In mijn eerdere artikel, “Hoe duurzaam zijn elektriciteitsleveranciers werkelijk in de praktijk?”, gaf ik mijn visie op een ‘onderzoek’ naar de ‘duurzaamheid’ van onze energieleveranciers waar ook de consumentenbond bij betrokken was.
Dit was een deel uit de samenvatting en conclusie:
Het ‘onderzoek’ van de Consumentenbond, Greenpeace, Hivos, Natuur & Milieu, Wereld Natuur Fonds en WISE naar de duurzaamheid van elektriciteit is onvolledig en methodologisch onjuist. Er worden op basis van een inventarisatie aanbodgestuurde windstroom (5% in 2014) en vraaggestuurde stroom van bijvoorbeeld fossiele centrales (totaal 80%) op een hoop gegooid en dat is appels en peren vergelijken. Weersafhankelijke aanbodgestuurde windmolens, die de helft van de tijd regelmatig pieken en de andere helft van de tijd minder dan 20% van het opgestelde vermogen leveren, worden in dit onderzoek gelijk gesteld aan vraaggestuurd leverende centrales.
Op een vraaggestuurd netwerk kost juist de balancering van de productie van windmolens extra brandstof zodat in de praktijk de windstroomproducenten parasiteren op de levering van de fossiele centrales. Dat betekent ook dat je voor de vaststelling van de levering van windstroom niet alleen van certificaten kunt uitgaan. Dat nog los van het feit dat windstroom net zo hernieuwbaar is als de windmolens die om de 15 tot 20 jaar vervangen moeten worden. Ook de balanceringsverliezen en de verliezen van niet inpasbare pieken worden niet in mindering gebracht op het aanbod van de windmolens en de extra co2 uitstoot voor de inpassing van deze windstroom wordt aan de fossiele centrales toegerekend.
Vervolgens heb ik mijn bevindingen naar de consumentenbond gestuurd, waarop ik de volgende mail kreeg met daarin de reactie van hun redacteur ‘onderzoeker energie’, die ik hieronder onverkort weergeef.
Beste heer Matthijssen,
Via de hoofdredacteur van de Consumentengids ontving ik een notitie van uw hand waarin u ingaat op ons onderzoek Duurzaamheid stroomleveranciers. Bij de Consumentenbond ben ik degene die – samen met de partnerorganisaties – het onderzoek uitvoert, en ik ben de auteur van het artikel in de Consumentengids van november. Ik wil daarom graag een reactie geven op uw notitie.
U noemt daarin aan aantal zaken, met als hoofdlijn dat een fluctuerende bron als windenergie moeilijk in te passen zou zijn in een vraaggestuurd elektriciteitsnetwerk. In ieder geval kan ik beamen dat het elektriciteitsnetwerk natuurlijk inderdaad vraaggestuurd is. Maar in tegenstelling tot wat u stelt geeft dat niet per definitie onbalansproblemen bij het inpassen van windenergie.
De capaciteitsfactoren die u noemt zijn ons ook bekend: bij windmolens op land bedraagt die inderdaad ongeveer 25% (aan de kust richting 30%, in Limburg juist lager), bij wind op zee is dat bij de bestaande windparken 41%, en gaat het bij hogere turbinevermogens en grotere afstand van de kust richting 50%. Bij zonne-energie bedraagt deze factor overigens slechts 11%, dus als u zou beweren dat windenergie niet in een elektriciteitsvoorziening zou passen dan geldt dat in versterkte mate voor zonne-energie.
Waar het vooral om gaat is dat er vele manieren zijn om de onbalans in het net op te vangen. Nu, en ook in een toekomstige duurzame stroomvoorziening. Want dat is natuurlijk waar het in dit onderzoek om draait: de weg naar een emissievrije stroomvoorziening. De overgang van de huidige energievoorziening naar een duurzame energievoorziening is er een van langere tijd en betekent dat er steeds meer fluctuerende wind- en zonnestroom bij komt. In de huidige situatie is het natuurlijk zo dat fossiele centrales draaien als het niet waait of de zon niet schijnt. Een waarheid als een koe. Daar zijn de moderne gascentrales prima op berekend, sterker nog: dit moeten ze toch al doen, aangezien de vraag altijd al sterk fluctueert, zoals u zelf schrijft. STEG–gaseenheden zijn hiervoor zeer geschikt, kolen- en kerncentrales niet. En als de windmolens draaien dan kunnen de gasturbines afgeregeld worden; zelfs als dat wat inefficiënt zou zijn dan is er per saldo de winst van het niet verstoken van aardgas.
Een klant die windstroom afneemt krijgt dus wel degelijk windstroom, zij het niet altijd precies op de vraagtijdstippen. Over het jaar heen is het aantal door de gebruiker afgenomen kWh gelijk aan het aantal geproduceerde kWh windstroom, en heeft die klant dus windstroom afgenomen en geen fossiele stroom.
