

Wij academici, wetenschappers, campagnevoerders en burgers schrijven dit manifest in de overtuiging dat verstandig toegepaste kennis en technologie kunnen zorgen voor een goed en zelfs een groots Antropoceen. In een goed Antropoceen gebruikt de mens zijn groeiende sociale, economische en technologische vaardigheden om het leven beter te maken, het klimaat te stabiliseren en de natuur te beschermen.

Hierbij onderschrijven wij een oud ideaal, namelijk het idee dat de mensheid haar impact op het milieu moet verkleinen om plaats te maken voor natuur. Maar tegelijk verwerpen we het idee dat menselijke samenlevingen in harmonie moeten leven met de natuur om zo een economische en ecologische ineenstorting te vermijden. ….

Een ruime toegang tot moderne energiebronnen is een essentiële vereiste voor menselijke ontwikkeling en voor de loskoppeling van menselijke ontwikkeling en natuur. De beschikbaarheid van goedkope energie laat arme mensen in de hele wereld toe om te stoppen met bossen te gebruiken als energiebron. Het stelt mensen in staat om meer voedsel te verbouwen op minder land, dankzij energie–intensieve input van meststoffen en tractoren. Energie laat mensen toe afvalwater te recycleren en zeewater te ontzilten om zo rivieren en bronnen te sparen. …. Als we vooruit kijken, dan kan moderne energie CO2 uit de atmosfeer opvangen om zo de hoeveelheid geaccumuleerde CO2 (die de klimaatverandering aandrijft), te verminderen.

De laatste drie eeuwen loopt de groeiende energieproductie wereldwijd gelijk met stijgende CO2-concentraties in de atmosfeer. In diezelfde periode werkten verschillende landen aan het koolstofarmer maken van hun economieën. Maar het tempo waarop ze dat gedaan hebben, lag niet hoog genoeg om ervoor te zorgen dat de cumulatieve koolstofemissies laag genoeg blijven om onder het internationaal vastgestelde doel van minder dan 2°C opwarming uit te komen. Een noodzakelijke beperking van de gevolgen van de klimaatverandering vereist dan ook dat mensen de bestaande processen voor het koolstofarmer maken sterk moeten versnellen.

Er heerst echter nog veel verwarring over hoe we dit kunnen verwezenlijken. In ontwikkelingslanden is de stijgende energieconsumptie nauw verbonden aan stijgende inkomens en hogere levensstandaarden. Hoewel het gebruik van vele andere materialen zoals stikstof, hout en land naar een hoogtepunt groeit, suggereert het centrale belang van energie in de menselijke ontwikkeling en haar vele toepassingen als een substituut voor materiële en menselijke middelen dat de energieconsumptie zal blijven stijgen gedurende een groot deel van de 21ste eeuw en waarschijnlijk zelfs tot het einde ervan.

Vandaar dat elk conflict tussen klimaatmitigatie en de ontwikkelingsprocessen (via dewelke miljarden mensen wereldwijd moderne levensstandaarden bereiken) zal beslecht worden in voordeel van die ontwikkeling. …

Klimaatverandering en andere ecologische uitdagingen zijn niet de meest belangrijke of meest onmiddellijke zorg voor het merendeel van de wereldbevolking. Dat zouden ze ook niet mogen zijn. Een nieuwe kolencentrale in Bangladesh kan dan wel luchtvervuiling en stijgende co2-emissies met zich meebrengen, ze zal ook mensenlevens redden. Voor miljoenen mensen die leven zonder licht en die niet anders kunnen dan mest te verbranden om hun voedsel te bereiden, bieden elektriciteit en moderne brandstoffen een weg naar een beter leven. Wat de precieze oorsprong ervan ook moge zijn en zelfs als die energiebronnen tegelijkertijd nieuwe ecologische uitdagingen met zich meebrengen.

Een betekenisvolle beperking van de klimaatverandering is in de grond een technologische uitdaging. Hiermee bedoelen we dat zelfs drastische, wereldwijde consumptiebeperking onvoldoende zou zijn om tot een aanzienlijke klimaatmitigatie te komen. Zonder fundamentele technologische veranderingen is er geen geloofwaardige weg naar een klimaatmitigatie van betekenis. Men is het niet eens over welke technologiemix de beste is en wij hebben alleen weet van gekwantificeerde klimaatmitigatiescenario’s waarbij technologische veranderingen verantwoordelijk zijn voor het overgrote deel van de uitstootreducties.

De specifieke technologische keuzes die we kunnen maken met het oog op klimaatmitigatie, blijven het onderwerp van verhitte discussies. Theoretische scenario’s reflecteren gewoonlijk de technologische voorkeur en analytische aannames van hun bedenkers. Al te vaak vergeten deze om de kosten, de tijd en de schaal in te calculeren die nodig zijn om koolstofarme energietechnologieën te implementeren. …

De transitie naar een wereld die aangedreven wordt door koolstofvrije energiebronnen vereist technologieën met een hoge energiedichtheid die opgeschaald kunnen worden tot in de tientallen terawatt om de groeiende economie te doen draaien.

Met de meeste vormen van hernieuwbare energie is dit helaas niet haalbaar. Biobrandstoffen en vele andere hernieuwbare energiebronnen zouden te veel land nodig hebben en een dusdanige milieu-impact dat wij betwijfelen of ze wel een weg kunnen vormen naar een koolstofvrije toekomst met een kleine voetafdruk. …

Op lange termijn vertegenwoordigen zonne-energie (van de volgende generatie), geavanceerde kernsplijting en kernfusie de meest plausibele manieren om aan de gezamenlijke doelstellingen van klimaatstabilisatie en de radicale loskoppeling van mens en natuur te voldoen.

Aldus het ecomodernistisch manifest.

Zie verder hier.

In kringen van de milieubeweging, waaruit de auteurs zijn voortgekomen, is het ecomodernisme zeker fris en taboedoorbrekend. Maar tegelijkertijd blijft het naar mijn gevoel toch wat steken in wensdenken. Maar dat alles neemt niet weg dat het ecomodernisme een belangrijke stap vooruit is ten opzichte van de steriele, irrealistische, misantropische, regressieve ideologie van de klassieke milieubeweging, die de natuur wil laten prevaleren boven de mens.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.