Een gastbijdrage van István Markó.

Indien u denkt dat de klimaatconferentie die in december 2015 in Parijs zal gehouden worden (COP21) iets te maken heeft met het klimaat of met de bescherming van de natuur, lees opnieuw. U hebt het helemaal verkeerd voor. De eersten die zich dit realiseren zullen de groenen zijn, pas na eerst zonder succes gezocht te hebben tot in de kleinste hoekjes van die toekomstige akkoorden, minimalistisch en niet-afdwingbaar maar voorgesteld als een grandioos succes voor het milieu en het klimaat. De Europese Unie, van haar kant, zij weet het wel al. Want vergis u niet. Ondanks de zekere en reeds aangekondigde mislukking van deze 21ste grote klimaat-hoogmis, zal ze aan het grote publiek “verkocht” worden als een overwinning van de politici die blijkbaar niets dringenders te doen hebben dan zich zorgen te maken hoe het klimaat er eventueel zou uitzien in 2100.

Op dit ogenblik hebben de vertegenwoordigers van de verschillende landen van de EU alle hoop verloren om afdwingbare akkoorden over de CO2-uitstoot af te sluiten en moeten ze een eerbare manier vinden om uit de knoeiboel te geraken waarin ze zich gestoken hebben. Want heel dit klimaatcircus is enkel maar een kwestie van groot geld, kapitaaltransfers en subsidies, van nationale en globale politieke macht. Beter gezegd gaat het om transfers van kolossale sommen naar opkomende landen met, terloops, een kleine afroming en een zekere return naar de financierende landen. Daar is niets vrijgevigs aan, noch onbaatzuchtig, maar wel koelbloedige business. Laat ons dat illustreren met het voorbeeld van Mevr. Merkel.

India zal niet snijden in eigen economie

Duitsland heeft India meer dan 2 miljard euro beloofd ter ondersteuning van projecten die gericht zijn op het gebruik van zonne-energie en de installatie van intelligente elektrische netwerken om de transitie van het land naar een duurzame ontwikkeling te versnellen. Deze aankondiging, tijdens het recente bezoek van Angel Merkel aan Delhi, heeft eerste minister Modi doen beloven dat India, een van de machtigste dissidenten in de strijd tegen de CO2, zich ertoe zou verbinden om haar inspanningen ter zake te hernieuwen.

Een dergelijk bericht lijkt een politieke overwinning voor de Duitse kanselier, die zo Modi tracht te overhalen om aan de kant van Hollande te zetelen tijdens de COP21. Spijtig voor haar is de Indiase eerste minister echter helemaal niet zinnens om de economische vooruitgang van zijn land te vertragen. De cijfers die hij aan de COP21 heeft voorgelegd doen zijn belofte aan Mevr. Merkel bovendien te niet. India zal doen wat rationeel is en zal dus het energetisch rendement van haar steenkoolcentrales verbeteren door het gebruik van nieuwe technologieën. Zij zal dus de groeisnelheid van haar uitstoot verminderen, maar deze zal desondanks toch blijven groeien.

Wie zijn de echte overwinnaars van dit pathetisch akkoord: de Indiase kabinetten die marktstudies zullen uitvoeren (en hiervoor de onvermijdelijke commissies zullen opstrijken) en de Duitse industriëlen die producten en materialen zullen leveren voor de fotovoltaïsche installaties. Wie zal deze 2 miljard euro betalen die deels de Duitse industrie zullen verrijken, die bijna evenzeer corrupt is als de Indiase? De Duitse belastingbetalers. In de vorm van belastingen, uiteraard.

De hypocrisie van de elektriciteitsproducenten

De kwade trouw van de Duitse elektriciteitsreuzen is een verhaal op zich. Want niet alleen ontvangen ze staatssubsidies, door de politici beloofd om de Duitse catastrofale energietransitie (Energiewende) verder door te voeren, maar bovendien mankeren zij geen scrupules om de energiefactuur van de burger te verhogen die zodoende tweemaal mag betalen. De Duitse CEO’s aarzelen niet om hun eigen ondernemingen in gevaar te brengen met het risico op een bankroet – zij verliezen al veel op de beurs – want ze weten wel dat ze zullen kunnen genieten van sappige staatshulp. Dit verklaart waarom de firma EON opgedeeld werd in twee juridisch onafhankelijke entiteiten. Deze houding irriteert de energiebedrijven van kleine landen die dit beleid van subsidiewedloop niet kunnen volhouden zonder direct gevaar op een faillissement. En dit verklaart dan weer de twisten in de Raad Energie van de EU tussen Duitsland en de “Oosterlijke landen” (van de EU, nvdr.) die tegen strengere regelgevingen zijn ten gunste van hernieuwbare energiebronnen.

Achter heel dit klimaatcircus schuilen grote banken, die onmetelijke bedragen geïnvesteerd hebben in de hernieuwbare droom en die de sappige dividenden zouden willen oogsten die hen aangekondigd waren. De carbon credits zijn slechts één van hun nieuwe beursproducten. Voegen we aan deze spelers de talrijke multinationals toe, actief in domeinen zo divers als chemie, elektriciteit en olie (u leest het goed) en u begint een beeld te krijgen. Deze industrieën hebben ook gegokt op “volledig hernieuwbare energie”, “groene chemie”, “niet vervuilende energieën”, “biobrandstoffen”, volledige “decarbonisatie”, alles wat hen zou toelaten te genieten van de vrijgevigheid van de landen om te profiteren van schandalige subsidies, op ondoordachte wijze aangeboden door onze politieke leiders. Wie is de dupe van dit vuile spel? Wij, de burgers!