In de huidige situatie is het dus gasvermogen dat aanvullend is aan wind– en zonnestroom, en dat is dus allemaal vraaggestuurd. In de eindsituatie kunnen we bijvoorbeeld uitkomen op de waterstofeconomie. Het fluctuerende karakter is dan zelfs helemaal geen probleem meer, aangezien van wind– en zonnestroom via elektrolyse waterstof gemaakt wordt, die via brandstofcellen vraaggestuurd weer in elektriciteit wordt omgezet. We hebben het dan wel over een tijdhorizon van meer dan 50 jaar. Tijdens de transitie zijn er nog meer manieren om de fluctuaties op te vangen, bijvoorbeeld via dynamische elektriciteitsnetten (de wasmachine gaat aan als de zon schijnt, accu’s elektrische auto’s worden gebruikt als energiebuffer). En nog belangrijker: interconnectie. Hoe beter de stroomnetten van de Europese landen onderling zijn verbonden, hoe meer fluctuerend vermogen kan worden ingepast. Gevleugelde zin (maar daarom niet minder waar): het waait altijd wel ergens.
Kortom: een toekomstige duurzame stroomvoorziening is gebaseerd op zon– en windvermogen (en in mindere mate waterkracht, biomassa, aardwarmte, blue energy), en de weg daarheen zijn we nu al aan het inslaan. Over deze transitie zijn overigens al de nodige studies verschenen, onder andere bij het ECN. Ook de ‘Roadmap 2050’ is een voorbeeld van een goed uitgewerkte studie naar de toekomst van de energievoorziening.
In de hoop een en ander te hebben verduidelijkt,
Met vriendelijke groet,
Erik Honig
redacteur-onderzoeker energie
Tot zover de reactie van de consumentenbond Wat we hier zien is een ‘onderzoeker’ die onderzoek verwart met wensdenken en de leden van de consumentenbond windstroom aanprijst terwijl hij weet dat windmolens maar een beperkt deel van de tijd echt stroom leveren en een groot deel van de tijd vrijwel niets of helemaal niets (50% van de tijd leveren windmolens < 20% van het opgestelde vermogen).
Hij geeft dat ook nog eens aan met de volgende zin:
Waar het vooral om gaat is dat er vele manieren zijn om de onbalans in het net op te vangen. Nu, en ook in een toekomstige duurzame stroomvoorziening. Want dat is natuurlijk waar het in dit onderzoek om draait: de weg naar een emissievrije stroomvoorziening.
En daarmee verlaat hij het pad van betrouwbaar objectief onderzoek waar de consumentenbond zo goed in was.
Dat blijkt ook duidelijk uit deze tekst:
Een klant die windstroom afneemt krijgt dus wel degelijk windstroom, zij het niet altijd precies op de vraagtijdstippen. Over het jaar heen is het aantal door de gebruiker afgenomen kWh gelijk aan het aantal geproduceerde kWh windstroom, en heeft die klant dus windstroom afgenomen en geen fossiele stroom.
Daarmee bevestigt hij dat windstroom maar een beperkt deel van de tijd beschikbaar is en de klanten als het te weinig of niet waait (meer dan 50% van de tijd) stroom krijgen die is geproduceerd met fossiele centrales.
Door deze werkwijze komen kleinere bedrijven die alleen weersafhankelijke windmolenstroom op het net leveren altijd als meest groen bovenaan te staan en de bedrijven die de gaten moeten invullen en zorgen dat het net nog steeds vraaggestuurd kan werken als de windstroom het laat afweten of de pieken van windmolens moeten opvangen daarvoor zonder enige vergoeding extra brandstof moeten verstoken als vervuilend te bestempelen.
Tot zover de objectiviteit van de consumentenbond. Ik hoop dat dit een incident is.
Ik mis de rol van kernenergie in het verhaal van dhr Honig, die is toch ook emissievrij?
Mooi artikel!
Bekende redenatie trouwens. In de denkwereld van de consumentenbond kan je voor duurzame stroom met 1 windmolen volstaan. Die levert namelijk genoeg voor 1 huishouden zodat je iedereen kan melden dat deze paal je stroom opwekt.
“Het waait altijd wel ergens” is het summum van onbenul. Aan Europese koppelnetten ga je failliet (kilometers breed) en geen land kan op wind draaien laat staan overcapaciteit installeren al is het maar omdat de ruimte ontbreekt. Op zich is die waterstofgedachte nog niet zo slecht hoewel stroom –> H2 –> stroom een rendement heeft van hoogstens 40%. Maar aangezien opslag het kernprobleem is zou je verwachten dat dit eerst wordt aangepakt. Zet die molens pas neer als het opslagprobleem is opgelost, dat spaart 1 generatie molens uit. Kortom, men doet maar wat en dendert als een kip zonder kop door. Zolang de subsidie stroomt.
Prima onderzoeksjournalistiek! Erik Honig: “Maar in tegenstelling tot wat u stelt geeft dat niet per definitie onbalansproblemen bij het inpassen van windenergie”. Welke onbalansproblemen bedoeld Honig (?): (1) Wel/Niet stroom bij windstilte, (2) toenemende geaggregeerde onbalans bij tpename % windparken in totaal, netfrequentie onbalans op 50 Hertz , kosten van netbalanceren door fossiele basislastcentrales? Dit stelt het ECN reeds in 2012: De som van profiel- en onbalanskosten komt hiermee op 12,4% van de APX- prijs. Is dit ECN-rekenmodel op basis van APX-balanskosten representatief voor de probleem analyse onbalansproblemen bij windenergie? Twijfelachtig!
http://www.ecn.nl/docs/library/report/2013/n13016.pdf
Wat ik mis, misschien heb ik er overheen gelezen, is een (ruwe) schatting van de extra windmolens die nodig zijn als in de toekomst de windarme dagen moeten worden overbrugd met waterstof.
Stel dat er gemiddeld één dag in de week vrijwel geen wind is, dus stroomvoorziening via waterstof moet, de efficiëntie van de omzetting via waterstof 40% is, dan moet in de 6 dagen dat het wèl waait eigenlijk voor 6 + (1 dag)/(40%) = 8,5 dag stroom worden opgewekt; dat is dus 8,5/6 = 1,4 keer de benodigde hoeveelheid. Anders gezegd, er is 40% overcapaciteit nodig voor de ‘magere dagen’.
Nòg anders gezegd, de genoemde capaciteit, volgens Eric Honig ergens tussen 20 en 50%, gaat met een factor 1,4 omlaag.
Daar komen nog van allerlei ‘maartjes’ bij, het blijft echter een substantiële extra inspanning.
Ik weet een leerzame klus voor die onderzoeker op het gebied van groene stroom bij de consumenten bond . Of Urgenda of zoiets.
Ameland , met 3600 inwoners , wil groene stroom. Ze doen al aan zonne panelen, er draait een proef met brandstofcellen . (ironisch genoeg op aardgas)
Wat zou er nodig zijn om dat eiland continu van groene stroom te voorzien met de huidige techniek. Dus zonder voeding kabel van de wal. En indien dit volgens een onderzoek zou kunnen, wat kost dat dan. In tijd en geld.
Als het ergens zou kunnen dan wel op een eiland zonder zware industrie.
Ameland wil groene stroom. Ze doen al aan zonne panelen en brandstof cellen. Ironisch genoeg echter op aardgas. Zou die onderzoeker bij de consumentenbond (of Milieu defensie) een plan kunnen maken voor Ameland. Dus continu groene stroom en met af gekoppelde voeding kabel vanaf de wal. Dus met de huidige technische middelen, en indien dit lukt ook een schatting van de kosten per 1 van de 3600 Amelanders.
Vakantie eilanden zijn het minst moeilijk te vergroenen. Geen industrie, weinig transport. Hoe de toeristen er komen vergeet je gewoon.
@ David. Vandaar het voorbeeld van Ameland. Als het kleinschalig lukt met een hoop geldelijke ondersteuning zou er eens verder gekeken kunnen worden.
voorbeeld van een vakantie eiland waar het óók niet gelukt is…. let ook even op de kWh prijs.
http://elhierro1.blogspot.nl/2016/01/enttauschende-bilanz-des-energieprojekt.html
Guus schreef:
“Stel dat er gemiddeld één dag in de week vrijwel geen wind is..”
Een stelling moet wel onderbouwd worden ;-)
Ik heb gekeken naar de windsnelheden per uur in De Bilt in de periode 1994 tot en met 2015 (gemeten op 20m hoogte).
In 11,7% van de gevallen is de windsnelheid nul en zou er backup nodig zijn.
Windturbines hebben echter een minimale windsnelheid nodig om energie te genereren (de “cut-in” windsnelheid).
Een kleine windturbine heeft een cut-in snelheid van 3,5 m/s, effectief is het voor de turbine windstil onder die waarde!
Stel ik alle windsnelheden met een waarde kleiner dan 3.5 op nul dan verandert het percentage “leegloop” dramatisch van 11,7% naar 56,1%.
Ik weet niet of dit voorbeeld (De Bilt) representatief is, ander meetplaatsen en meethoogten kunnen andere resultaten opleveren.
Daar komt bij dat in bovenstaand voorbeeld de grootste opbrengst rond het middaguur ligt; zonne-energie werkt dan niet aanvullend en zorgt voor een extra energiepiek dat moet worden opgevangen door netbeheer.
@ Boels, met die 56,1% in De Bilt zou die factor 1,4 van mij omhoog schieten naar 4,2! En dan vergeet je nog dat er bij storm óók geen stroom wordt geproduceerd.
De Cut-out snelheid heb ik inderdaad niet meegenomen.
De windonbalans wordt daarmee nog slechter.
Het merkwaardige is dat ‘voorspellingen’ van de windenergie opbrengst uitgaan van gemiddelde windsnelheden.