Talrijk zijn (vooral) de Europese industriëlen die pleiten voor hernieuwbare energie en niet ophouden om meer en meer bindende akkoorden te vragen. Om de planeet te redden? Zeker niet. Die beslissingen moeten hen kolossale financiële winsten waarborgen. Zij moeten hen ook beschermen tegen de consequenties van hun slechte investeringen in hernieuwbare energie zodat die hen niet in een negatieve spiraal meesleuren. Tegelijk moet de strengere regelgeving ten gunste van hernieuwbare energie concurrentie met de opkomende landen verhinderen. Zij willen dat de belastingbetalers de door het beleid en de energiebedrijven uitgevoerde risico’s en bijhorende kosten dragen. Nemen wij het voorbeeld van Total, dat al zijn activiteiten op het gebied van zonne-energie staakte en zijn Belgische fabriek sloot (zie hier) maar dat, verrassend, zijn fotovoltaïsch luik in Frankrijk behoudt (zie hier). Waarom deze activiteit behouden in Frankrijk? Zouden de heer Hollande en zijn beloften van fiscale aftrek aan de Belgo-Franse firma er voor iets tussen zitten? Ik vraag het me af.

Beyond Petroleum, en dan weer niet

Destijds heeft BP (British Petroleum) zich gestort op de subsidiewedloop om biobrandstoffen te produceren, net als de landbouwers in de corn states (Amerikaanse staten met veel maisproductie – en mais wordt er heel veel gebruikt voor de productie van biobrandstoffen, nvdr.) die enorme subsidies op basis van de Amerikaanse EPA biobrandstofbeleid ontvangen. BP had zelfs zijn naam veranderd in Beyond Petroleum (hoe schattig!). Ondanks hun massale investeringen in de “groene droom” heeft BP dit terrein nu volledig verlaten. Helaas, zowel België, Frankrijk, als Duitsland blijven de productie van biobrandstoffen subsidiëren, zelfs als het gemakkelijk te realiseren is dat het om nonsens gaat.

Hiervoor moet men enkel maar naar de kosten van een ton CO2 kijken: terwijl op de koolstofmarkt (ETS) een ton tussen 6 en 8 € waard is, is de prijs van een ton biobrandstoffen 300 €. En deze biobrandstoffen zijn helemaal niet “ecologisch”. Bio-ethanol wordt geproduceerd zoals bier, door gisting van granen, en iedereen weet dat gisting veel CO2 produceert. Iedereen? Neen, niet de politici. En wat betreft biodiesel, deze is maar gedeeltelijk “bio”, want deze is het resultaat van een reactie tussen plantaardige olie en methanol, dat afkomstig is van methaan. Biodiesel komt dus voort uit fossiele energie. Alle scheikundigen weten dat. Niet de politici.

De factuur wordt betaald door…

Wat betreft de groene NGO’s, die bloeien zoals sneeuwklokjes in de lente en hebben een chronische nood aan financiële middelen. Zij verkondigen de heilige woorden van de klimaathoogmis, maken de onschuldige burger bang en vullen ondertussen de eigen zakken. Zonder te aarzelen om te liegen of om de feiten te verdraaien, voorspellen zij ons, met de hulp van aan DE zaak toegewijde klimatologen, een wel bijzonder opwindende toekomstige Apocalyps. Dat alles dankzij publieke subsidies die even weinig transparant als overvloedig zijn. De belastingbetalers betalen deze NGO’s, waarvan het credo bestaat uit belasten, verbieden en subsidiëren, om ons hun manier van leven op te leggen. Nog een aberratie meer in onze maatschappij.

Herinner u tot slot dat de diabolisering van CO2 begonnen is met Mevr. Thatcher (die af wou van de National Coal Board, een staatsfirma die verondersteld werd om de kolenindustrie te beheren maar een echte slokop van subsidies was, als een zwart gat voor geld). Herinner u dat het plafond van de 2°C waarboven onze planeet onomkeerbare schade zou oplopen een gevolg is van de druk door Angela Merkel uitgeoefend op een groep Duitse klimatologen. En, tenslotte, herinner u dat de nieuwe voorzitter van het IPCC  (het VN klimaatpanel, Intergovernmental Panel for Climate Change), de heer Hoesung Lee, ook lid is van het zeer discrete GGGI (Global Green Growth Institute, in het bezit van diplomatieke en juridische immuniteit. Men kan zich afvragen waarom?), een andere tak van de UNO die met bijzondere aandacht zou moeten worden opgevolgd.

Klimaatverandering? Een prachtige kans om publiek geld te verdienen op de rug van een vermoeide bevolking die nochtans beetje bij beetje wakker wordt en zich begint te bevrijden van de massale indoctrinatie die zij decennialang heeft ondergaan. Wedden dat, wanneer uiteindelijk het masker zal vallen, het gelaat erachter wel bijzonder afschuwelijk zal zijn? Dan moet alleen nog de factuur betaald worden. Raad eens door wie?

– – –

István Markó is professor in de organische chemie in de UCL (Université Catholique de Louvain).

Deze tekst reflecteert de persoonlijke opinie van de auteur. Het verscheen eerder op de liberale website Contrepoints. Vertaald door Denise De Hauwere.

Bron hier.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.