Het zou juister zijn om de gebruikte reeksen van windsnelheden aan te passen aan de cut-in en cut-out snelheden van de te gebruiken turbine.
Maar de dan toenemende wisselvalligheid van de opbrengst is de groene brigade niet welgevallig ;-)
Of het dommigheid of opzet is kan ik niet bepalen, feit is dat er met onjuiste gegevens wordt gerekend.
Hier het Excel-bestand waarmee ik stoei (‘as is’):
http://www.boels069.nl/wind/260WIND1994up.xlsx
Met gemiddelden kan je alleen rekenen als je kunt optellen = opslaan.
Zonder opslag is het praten over gemiddelden gewoon bedrog.
“Je reactie is in afwachting van moderatie.”
???
De heer Honig heeft echt een paar zeer grote onjuistheden in zijn hoofd, die kritiek zijn voor de discussie:
Allereerst doet Honig alsof de productie schommelingen door een net met veel fluctuerende stroombronnen uit zon en wind dezelfde is als vroeger met alleen de dagelijkse variatie in de vraag, maar de huidige leveringskarakteristiek van het totale net is of wordt totaal anders. Omdat groene stroombronnen in nominaal vermogen sterk opgevoerd worden omdat ze wegens hun “productie” /beschikbaarheidsfactor ( =Gemiddeld vernogen/nominaal vermogen) anders geen rol van betekenis zouden spelen. Maar dat betekent ook dat de fluctuaties enorm worden, want die zijn gerelateerd aan het maximaal geinstalleerd gesommeerd NOMINAAL vermogen. Pieken en dalen in productie vlakken elkaar niet uit in zon en wind maar tenderen naar optelling , anders dan in de consumptie van stroom waar burger en industrie consumptie neigt naar afvlakking van pieken. In Duitsland is nu 84 GW zon+wind geinstalleerd terwijl de gemiddelde consumptie 60GW is, dus er is al een nominaal overschot ten aanzien van het gemiddelde. Dat betekent dat rekentechnisch er momenten zijn dat zon en wind de totale stroomproductie van Duitsland kunnen leveren. Omdat 40% van de MWh wegens stabiliteits eisen nog altijd door roterende installaties op het distributienetgebracht moeten worden, betekent dat , dat er dan geweldige overproductie is die grotendeels verloren gaat. Maar vooral dat praktisch alle fossiele en nucleaire centrales uitgeschakeld moeten worden. (Kun je zien aan de negatieve marktwaarde van stroom op dat moment, en het gebeurt steeds vaker op de stroombeurs!)Aan de andere kant zijn er plenty momenten dat er praktisch GEEN ENKELE wind of zonne- stroombron levert. De uitslagen waren vroeger gemiddelde consumptie met een afwijking naar boven en beneden van +- 25% tegenwoordig zijn de leveringsuitslagen van 0% tot 120% en in de toekomst van theoretisch 0% tot 250% en hoger naarmate de “hernieuwbaarheids”eisen voor stroomproductie zotter worden. Het moet Honig toch duidelijk zijn dat de conventionele fossiele centrales die nu “backup” genoemd moeten worden, omdat ze GEDWONGEN WORDEN passief te reageren op de vraag naar aanvullende stroom, al anders moeten reageren dan vroeger en totaal anders wordt het bij extra groeiende wisselvallige stroomproductie. Vroeger kon er nog veel bijgeregeld worden in de output van BASISLAST centrales, dus de centrales iets minder stroom laten draaien, waarbij het enige verlies het regelcurve verlies was. Dit verlies ontstaat doorde fossieleenergie centrale te laten werken buiten het optimale brandstof conversie efficientie punt van de centrales. Tegenwoordig moeten hele centrales van het NET GEHAALD WORDEN of urenlang onder brandstof gebruik in (Warme) stationaire toestand (bij nul productie) gehouden worden om gereed te zijn voor de verwachte heropleving naar de vraag van stroom. In Duitsland wordt bij een zonnige dag tot 30GW productie capaciteit door zonne -energie alleen in het net geleverd die dan s’nachts afwezig is met een frequentie van eens per 12 uur een bij en afschakeling. Die 30GW is ongeveer de helft van het gemiddeld stroomgebruik van Duitsland. Dan kun je niet meer bijregelen en stationair laten draaien, dan moet je grote blokken aan centrale capaciteit aan- en uitschakelen. Dhr Honig gaat dus al uit van een volkomen foute premisse dat de eigenschappen van levering vergelijkbaar zijn. De leveringssituatie voor het net is volkomen anders geworden als vroeger. Hij gaat daar badinerend over heen , terwijl dat de crux van het verhaal is wegens de onverwachte verliesposten in energie conversie efficiente op het achtergrond park van alle fossiele- en kerncentrales. Omdat de stroomproductie niveaus zo verschillend geworden zijn en er veel meer bijregelingen nodig, wat aanleiding is tot meer REGELCURVE verlies , maar vooral kunnen de beste brandstof optimale centrales NIET MEER op het net en dat verlies is VELE MALEN GROTER dan het extra regelcurve verlies, omdat ze niet brandstof efficient en snel genoeg kunnen opstarten voor de erratische leverings lacunes van som aan levering door de wisselvallige stroomsoorten zon en wind.. Deze brandstof optimale basislast centrales zullen vervangen moeten worden met eenvoudige (Enkelvoudige ) gasturbines die binnen 10 minuten vanuit koude start hun nominale vermogen kunnen leveren. Deze eenvoudige gasturbine centrales eventueel uitgerust met WKK voor hun grote afvalwarmte , vervangen in steeds grotere mate de basislast hoogrendement centrales. Het Brandstof conversie rendement naar stroom van deze simpele centrales , meestal op gas , is echter 25 tot 35% , dat is ongeveer de helft van een echte moderne basislast STEG centrale die 61% haalt. In Duitsland laat men vooral nog oudere ouderwetse lager rendement steenkolen centrales werken, omdat die nog relatief snel op te starten zijn.
Belangrijk voor flexible levering in het stroomnet , zijn de goede Loadfollowing (LF) karakteristiek voor complementering van stroomproductie tot consumptie niveau, en daarnaast snelle opstart uit koude staat. STEG moet om ogenblikkelijk beschikbaar te zijn minimaal stationair lopen (Warme toestand).
STEG , gas dan wel kool is REDELIJK in Load Following (LF) wat betreft regelcurve verlies. Het brandstof conversie rendement van dit centrale type kan sterk afnemen als subsystemen die voor de hoge rendement zorgen niet geactiveerd kunnen worden voor de korte gebruiks duur. Helaas is de koude start en afschakeling tot nul levering van dit type fossiele branstof centrales, energievretend, dus slecht voor het gemiddelde overall conversie rendement van brandstof naar electriciteit van de STEG centrale. De heer Honig moet zich eens afvragen waarom vele hoogrendements STEG centraleblokken niet ingezet worden en aangemeld zijn voor verkoop en sloop! (Claus, Magnum , Irshing). Al deze centrales hebben conversie rendementen van rond de 60%. Ze staan nu vooral stil. Het heeft ook te maken met de voorrang van steenkool boven gas, omdat steenkool goedkoper is, maar aan de andere kant wordt er ondertussen wel veel stroom gemaakt met aardgas in andere types centrales , met een veel lager br-conversie rendement van soms maar 25% bij WKK. Het heeft alles te maken met de opstart problematiek. In Groot Brittanie heeft men zeer snelstartende maar zeer dure gas-dieselmotorenfarms opgesteld om dure brandstof naar elektriciteit om te zetten op piekmomenten. Het is de OPSTART karakteristiek in combinatie met de regelbare vraag die bepaalt of hoogrendement centrales bij sterke leveringsfluctuatie nog in het net kunnen. Hoog rendement elektriciteitsproductie wordt niet voor niks basislast genoemd, want het kan slechts toegepast worden onder voorwaarden van redelijke gelijkmatigheid en niet -afschakeling (hooguit tijdelijk stationair, maar zoiets is tijdelijk gebukt gaan onder 15% van nominaal brandstof gebruik zonder levering!)..Het is het een of het andere, oftewel snelstartend en laag brandstofrendement of langzaam startend hoog bij hoog rendement. Jammer zo werkt technologie. Indien men snelstartende en TEGELIJKERTIJD hoogrendement centrales zou kunnen uitvinden, zou dit verhaal overbodig zijn. Bij mijn weten bestaat een dergelijk efficiente brandstof conversie technologie niet en is er niet aan te nemen dat ze vlug uitgevonden zal worden. De principes voor warmte conversie machines zijn overbekend. De grote fout van mensen als de heer Honig, is dat ze aannemen dat er geen verschil zit in de conversie in afhankelijkheid van de leverings condities . Dus bij zon en wind bronuitval plotseling voor een paar uur draaien en dan weer niks of continue productie zoals in een net zonder die wisselvallige bronnen. Het is de gedachtefout van de groene energie hypers op dit moment. Bij het nalezen van een commentaar en een briefwisseling met Jean Paul van Soest blijkt dat deze man alleen rekent met wat extra regelcurve verlies in rendementsverval door de wisselvallige stroomproducties. Hij rekent op maximaal 10% van de totale energie opbrengst van zon en wind als geinduceerd verlies. Let wel , bij slechts enkele windmolens en zonnecellen die in het net leveren zoals in de beginperiode van de zonne/windmolenhype was dat geïnduceerde verlies te verwaarlozen, maar waar er ondertussen gigantische geïnstalleerde vermogens aan het net leveren is die maatgevend, en die wisselvallige capaciteit wordt nog opgevoerd . De brandstof besparing van het net is in die situatie nu totaal bepaald, door de geïnduceerde verliezen van de wisselvallige leveringskarakteristiek. De brandstof besparing is in grote mate afhankelijk van het soort centrales wat er aan het net gekoppeld wordt. Zijn die brandstof efficient zoals de klassieke basislast centrale dan wordt veel minder brandstof gebruikt per MWh dan met snelle opstart simpele centrales.
We zitten ondertussen ook al met gigantische “discard” (overschot) van opgewekte MWh die niet af te zetten zijn aan consumenten. Stroomopslag voor landelijk netwerken is een groene “natte droom” (hydro power pompaccumulatie opslagbassins in bergen of zelfs op zee) maar onmogelijk wegens de gigantische meren die nodig zouden zijn, of de gevaren van een tsunami door een catastrofale dam doorbraak. Iedereen denkt aan “accu” maar men vergeet dat de accu in de auto slechts enkele minuten een startmotor kan laten draaien. Simpel gezegd: het is er niet en zal er met de huidige technologie niet zijn. De huisaccu van Elon Musk van Tesla is “promiseware” en vooral duur. Bovenop de accu in je auto , en kosten van zonnecellen op je dak , heb je dan nog MINIMAAL 60 cent per kWh aan opslag kosten voor die zonnestroom. En reken ook nog op energetisch opslagverlies in de accu opslagverliezen cyclus. Ga rekenen aan de hoeveelheden metaal voor accu platen en vloeistof en je komt aan getallen dicht bij de volledige uitputting van accu metalen in de wereld mijnbouwvoorraden voor maar een fractie van de noodzaak.
Nuclear is zeer goed in Load Following-LF tussen 30 en 100% van het nominaal vermogen van dit type centrales. Maar de brandstof kosten van een nucleaire centrale zijn praktisch nul, uitstoot van CO2 eveneens, lopende overhead kosten gaan gewoon door, de centralelevensduur en afschrijvingen van de kosten voorbepaald , dus het heeft geen zin een centrale ,die aan dergelijke karakteristiek voldoet , economisch gezien te reduceren in vermogen voor LF . Men doet wel LF met kerncentrales omdat kerncentrale stroom moet wijken voor fluctuerende groene stroom (Feed In Priority) . Dat is opgelegd door weten gepromoot door Groenen. In Duitsland zal men binnenkort het prima LF gedrag van de kerncentrales bij het stabiel houden van het net, node gaan missen. Bovendien:helemaal uitzetten kun je een kerncentrale bedrijfseconomisch beter niet doen, omdat heropstart van de kernreactie wegens Xenon verval vergiftiging (reactor instabiliteit door neutronen absorptie en “neutronpoison burning”) , 2 dagen moet wachten, na uitzetten van de reactor. Snelle koude start, is uit den boze in kernenergie. Maar de LF is prima ,maar tegelijkertijd economisch ongewenst. Brandstof kosten per MWh extreem laag. Dus typisch basislast. Niet uitzetten, is 100% (energie ,ecologisch en geld) niet gemaakt verlies.
Daarnaast heeft de investering in zonne- en windstroombronnen ook een geweldige energie input in de investering zelf en de noodzakelijk zeer over gedimensioneerde stroom collectie en distributie netwerken die daarvan het gevolg zijn. Die moeten gedimensioneerd worden naar rato van de NOMINALE maximaal last te transporteren vermogens, die tot 5 maal groter en gecompliceerder zijn. Dit naast veel grotere transport verliezen voor de getransporteerde stroom die veel grotere afstanden van producent naar consument hebben dus grotere inductie en weerstand energie verliezen. Een en ander maakt dat uit berekeningen die ik voor het Duitse en Ierse stroomnet maakte bleek dat de geinduceerde verliezen door brandstof conversie verliezen in de backup, samen met de andere extra verliezen bij fluctuerende levering in combinatie met hoge input van energie in levering , onderhouds gebonden energie besteding, extra overhead , transport verlies er vrijwel niks meer overblijft van de vermeende voordelen van brandstof vrije productie maar wisselvallige stroom, in een combinatie park van wisselvallig plus een park met fossiele energie drager gebonden backup leverings systeem centrales , dat dan technisch verplicht dient ter completering van de stroom naar consumptie niveau voor continue levering , als je het vergelijk met een net met redelijk optimale basislastcentrales . Een en ander wil met andere woorden zeggen, dat de geinduceerde verliezen en andere verliezen praktisch even groot zijn, als de voorgestelde energiewinst. Het klinkt ongelofelijk ,maar zelfs indien zonne -energie en wind energie GRATIS beschikbaar zouden zijn met dezelfde wisselvallige leveringskarakteristiek er nog steeds GEEN centrale brandstof verbruiksvoordeel zou zijn voor de TOTALE elektriciteitsproductie. Daarom is de prijs voor windmolens en zonnecellen al irrelevant voor de ontwikkelingen naar de toekomst toe, ook als die kostprijs lager zou worden maakt het niks uit , het geeft heen beter resultaat omdat er in totaliteit geen besparing van fossiele brandstof is. Een postje van vele, om de hele investringsreeks nodig voor de illusoire groene energie toekomst, wordt alleen ietje minder duur voor iets wat geen besparing van fossiele brandstof consumptie oplevert en zal daardoor nog minder dan niks “hernieuwbaar” of “ecologisch slim” zijn( Is dom dus) . Dus nogmaals :stroom complementering voor adaptatie aan wisselvallige energie bronnen kost namelijk ongeveer evenveel energie als het opbrengt. Na het passeren van een zeker besparings optimum dat zeer snel bereikt wordt bij het opvoeren van zon en windbronnen van nul naar zeg 20% , het voordeel weer nul. Dat maakt dat opschaling van zon en wind energie bronnen na een punt dat allang gepasseerd is in Duitsland en Ierland bij 20% zon en wind VOLKOMEN zinloos . Na 20% wisselvallige “zon en wind” MWh , begint de discart zo’n grote rol dat het zelfs voor een dwaas zichtbaar is dat verdere uitbouw zinloos is , omdat er dan al 150% Nominaal en meer zon en wind generatoren in het net zitten, die zelfs bij leveringsniveaus ver onder dat nominale maximum, niet meer af te zetten zijn aan consumenten. Dan is een netwerk megaopslag systeem noodzakelijk en die opslag systemen bestaan niet . De groene dromen fabriek doet of ze wel bestaan. Duitsland en Ierland besparen op dit moment alleen volgens de statistieken fossiele energie voor stroomproductie en CO2 uitstoot. In de praktijk besparen die landen praktisch niks (of erger:mogelijk zelfs MEER) , door de niet meegerekende geïnduceerde verliezen door de wisselvallige stroommakers. De energie verliezen worden niet opgewekt voor de in de windmolens en zonnecellen meetkastjes die daar “Netto” groene bijdrage MWh tellen, maar aan de andere kant bij de conventionele centrales en door posten als de energiegewijs kostbare investeringen , de extra energie verliezen in distributie,onderhoud en energie voor overhead. Met statistieken kun je alles bewijzen als je niet weet hoe ze opgesteld zijn. De ene MWh is de andere niet. Overtollige electrische stroom uit windmolens en zonnecellen MWh ,is evenveel waard als zoetwater tijdens wateroverlast van een rivier of bij een extreme regenstorm, zelfs in de woestijn waar water normaal kostbaar is. Niks waard dus. Maar elke MWh kun je meerekenen voor je propaganda statistieken. Het gaat om de fout die alle politici maken. Geaggregeerde parameters gebruikt in energie statistieken ,als hier de KWh, worden homogeen opgebouwd verondersteld, en zijn dat niet. Zo is de USSR kopje onder gegaan, door zich te baseren op valse geaggregeerde parameters van haar op commando gemaakte en veelal valse statistieken. Vooral groene neo Marxisten maken zich er opnieuw schuldig aan. Let wel een kapitalistisch markteconomie zou zich onmiddellijk herstellen door faillissement van initiatiefnemers . De nieuw opgebouwde commando economie van groen waaraan West-Europa zich onderworpen echter, trekt zich van natuurlijke marktcorrectie en investeringssturing niks aan en slurpt wegens zijn parasiterende eigenschappen alle toekomstige welvaart op. Dit doen ze door verkwisting van economische bronnen in deze misinvesteringen, die geïnitieerd werden door verdwaalde en gehersenspoelde idealisten, die dachten zon en wind probleemloos te kunnen “opschalen”. Met nieuw veroverd staatsgeweld, door hun groene kaste,weten ze hun slechte plannen toch door te voeren. Luisteren doen ze niet, rekenen kunnen ze niet ,willen ze niet. Maar in propaganda zijn de de beste.
Bij voorbaat excuus voor de typo’s , ik zit in bijzondere omstandigheden.
Compliment voor de compleetheid en analyse in het artikel. Zijn er 5 belangrijkste conclusies samen te vatten?
https://www.linkedin.com/in/erikhonig
Heeft gewerkt bij stichting natuur en milieu, PBL, CE Delft,Ecofys.
renevers
Geweldig duidelijk en daarmee ook triest omdat 99% van de kamerleden dit niet zal begrijpen en de rest houdt zijn of haar mond.
Polen en Tsjechië hebben hun grenzen gesloten voor de Duitse pieken, Wij vangen ze nog deels op soms tegen een negatieve prijs en de bruinkool centrales draaien voornamelijk als spinning reserve.
De co2 uitstoot van Duitsland neemt nog jaarlijks toe.
@Hugo Matthijssen,
In een artikel van 25 Aug. 2015:
http://info.kopp-verlag.de/hintergruende/enthuellungen/redaktion/windenergie-flutwellen-aus-deutschland-werfen-seine-nachbarn-in-die-dunkelheit.html
staat
“Auch Polen arbeitet an solchen Installationen, Phasenschieber genannt, und erwartet, noch in diesem Jahr die ersten davon in Betrieb nehmen zu können. Im Westen haben auch die Niederlande, Belgien und Frankreich Phasenschieber installiert, um die Überschüsse aus Deutschland abzuwehren.”
Hier staat dat niet alleen Tsjechië maar ook o.a. Nederland van die faseschuivers heeft geïnstalleerd en daarmee de stroompieken van Duitsland kan tegenhouden.
Overigens, zou iemand wat kunnen vertellen over deze schuivers (niet al te technisch natuurlijk), zijn die dingen inderdaad al geïnstalleerd, enz.
Informatie over het transport van 2 faseschuivers van elk 430 ton (!) in Belgie:
http://www02.abb.com/global/nlabb/nlabb034.nsf/0/b2348c6235c32f91c12572eb004a46c6/$file/PowerUpdate+01-2007.pdf
Het verhaal van Renevers is zoals al zijn teksten eloquent en overtuigend.
Ter ondersteuning geef ik wat praktijkgegevens uit Ierland.
De Sustainable Energy Authority of Ireland (SEAI) publiceerde in een opwelling van eerlijkheid een rapport met een analyse van het Ierse stroomsysteem in 2012.
In dat jaar werd volgens de opgave van SEAI 15,2% van de stroom opgewekt met wind en werd 12% fossiele brandstof bespaard. Dit geeft al direct te denken: Hier vertelt een regeringsinstelling, die de propaganda voor groene stroom moet verzorgen, dat wind energie maar een besparing oplevert van 12/15,2 = 79% van de nominale besparing (x% wind bespaart x% brandstof).
Dit lijkt niet wereldschokkend, maar het is de eerste keer, dat een regeringsinstantie in het groene Europa toegeeft, dat de inpassing van 15,2% wind problemen oplevert.
Nadere analyse van de cijfers uit het rapport laat zien, dat in werkelijkheid de brandstof/CO2 besparing geen 79% maar 52% is.
Verdere analyse van de gebruikte CO2 emissieberekening laat zien, dat het extra brandstof verbruik door “load following” niet is inbegrepen in het efficiency verlies.
Doen wij dit wel, dan zakt de CO2/brandstof besparing naar 41% van de nominale waarde. Let wel dit alles geldt voor 15% windstroom in een net met een klein aandeel waterkracht en zonder warmte-kracht koppeling.
Een beschrijving van de analyse nog zonder de berekening van het dynamische verlies staat op:
http://www.clepair.net/Udo20150831-e.html
Deze week is de link naar het rapport van SEAI verdwenen van hun website……
Het zal later indien nodig op Dropbox geplaatst worden om deze opwelling van eerlijkheid voor het nageslacht te bewaren.
Bedankt Fred Udo
Een erg duidelijke inbreng die perfect aansluit op die van Renevers.
Theorie en praktijk sluiten naadloos op elkaar aan.
Jammer dat de site is verdwenen dat is mij ook regelmatig overkomen en het is raadzaam dit soort informatie, wat de basis is voor een berekening te kopiëren en op een eigen server of nas te zetten.
Als ik iedere week een bloemkool eet, haal ik die bij de supermarkt. ’s zomers bloemkolen uit Nederland en ’s winters vaak uit Frankrijk. Omdat ik graag Nederlandse bloemkool eet, geeft de supermarktmanager mij een certificaat dat er voldoende Nederlandse bloemkolen geproduceerd worden om iedereen die dat wil 52 Nederlandse bloemkolen per jaar te geven.
Dus ga ik ’s winters met de Franse bloemkolen akkoord (terwijl ik alleen Nederlandse wil) omdat ik een certificaat heb dat deugt.
Een analogie om de idiotie van 100% windenergie zichtbaar te maken. Dit is wel de redenering die de consumentenbond over windenergie erop nahoudt.
Betrapt: Erik Honig was gewoon employee van de agressieve lobbyist voor de NWEA, Natuur en Milieu
s.nl/system/files/honig_erik_en_wit_ron_investeren_in_een_voorsprong_sd2008_1_2.pdf
Oei dus hij misbruikt nu dus de objectieve naam van de consumentenbond om zijn lobbypraktijken voort te zetten.
http://www.wbs.nl/system/files/honig_erik_en_wit_ron_investeren_in_een_voorsprong_sd2008_1_2.pdf
Erik Honig lobbyde gewoon met de opsteller van het Energieakkoord Ron Wit (nu Eneco) voor meer windturbines tot de einder, om ‘onze historische schuld in te lossen’
En als je de anti-kernenergie club WISE selecteert voor je ‘onderzoek’wat zegt dat dan. Ze hebben de Consumentenbond dus gewoon ingelijfd bij De Partij
Met het zelfde enge proza van historische schulden en afknijpen onder eufemistisch taalgebruik. Alsof deze groene bruinhemden ook maar iets met techniek hebben
http://www.wbs.nl/system/files/honig_erik_en_wit_ron_investeren_in_een_voorsprong_sd2008_1_2.pdf